Afgelopen maand verscheen bij BAK (basis voor actuele kunst) in Utrecht een boek met de titel World Question Center (Reloaded). Het bevat de neerslag van een performance die najaar 2003 onder dezelfde titel in BAK plaatsvond in het kader van de manifestatie Now What? Dreaming a better world in six parts. World Question Center (Reloaded) is/was een door de Duitse curator Jens Hoffmann bedachte (‘ontwikkelde’ zegt hij zelf) herneming van een serie performances die de Amerikaanse kunstenaar James Lee Byars in de jaren zestig en zeventig uitvoerde onder de titel World Question Center.
Byars (1932-1997) startte World Question Center in 1968, op zoek naar ‘de perfecte gedachte’. Hij had de overtuiging dat zo’n perfecte gedachte bestond, dat wil zeggen mogelijk was, en dat zij slechts kon bestaan in de vorm van een vraag. Ieder mens heeft vragen die hem het diepst raken, het meest bezighouden, na aan het hart liggen, bedacht Byars. Vragen over het eigen vakgebied, over andere vakgebieden, over de wereld, over het leven in het algemeen. Breng al die vragen samen en er vormt zich daaruit vanzelf die Ene Gedachte, die Perfecte Vraag, meende hij. Het leek Byars het beste maar meteen de – in zijn ogen – honderd meest briljante geesten van dat moment samen te brengen in één ruimte en hen elkaar hun meest urgente vragen te laten stellen. Maar dat bleek praktisch niet haalbaar.
World Question Center kreeg de vorm van meerdere openbare performances waarin Byars bij honderd wetenschappers, kunstenaars, filosofen informeerde naar de vraag die hen op dat moment het meeste bezighield. Bijgevolg kreeg World Question Center ook de vorm van een verzameling urgente vragen. Eén van de performances vond in 1969 plaats in Brussel en werd live op de Belgische televisie uitgezonden. Sommige brilliant minds werden telefonisch benaderd, anderen waren in levenden lijve aanwezig. Onder hen John Cage, Joseph Beuys en Marcel Broodthaers.
Voor World Question Center (Reloaded) in Utrecht werd door allen die meewerkten aan Now What? een lijst samengesteld met de namen van honderd personen van wie men een interessante urgente vraag dacht te kunnen verwachten. In een sessie van vier uur werden zevenendertig daarvan gebeld (voornamelijk bekenden uit de kunstwereld), zevenendertig korte gesprekken gevoerd en zevenendertig prangende vragen gescoord en genoteerd op schoolborden. Hoffmann werd daarbij geassisteerd door Maria Hlavajova, artistiek directeur van BAK en Annie Fletcher, co-curator van één van de andere projecten van Now What?
Ik ben er in 2003 niet bij geweest. Maar nu is er dan dat boek waarin niet alleen de zevenendertig urgente vragen zijn afgedrukt – elk op een aparte bladzij, zoals ook Byars placht te doen – maar ook de complete transcriptie van alle telefoongesprekken. Daarnaast zijn er korte inleidingen van Maria Hlavajova en van Jens Hoffmann zelf. Het is een interessant boek.
Hoogst curieus is de opgetogenheid, de zielsverrukking haast, waarmee Hlavajova spreekt over de inhoud van de met die zevenendertig briljante prominenten gevoerde gesprekken en wat die teweegbrachten bij bezoekers en medewerkers, zowel tijdens als nog lang na de performance. Ze schrijft: ‘De gesprekken die we voerden zijn sindsdien een vitale bron van inspiratie, aanmoediging en stimulans voor ons bij BAK. Hetzelfde is gezegd door mensen uit het publiek, die dolenthousiast de ene betekenisvolle ontmoeting na de andere meebeleefden. (…) Naar mijn mening was het World Question Center (Reloaded) feitelijk één van die zeldzame gelegenheden waar authentieke menselijke communicatie mogelijk was’. Ik lees vervolgens die gesprekken en sta voor een raadsel. Uit geen ervan blijkt dat Hoffmann, Hlavajova en Fletcher werkelijk geïnteresseerd waren in wat hun gesprekspartners te melden hadden. En ook niet in de inhoud, betekenis, reikwijdte van de gescoorde urgente vragen. Dat was natuurlijk ook onmogelijk in de twee, drie minuten die elk gesprek geduurd kan hebben (ja, ik heb een aantal gesprekken nagespeeld en geklokt). En dan ging die korte tijd ook nog voor een belangrijk deel op aan plichtplegingen en misverstanden. Eén vraag moest er komen, één die goed klonk graag, en het liefst meteen. Hup, volgende gesprek.
