Maze de Boer heeft zich laten inspireren door de omgeving waarin stichting VHDG een onderkomen heeft gevonden. Die inspiratie heeft geresulteerd in een kerkzaaltje met klassieke houten kerkbanken en een kruis aan de wand. Via een aardeduistere gang wordt het zaaltje verlaten en belandt de bezoeker na wat omwegen in de helwitte ruimte die het voormalige Baptistenkerkje in Leeuwarden is geworden.
Even blijven meedenken in de inspiratie van De Boer. Via het benepen en duistere geloof, kom je uiteindelijk in de verlichting van de kunst terecht en krijg je werkelijk zicht op de structuur. Immers, de constructie van het kerkzaaltje is een replica van de constructie van het eigenlijke gebouw als je kijkt naar de gebinten, de hoeken waaronder deze gebouwd zijn. De constructie van het eigenlijke gebouw is zichtbaar vanaf de binnenkant en bij het werk van De Boer is de constructie aan de buitenkant zichtbaar.
Maze de Boer heeft enige naam gemaakt met Tijdelijke Halte Post CS in W139 in Amsterdam. Daarin had hij een metrostation zo natuurgetrouw gebouwd dat sommige bezoekers daadwerkelijk op de metro stonden te wachten. Ik heb dat zelf niet gezien, maar de verhalen waren enthousiast en uit beschrijvingen op het internet, geloof ik dat het een overtuigend kunstwerk is geweest. Die overtuiging mist geheel in Leeuwarden, waarbij ik me ook afvroeg of zijn inspiratie niet veel meer gebaseerd is op een strengcalvinistisch beeld dan een beeld van de baptisten. Baptisten worden pas gedoopt als ze achttien zijn, omdat je als volwassene een verantwoorde keuze voor god kunt maken. Als gereformeerde baby – om maar eens een calvinistische bloedgroep te noemen – wordt je meteen gedoopt, wat menige krijspartij in de kerk oplevert. Bovendien zijn baptisten veel swingender dan de gereformeerden. Het bouwen van een replica van de ruimte waarin je je bevindt met wat obligate omkeringen, wijst hooguit op een gebrek aan inspiratie. Tegelijkertijd legt het een probleem bloot waar de vaak vervloekte white cube geen ruimte voor laat. Een bepalend gebouw bepaalt de associatie in zo’n hoge mate dat je een hele goede kunstenaar zult moeten aantrekken om een interessante ‘verbouwing’ te realiseren.
Het is goed dat Leeuwarden een ruimte voor kunst rijker is en dat VHDG na enkele jaren zowel een zelfstandige kantoor- als kunstruimte heeft. De stichting kan daarmee wellicht een solide basis creëren voor uiteenlopende activiteiten als lezingen en filmavonden. Wat betreft exposities zal het een probleem worden, zoals Maze de Boer ongewild heeft aangetoond. Het gebouwtje is bovendien vergeven van langwerpige ramen, dus zal het ophangen van schilderijen of iets dergelijks niet eenvoudig zijn. VHDG kan zich beter blijven richten op kunst in de openbare ruimte, zoals dat de laatste jaren in ‘Heapsteaps’ (Fries voor onverwacht) is opgezet. In het kader daarvan en ter gelegenheid van de opening van het gebouw heeft James Beckett de buitengevel behangen met een enorm aantal satellietschotels, waarvan de ontvangers zijn vervangen door lampen. ’s Avonds vertonen die een kleurenspel. Je zou echter kunnen denken dat de schotels uit alle richtingen enige goddelijke inspiratie hopen op te vangen voor toekomstige projecten binnen.
MAZE DE BOER EN JAMES BECKETT, t/m 30 april 2006
Stichting VHDG, M.H Trompstraat 4a, Leeuwarden