Love scene

Vinken en Van Kampen

Lara Schnitger (1969, Haarlem) en Matthew Monahan (1972, Eureka (Cal), USA) zijn beiden oud-studenten van De Ateliers in Amsterdam. Ze leven sinds 1996 samen. Het afgelopen jaar verbleven ze in het gastatelier van het Center for Contemporary Art in Kitakyushu in Japan. In dat jaar maakten ze samen een ‘Love Scene' op uitnodiging voor de Biënnale van Liverpool. Deze gaf, onder het motto ‘Art Lovers', kunstenaars die ook in de liefde met elkaar verbonden zijn, opdracht een speciaal gecombineerd werk te maken. Zowel Schnitger als Monahan hebben de afgelopen tijd veel aandacht gekregen in de Nederlandse galerie- en museumwereld. Ze zijn hier echter tot nu toe alleen gepresenteerd als individuele kunstenaars. Nu kunnen we (hier ook) zien wat er gebeurt met hun zeer verschillende maar ook zeer evocatieve beeldtalen als deze met elkaar een verbintenis aangaan.

Schnitger is bekend van haar webachtige sculpturen. In Nederland was haar werk ondermeer te zien in de Vleeshal in Middelburg en in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Met onder andere plakband en schuimrubber, textiel en vuilniszakken bouwde zij daar vormen die als een tentakelend netwerk de expositieruimtes in beslag namen. Deze hingen daar doods (of misschien wel loerend), als opgezette reuzendieren in een natuurhistorisch museum. Als toeschouwer ben je je er van bewust dat je in de ruimte concurreert met zo'n ‘wezen'. Het lijkt alsof je zelf geminiaturiseerd wordt en in een petrischaaltje met woekerende cellen bent beland. Of anders en wat milder, lijkt het alsof je rondloopt op een tentoonstelling van gigantische over-wonnen, onbekende buitenaardse levensvormen.

Monahan maakte furore met afdrukken op papieren banieren van geharnaste krijgers die streng en ongenaakbaar als poortwachters de ruimte met hun verzengende blik vullen. De bedoeling is om de tekeningen een zo groot mogelijke aanwezigheid te geven. Op dit moment zijn ze ook te zien in Boijmans Van Beuningen Museum in Rotterdam (op de expositie ‘Exorcisme/Aesthetic Terrorism') en eerder in het Stedelijk Museum en bij Galerie Fons Welters. De beelden lijken ontstaan tijdens seances, alsof op magische wijze (misschien wel zoals bij de lijkwade van Turijn) een schim van een kracht die aanwezig was op het papier achterbleef.

In Bureau Amsterdam is de hele ruimte door de twee kunstenaars gevuld met één installatie. Het is een spetterende vereniging van de toeschouwerverzengende krachten van hun werk. Tot in alle hoeken spant zich het web van Schnitger en overal, door gaten en rasters, voel je de blik van Monahan's warriors op je gericht. Er zijn ook nieuwe beelden gebruikt die vreemd zijn voor hun werk tot nu toe. Zoals grote reproducties van beeldcollages die halfslachtig expliciete mangaporno vermengen met foto's van in traditionele kostuums geklede Japanners.

Of foto's van de kunstenaars zelf die in de mazen hangen van een vangnet gemaakt uit Schots geruite stof. En er zijn minutieuze potloodteke-ningen op klein formaat van menselijke figuren die zo verfrommelt zijn dat ze op voodoopopjes lijken.

De kracht van het werk van beide kunstenaars is gelegen in een confrontatie met de kijker die tot het deemoedig neerluiken van de ogen wordt gedwongen. Bij Schnitger is het web voldoende om je vast te strikken en kun je alleen verlamd met je ogen het netwerk penetreren. Bij Monahan zijn de tweedimensionale levensgrote krijgers weliswaar fragiel als papier, maar toch schrikwekkend als residuen van de aanwezigheid van een bovenmenselijke macht. Het is de afdruk van het masker dat die macht droeg toen deze zich vertoonde en die, ook al kijk je niet langer, toch voelbaar aanwezig blijft. Allebei creëren ze dus omstandigheden die een lichamelijke, subjectieve ervaring van iets dat alleen gesuggereerd wordt onontkoombaar maken.

Voor de ‘Love Scene' in Liverpool maakten ze temidden van dit geweld een kristallen grot als de vluchtplaats voor geliefden. Zoals ze kennelijk hun atelier in Japan als hun thuis voelden. Ook in Bureau Amsterdam is het thema de ondoordringbaarheid van een exotische cultuur. Uit een begeleidende tekst van Monahan blijkt dat ze zich in Japan verbijsterd hebben gevoeld dat werkelijk alles wat je ziet en meemaakt anders gecodeerd is. Het is een associatief verslag van dergelijke ervaringen tijdens de eerste dagen. "In fact there wasn't anything to remind them of anything and they were gently slipping into amnesia". Het gevoel dat hiermee gepaard gaat, het kwetsbare en het machteloze, is heel goed vergelijkbaar met de ervaring die de toeschouwers van hun werk altijd al hadden.

GOIZAMAS, Lara Schnitger en Matthew Monahan, tot 22 okt

Stedelijk Bureau Amsterdam, Rozenstraat 59, Amsterdam