EEN PARADOXALE KEUZE VOOR MIDDELMAAT

Klaas Koetje

Drie studenten van de tweede fase Academie St. Joost uit Breda hebben gezamenlijk een expositie ingericht in Kunsthuis De Permanente in Groningen. Jonge kunstenaars en de vraag die daarbij altijd opduikt: hoe pak je die aan. ‘De fluwelen handschoen past de zachte heelmeester’ moet ongeveer de sfeer zijn op de academies waar Numan, Sleeuwits en Boermans in een eerder stadium zijn afgestudeerd. Aan die indruk kun je je niet onttrekken als je de foto’s en de video ziet. Technisch (afdrukken; beeldkaders; videomontage) ziet het er allemaal vakkundig uit, maar het blijft zo hangen in weinig zeggende particuliere ideetjes die doen denken aan de fameuze brievenrubriek ‘Achterwerk’ die al 25 jaar op de achterkant van de VPRO-Gids wordt afgedrukt.
Het is allemaal niet lelijk wat er is opgehangen. Daar begint ook het probleem dat aan al deze kunstwerken kleeft: het kiest niet. Niet voor esthetiek maar ook niet voor de betekenis die alle drie kunstenaars in het werk zien. Dit is kunst die zonder een keuze te maken voor de middelmaat kiest.
Zo toont Pieter Numan een aantal grote foto’s van restplekken in een stedelijke omgeving. Een verlaten perron, een paadje door een park, een bruggetje in een parkachtige omgeving en nog enkele werken, keurig belicht door lantaarnpalen (en ik vermoed met wat extra belichting). Zonder nadere informatie zou je zeggen ‘romantische plaatjes van nachtelijke taferelen’ zonder menselijke aanwezigheid. Fraaie kleuren en geen cameraposities of kadreringen waar je door geprikkeld wordt. Het is dan ook tamelijk onthutsend, om niet te zeggen larmoyant, in de begeleidende tekst te lezen dat het hier gaat om metaforen voor Numans gevoelens en dat hij de beschouwer wil confronteren met emoties als angst, onzekerheid en eenzaamheid “die ik in het verleden heb ervaren”. Misschien ligt in die laatste toevoeging wel het probleem. Numan ervaart het niet meer en blijkt niet in staat om met zijn werk de gememoreerde gemoedstoestanden op te roepen. Hij verliest zichzelf in pogingen tot het produceren van mooie foto’s met overgewaardeerde kleuren die vooral uitnodigen tot een rustgevende nachtwandeling.
Marleen Sleeuwits slaagt iets beter in haar opzet om de kunstmatige vormgeving in de (stedelijke) decors van haar foto’s te laten samengaan met het afschrikwekkende en claustrofobische. Dat laatste is te bespeuren zoals op bijgaande foto van een man achter een raam in een stalen bedrijfshal. Zij ontkracht de mogelijke beklemming echter door te frivool met Photoshop elementen aan foto’s toe te voegen, waardoor de afbeeldingen iets karikaturaals krijgen. Bovenal legt ze de nadruk op de esthetische voorkeur die ze heeft voor het strakke in- en exterieur, de strakke vormgeving zodat het ongemakkelijke verdwijnt. En ook zij haalt een ietwat merkwaardige tour de force uit in haar tekst door de drang van de mens om alles te plannen (met onderscheidene onderwerpen als genetische manipulatie en het aanleggen van vliegvelden in zee) te koppelen aan vormgeving en een verbeterde versie van de realiteit. Dat lijkt op het zoeken van verbanden tussen appels en peren (het is fruit) en weinig doordacht zeker als je jezelf niet weet te ontworstelen aan datgene wat als verwijt in de richting van de ontwerper wordt geslingerd: gevangen in zijn eigen belevingswereld.
De zes naakte jonge vrouwen die langere en kortere tijd te zien zijn in de video Untitled (pakweg 4 minuten) van Ine Boermans (eerder te zien op de Kunstvlaai 2004) hebben niet geleid tot ongemakkelijk kijken bij deze man. Ik kan niet beoordelen of een vrouw opgelucht zal zien dat deze zes jongedames lichamelijk imperfecties hebben. Het lijkt me sterk dat daar een videokunstwerk voor nodig is. Als er iets is waar vrouwen (ook gekleed) veel mee bezig zijn is dat het beoordelen van (de imperfecties van) andere vrouwen. (Toeval dat Desperate Housewives tijdens het schrijven dezes voor het eerst op de Nederlandse televisie was te zien). Voor ongemak zou een langere tijdsduur uitkomst hebben kunnen bieden en dat is een aspect dat juist in video benut kan worden. En toch levensgroot van top tot teen beamen zoals dat in mijn herinnering op de Kunstvlaai het geval was. In De Permanente zijn de dames te groot voor de monitor en te klein voor de beamer.
De associatie met Achterwerk is te traceren. Wie die rubriek jarenlang leest stuit voortdurend op jonge kinderen die vol puberteitsdrift met dezelfde visies naar de wereld kijken, dezelfde oplossingen bieden en daaruit de conclusie trekken dat ze hoogst oorspronkelijk van geest zijn. Dat kan leiden tot de conclusie dat ‘alles al is gedaan’ (en dat de ontwikkeling tot stilstand is gekomen) of dat er nog heel wat na te denken valt om platgetreden paden te verlaten en de waarlijk enge plekken van de scheppende geest binnen te dringen, dat in werk naar voren te laten komen en adequaat te beschrijven. Een schone taak voor de Academie St. Joost.

Fotografie en video van Pieter Numan, Marleen Sleeuwits en Ine Boermans, t/m 2 april 2005, di t/m za 13–17

Kunsthuis De Permanente, Kreupelstraat 12, Groningen