Netkunst of Metrogluren

Rob Perrée

Ik heb een haat-liefde-verhouding met internetkunst of netkunst, zoals ze tegenwoordig (ver)pakkend heet. Het is niet zo, dat ik het beeldscherm van een computer geen goede drager vind voor kunst. Video heeft me al vele jaren geleden overtuigend overtuigd van het tegendeel. Waar ik wel een onverklaarbare afkeer van heb is kunst waarbij ik verondersteld word iets te doen. Interactieve kunst. Het woord alleen al verdient een snelle bijzetting op het sociale academie kerkhof. Bij netkunst moet ik áltijd wat doen. Ik moet mijn eigen kunstwerk maken en ik moet daar nog blij om zijn ook. Ik ervaar dat als een hinderlijke verstoring van het rollenpatroon. Een kunstenaar moet creëren, ik ben ingehuurd om te kijken. Omdat ik weet dat ik met een dergelijke redenering niet kan aankomen, zeker niet als professioneel geachte kijker van kunst, heb ik een veilige weg gekozen om mezelf langzaam aan het idee van netkunst te laten wennen. Het Whitney in New York heeft me daarvoor het probate middel aangereikt.

Dat museum heeft sinds enkele jaren een Artport, een internettoegang tot allerlei netkunstwerken. Iedere maand is er weer een andere kunstenaar die de kans krijgt om zijn netideeën te presenteren. De voorgangers worden niet gewist, ze worden in een archief opgeslagen, zodat ik ze altijd opnieuw kan bekijken.

Ik merk dat deze Artport verslavend werkt. Rustig achter mijn bureau, tussen mijn andere (internet)werkzaamheden door, lijk ik er geen moeite mee te hebben deze port te exploreren. Thuis ben ik kennelijk geconditioneerd om wat te doen.

Die zoektocht levert soms ware juweeltjes op. De kunstenaar/ontwerper/docent David Crawford zat in april op de Artport met Stop Motion Studies, een even simpel als intrigerend kunstwerk. Hij heeft het beeldscherm verdeeld in vier gelijkwaardige rechthoeken. In die rechthoeken laat hij opnames zien uit de metro's in Boston, New York, Londen en Parijs. Korte scènes van mensen die slapen, lezen, handjevrijen, geagiteerd om zich heen kijken, groetend hun hoed afzetten etc. Scènes die ik maar al te goed ken, omdat ik in New York vele uren in de metro doorbreng. Scènes die mijn fantasie prikkelen, die me nieuwsgierig maken naar het voorafgaande en het vervolg. Onderaan het beeldscherm kan ik zelf uit een tiental opnames kiezen. Bovendien kan ik alle vier beelden tegelijk activeren en de shots onderling laten communiceren. Een vrijend paar uit Boston wordt dan opeens begluurd door een wat mottig uitziende Fransman. Een boze Latino uit New York wordt vriendelijk toegelachen door een Londens hittepetitje. Ik kan een hele speelfilm ‘maken' waarin allerlei kleurrijke acteurs optreden en waarin tenminste verschillende gebeurtenissen kunnen worden gesuggereerd. Bovendien heb ik al die tijd dat prettig spannende gevoel van gluurder te zijn. Ik kijk niet alleen vanaf een veilige afstand naar allerlei intieme handelingen, ik heb zelfs de macht ermee te spelen, ze te manipuleren tot een voor mij boeiend verhaal.

De Amerikaan David Crawford heeft me weer wat dichter bij de acceptatie van de netkunst gebracht.

En…ik kan niet ontkennen dat een ‘tentoonstelling aan huis' iets decadents heeft. Toch aan te bevelen.