Lichtend voorbeeld

Nils van Beek

‘Tatuutatuutatuu…’ Tegen de achtergrond van een woonblok met keurig Duits pleisterwerk ontpopt een wat tuttige vrouw zich als operazangeres door hard en zuiver mee te zingen met het geluid van een ambulance die buiten beeld passeert. Deze absurdistische video, Sirene Sangen Sie van Johannes Maier, was opgenomen in het programma van het Rotterdam VHS Festival, dat werd getoond op de manifestatie Polderlicht in Amsterdam Oost. Hilarisch, maar onwillekeurig dwaalden mijn gedachten ook af naar die man, toen, onder dat blauwe tentje. Op een steenworp afstand staan de dranghekken voor de herdenkingsplechtigheid al klaar.

Het terrein rond de Polderweg is een bewogen gebied. De eerste editie van Polderlicht (in 2001) werd nog gemotiveerd als een passend afscheid van de bebouwing, voornamelijk loodsen en ateliers, die plaats moest maken voor winkels en appartementen. De gebouwen van de voormalige Oostergasfabriek werden nagenoeg ongemoeid gelaten en maken, in navolging van zijn evenknie in het Westerpark, de ambities duidelijk. Anno 2005 vindt Polderlicht plaats rondom een reusachtige met schuttingen afgezette bouwput, waarvan de bodem eerst grondig moest worden gesaneerd.

De kunstwerken die zijn te zien en te beluisteren vormen een nogal heterogeen gezelschap. Bij lichtkunst denkt men in eerste instantie aan het type werk dat bijvoorbeeld te zien is in het Zentrum für Internationale Lichtkunst in het Duitse Unna: installaties van James Turrell en Olafur Eliasson, neons van Bruce Nauman en François Morellet of, toepasselijk, de tubelights van Dan Flavin. (www.lichtkunst-unna.de) In dit genre past onder meer het werk van Jochem van der Spek. Op de zijgevel van het Montessori College Oost projecteert hij twee grote rechthoeken, die al buitelend, stuiterend en botsend heel precies de grenzen van het geveloppervlak aftasten. Het is een beeld van fascinerende eenvoud, dat aan minimalistische sculpturale exercities doet denken en dat de ingewikkelde techniek die eraan te pas komt doet vergeten. Voor betovering is soms weinig nodig. André Pielage heeft aan zeepbellen genoeg. Ze zijn te zien, ronddansend, door een luik in een donkere zeecontainer. Pielage voegde aan het sop van de bellenblaasmachine een stofje toe, dat ze doet oplichten in het schijnsel van een spot. Ira van der Valk maakte op twee plaatsen composities van fluorescerende vlinders, zoals in natuurhistorische musea. Fraai om te zien, maar het neigt wel sterk naar decoratie. Een gevaar dat ook een beetje dreigt voor de stellage van smeltende, van binnen belichte vormen van gekleurd kaarsvet van Aris de Bakker, althans zoals die tijdens Polderlicht zijn opgesteld.

Gelukkig is de definitie lichtkunst niet al te rigide gehanteerd. Geprojecteerde, bewegende beelden, geluidskunst en performances blijken de juiste specerijen te zijn om van Polderlicht een kruidige, vitale tentoonstelling te maken. In de aula van het Montessori College staan lange tafels en prullenbakken opgesteld, klaar om in de pauze respectievelijk de leerlingen en het van huis meegebrachte brood op te vangen. Bezoekers nemen in groepjes op de tafels plaats. Bij wie pech heeft, begint het onder zijn zitvlak onbedaarlijk en oorverdovend te trillen. Staalplaat Soundsystem maakte van de tafels een interactief muziekinstrument, dat vanuit een indrukwekkende DJ-boot wordt aangestuurd.

Jasper van den Brink is gefascineerd door afwijkende viewpoints, vaak in intrigerende ruimtelijke installaties verwerkt – zoals een opname van een polsstokhoogspringer waarbij de projectie via het plafond van de ene naar de andere zijde van de expositieruimte sprong. Ditmaal beleeft de beschouwer de IJ-tunnel vanaf de buik van een draaiende cementwagen, al duurt het even voor dit doordringt.

Veel van de getoonde werken zijn niet speciaal voor de tentoonstelling gemaakt, maar zijn gekozen vanwege de relatie met de bouwsituatie op het Polderwegterrein, zoals het werk van Van der Brink, de hypnotiserende video die Jan Theun van Rees maakte tijdens de sloop van het schoolgebouw dat hier voorheen stond of het werk van Anja Masling. Zij werkt hoofdzakelijk met found footage en vond een foto van het terrein aan het begin van de twintigste eeuw. Door met een handcamera subtiel over de foto te bewegen, suggereert zij een meeslepend verhaal en brengt de omgeving tot leven. Zo ogenschijnlijk eenvoudig kan goede kunst zijn. Hoogtepunt van de expositie is de video Skipping van Arthur Kleinjan, die eerder al bij Mediamatic te zien was. Voorzien van prachtige (Japanse) muziek staat een Chinees meisje in de zon te touwtjespringen. Opzij staat haar vader, zonder touw, die lachend met haar meespringt. Het is een beeld van liefde en van de melancholische vraag waarom de jeugd eindig is.

Stichting Polderlicht is ook verantwoordelijk voor de programmering van lichtprojecten in het seinhuis van station Muiderpoort. Ditmaal is er werk te zien van Kyoko Inatome, die ook met een werk in Polderlicht is vertegenwoordigd. Het seinhuis laat een wereldkaart zien, waarop een stipje rood oplicht, evenals de woorden ‘I am here’. Het is een schrijnend beeld in deze dagen, waarin zoveel brandende kwesties aan het licht gebracht zijn.

POLDERLICHT, 28, 29, 30 oktober 2005

Polderweggebied, Amsterdam