Met korting aangeboden

Ranti Tjan

Net als de vorige column is dit fiction-reality. Het is namelijk nogal wat als een museum besluit om een galerie te beginnen. En die voornemens zijn er. Met de aanwezigheid van Stedelijk Museum Bureau Amsterdam op de Kunstrai 2004 wordt opnieuw een signaal gegeven. Ook de geluiden uit de pers dat musea meer moeten doen met verzamelaars van hedendaagse kunst nemen innovatieve musea ter harte. Met de aanwezige expertise van museumconservatoren en met de financiële armslag van musea is het bijna vanzelfsprekend dat musea ook de functie van galerie gaan vervullen. De eerste experimenten zijn zonder veel publiciteit van start gegaan en volgens betrokkenen zijn de resultaten goed tot zeer goed. Bureau Leeuwarden, zoals bekend opgericht door Kunstrai-oprichter Wim van Krimpen, heeft afgelopen jaar vrij veel werken van Berend Strik kunnen slijten aan jonge Friese verzamelaars. De tentoonstelling Body Electric startte in januari van dit jaar en werd begeleid door een aantrekkelijke museumcatalogus waarin de aangeboden werken goed zijn afgebeeld. De bekende kunstcriticus, universiteitsmedewerker en commissietijger Sven Lütticken schreef een wervende tekst. Wie bij Bureau Leeuwarden de catalogus kocht, kreeg er de prijslijst van de werken bij, en kon met de dienstdoende conservator de aangeboden werken analyseren, en vervolgens een optie nemen op de schilderijen. Nadat de tentoonstelling op televisie was verschenen in het kunstprogramma RAM werden de potentiële kopers gebeld door het museum met de vraag of de optie omgezet kon worden in een aankooporder. En passant werd 5% beslisserskorting aangeboden en op deze wijze wist het museum meer dan de helft van de tentoongestelde werken te verkopen.

De winkeldochters werden na afloop van de tentoonstelling gedeeld, galerie Fons Welters mocht de helft proberen onderhands te verkopen, de andere helft werd opgenomen in de museumcollectie. Dit laatste is niet onbelangrijk. Hierdoor wordt de markt niet overvoerd met werken van Strik, het aanbod blijft beperkt en het museum kan zowel de eigen collectie kosteloos uitbreiden als het aanzien van Strik verder verhogen. Voor alle partijen is deze constructie een win-win situatie.

Net als Bureau Leeuwarden is ook het GEM in Den Haag betrokken bij een zelfde soort constructie. Wie een afspraak maakt met conservator Roel Arkesteijn kan rekenen op een warm onthaal in Den Haag. De tekeningen van Elke Krystufek of de werken van Hans op de Beeck waren voor een aardige som te koop en het museum deelt met de kunstenaars de inkomsten. Op deze manier hebben kunstenaars een goede reden om nauw samen te werken met florerende musea.

Nu vrij veel musea deze methode toepassen is het opmerkelijk dat de directeur van het museum in Maastricht op hoge toon in De Limburger heeft laten weten niet mee te doen aan deze profijtelijke praktijken. Volgens hem dient kunst met rust te worden gelaten en is het museum vooral een laatste rustplaats voor beeldende kunst. Dat dit besluit gerespecteerd wordt is duidelijk: kunstenaars en publiek laten zonder enige schroom het Maastrichts museum links liggen en melden zich liever aan in musea waar wel een maatschappelijke dynamiek wordt opgezocht.