Met dank aan de anonieme passant

Daphne Pappers

‘De kunst ligt op straat' is een uitdrukking uit de lang vervlogen jaren zestig en zeventig, toen kunstenaars hun kunst voor het eerst zichtbaar maakten in alledaagse situaties. Zoals Marinus Boezem die zijn naam in de lucht schreef, en Fluxus het Amsterdamse Spui koos tot favoriete podium. Waar het veel kunstenaars van nu om gaat, is het nabootsen van het leven in de kunst, zoals Jennifer Tee die op een bijna symbolistische manier rituelen uit Brazilië haalde en die in een Nederlands museum voor hedendaagse kunst ‘naspeelde'.

Katrin Korfmann (1971, Duitsland) pakt de kunstmatigheid, intrinsieke eigenschap van de kunst, op een heel andere manier aan. Zij maakt beide bewegingen, de straat op én het museum in, en presenteert de observaties die zij op haar pad doet, steevast in de internationale kunstwereld, die haar inmiddels omarmt. Dat is onder andere dankzij Art Affairs die Korfmanns werk sinds 2001 veelvuldig promoot, o.a. op internationale beurzen, en nu in de eigen galerie een overzicht toont van de afgelopen drie jaar.

De solo laat een paar sporen zien die de kijker, mij in ieder geval, dichter bij de gelaagdheid van het werk hebben gebracht. Deels zijn er fotografische registraties van performances te zien, die informatief zijn maar helaas beeldend niet altijd even boeiend, deels zijn de foto's foto's. En dan zijn er de videofilms.

Katrin Korfmann is daar waar mensen zijn. De choreografie van de straat maakt ze tot kunst; uit het museum haalt ze, eenmaal terug in het atelier, computermatig juist de kunst weg en bombardeert de bezoekers tot middelpunt van de zalen (Art Spaces, 2002). Neem een willekeurig plein, een stationshal, een zwembad of vliegveld en je staat in een potentiële setting van deze fotograaf, want ook al is ze een van de winnaars van de Prix de Rome in de sector Openbare Ruimte, de discipline die zij beheerst, is de fotografie en de (digitale) film die zij tijdens haar werkperiode aan de Rijksakademie heeft geperfectioneerd.

Korfmann maakt het openbare domein tot art space. Telkens dringt zij haar aanwezigheid op aan een omgeving. Altijd is de foto- of filmcamera in het spel. Soms is dit haar enige instrument om ongeënsceneerde waarnemingen vast te leggen, zoals bij Nightwatch (2001). We zien museumbezoekers die op een bank voor de Nachtwacht zitten, nou ja hangen, liever gezegd. Willekeurig denk je aan Rembrandt die de grootste moeite had om voor zijn schilderij betaald te krijgen, omdat het afgebeelde gezelschap zo'n zootje was. De spiegeling is evident. Prachtige observatie van de kunstenaar die pal voor de groep staat en haar werk doet.

In de performance Live portraits (2000) die ze op de Rijksakademie maakte, heeft de kunstenaar wel degelijk een hand in de scène gehad. Dit is zo'n voorbeeld waarvan de foto's het verhaal niet navertellen; je moet er geweest zijn om te kunnen voelen wat de magie was: publiek druppelt binnen in een ruimte zonder stoelen, zonder podium maar treft losjes bewegende mensen aan die elkaar bekijken. Figuranten en publiek zijn onherkenbaar voor elkaar. Wie kijkt naar wie? En dan plant ze ergens een decor, zoals de Pink Wall (2002) op een plein in Turijn of de Public Cube (2003) op Schiphol. En creëert een art space, op straat of op het vliegveld. En weer gaat het over kijken en bekeken worden, mét camera. In het geval van Pink wall ging Korfmann monumentaal te werk: een knalroze muur van 20 meter lang en 7 meter hoog domineerde gedurende de International Biennial of Young Art het Piazza Castello. De passanten krijgen een majestueuze gestalte door dat enorme roze vlak. Jammer genoeg moet je je dit voorstellen aan de hand van echt té kleine inkjet prints. Bij White Wall is ook het eindresultaat van hoge beeldende kwaliteit; een video waarop mensen tegen een witte achtergrond voorbij lopen, heel natuurlijk en tegelijk onnatuurlijk door die wand. Een défilé van uiteenlopende pluimage passeert, toepasselijk begeleid door het kwetteren van vogels. Alleen aan de straatpaaltjes kun je zien waar deze film is opgenomen…

De resultaten van de Public Cube moeten we nog afwachten. Met dit werk won ze onlangs de tweede prijs van de Prix de Rome. Ze bouwde een wachthokje op Schiphol, precies tegenover de automatische deuren waar passagiers aankomen en worden opgewacht door vrienden en familie. Als fotograaf beweegt ze zich als een (on)zichtbare voyeur met een registrerend oog. Ze draait de rollen om; waar architectuur of kunst centraal staan, wist ze die uit ten gunste van de mensen die zich in hun nabijheid begeven. Dat weglaten heeft een interessante verschuiving van concentratie tot gevolg. Je ziet een tijdsbeeld aan je voorbijtrekken; kleding, gedrag, gewoontes van het straatleven. Breitner was ooit al begonnen met snapshots van het alledaagse, Korfmann is zijn eigentijdse exponent.

Haar installaties en performances zijn minimale theatrale setting waar een inbreng van de kunstenaar de omgeving verandert en het gedrag van mensen beïnvloedt. De terloopsheid is bedrieglijk, Katrin Korfmann bewoog hemel en aarde om Turijn en Schiphol zover te krijgen. Over het algemeen kunnen de beeldende resultaten van deze live art naar mijn mening niet tippen aan het fotografische werk.

Katrin Korfmann, tm 22 jun

Galerie Art Affairs, Wittenburgergracht 313, Amsterdam, open di tm za 13-18

Public Cube is te zien ihkv Prix de Rome, vanaf 4 jul, GEM, Den Haag