Hlavajova schrijft ook over belang en noodzaak van het verdedigen van ‘het geloof dat de wereld getransformeerd kan worden en dat kunstenaars en intellectuelen de verantwoordelijkheid hebben zich van die transformatie een voorstelling te maken en een beeld te schetsen, een positief beeld van hoe de wereld er zou kunnen uitzien’. Hierin ligt mogelijk de verklaring voor haar roze bril. Hlavajova roept ons op niet naar de werkelijkheid te kijken, maar naar een wensgedachte.
Eén van de vragen uit de urgentielijst luidt: ‘Why is the title Now What? Dreaming a better world …not making a better world?’ Net als deze vraag van Hella van den Dijssel, werkzaam bij een asielzoekerscentrum, betrekken veel urgente vragen zich op de zorgelijke ontwikkelingen in de wereld. Enkele vragen zijn wetenschappelijk. Sommige zijn komisch. Een paar onbegrijpelijk. Zeldzaam zijn de vragen die in de buurt komen van het soort waar Byars zelf het meest van hield: vragen waarop geen antwoord mogelijk is, koan-achtig (Byars woonde jarenlang in Japan), absurd, ontregelend en daardoor geestverruimend (‘What was an animal?’)
Beslist van zen-kwaliteit is de vraag van schilder Constant: ‘What is the reason for your question?’ Stel je voor: iemand houdt je aan op straat en stelt je onverhoeds en bloedserieus deze vraag. Dikke kans dat Onmiddellijke Verlichting je deel is. Maar de vraag van Constant heeft nog een andere kwaliteit: zij onthult iets over de aard van Hoffmanns performance. Constants vraag is namelijk niet een antwoord op de vraag van Hoffmann cum suis om een urgente vraag. Het is geen urgente vraag (en dus ten onrechte als zodanig opgenomen), maar een reactie van onwil en achterdocht. Het is ook geen vraag naar het wat en hoe van World Question Center (Reloaded), maar naar het waarom en waartoe. Het is een vraag naar Hoffmanns bedoelingen en motieven.
Die vraag lijkt ook Hoffmanns collega en leermeester Hans Ulrich Obrist bezig te houden als hij zegt: ‘I would be very happy to ask two questions. Is that possible according to the rules of your game?’ Game, spelletje dus. Dat leidt tot de vraag die mij nu bezighoudt: Wat is het verschil tussen het oorspronkelijke World Question Center en het World Question Center (Reloaded)? Ik denk dat er een wezenlijk verschil is.
Ik heb nog een vraag: waarom maakt Hoffmann noch Hlavajova gewag van die andere, eerdere herneming van World Question Center? In 1998 begon cultural impresario John Brockman op de onvolprezen website Edge – podium en discussieforum voor de frontsoldaten van wetenschap, filosofie en kunsten – de jaarlijkse rubriek World Question Center. Een eerbetoon aan zijn vriend Byars, die het jaar daarvoor was overleden. De vraag voor dat jaar was Byars’ eigen ‘What questions are you asking yourself?’ De vragen voor de jaren daarop werden (en worden) door prominente wetenschappers (waaronder Nobelprijswinnaars) bedacht. De opwindende vraag voor 2005 luidde: ‘What do you believe is true even though you cannot prove it?’ Die voor 2006: ‘What is your dangerous idea?’ De antwoorden daarop zijn inmiddels ook verschenen. Het is buitengewoon spannende lectuur. De vraag voor 2001 overigens luidde: ‘What now?’
WORLD QUESTION CENTER (RELOADED), Uitgave: BAK (basis voor actuele kunst), Utrecht en Revolver (Archiv für aktuelle Kunst), Frankfurt am Main, 144 blz., 10 euro, ISBN: 3-86588-220-X