Zwart op wit: kunstenaarsboeken van de Rijksakademie

Menno Dudok van Heel
Foto: Menno Dudok van Heel

Met trots verkondigde Looiersgracht 60 deelname van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten aan Printing Plant Art Book Fair (gelijktijdig met Rijksakademie OPEN). Volgens het persbericht presenteert de Rijksakademie daar kunstboeken in gelimiteerde oplage, kunstboeken en ‘boek-objecten’ van alumni. Het leek een aanbod van de opgerekte grenzen van het aloude medium te worden. Maar is dat ook zo? Stappen deze kunstenaars buiten de bestaande conventies om nieuwe concepten te ontdekken? Tasten zij de grenzen af van de traditionele inhoud en fysieke structuur van het boek? 

De Rijksakademie heeft onder andere een uitgebreide grafiekwerkplaats. Ik vroeg mij af wat daar op het gebied van boeken gemaakt wordt en meldde mij bij de bibliotheek. Uit de selectie die voor mij klaar lag, koos ik de boeken die dit jaar werden gemaakt op de academie (niet bij andere uitgevers of voor tentoonstellingen). De inhoud van de boeken liep uiteen, van een script rondom een imaginaire ontmoeting tot historische journalistiek op een krantenpagina. Wat op het eerste gezicht opvalt, is dat kunstenaars en grafisch vormgevers veelal voor een typografie kiezen in wit en zwart. Afbeeldingen komen maar weinig voor op het omslag. Hier gaat inhoud boven vorm of gaan de vorm en de inhoud heel goed samen: de boodschap op de eerste plaats. De ontwerpen zijn rustig en overzichtelijk. Je weet pas waar je mee te maken hebt als je het boek openslaat.

Immy Mali maakte voor de open studio’s een bijzondere editie. Ik vind dit een interessant project vanwege de belangrijke rol van tekst binnen het werk. Mali schreef brieven aan zichzelf als klein meisje. Machu, zoals zij genoemd werd, speelt een grote rol in een zoektocht naar verhalen uit het verleden. Door aan zichzelf te schrijven worden gebeurtenissen duidelijker en kan zij haar positie in het heden ook beter bepalen. Dit klinkt als psychoanalyse die op een poëtische manier tastbaar wordt. De handgeschreven brieven zijn als facsimiles in donkerblauwe enveloppen gestoken. Daarnaast is de uitgetypte brief ook opgenomen. Met vier gouden magneetjes kan het werk op een metalen oppervlak worden bevestigd. Elk onderdeel is met zorg en aandacht gemaakt, zo draagt het postzegel op de envelop een foto van Machu (de kleine Immy Mali) en is hij gestempeld door de kunstenaar zelf. Het persoonlijke verhaal als koelkastmagneet

Bert Scholten heeft als onderdeel van zijn werk een krantenpagina met een moordlied gemaakt. Dit moordlied werd ook gepresenteerd tijdens de open dagen, Scholten zong dit leidmotief van een veelomspannend werk begeleidt door een drumcomputer. De krantenpagina is opgedeeld in het daadwerkelijke lied en een lange kolom vol woorden. Sommige herken ik maar veel ook niet. De kunstenaar legt mij uit dat het woorden zijn die allemaal met de turfwinning te maken hebben. Een aantal is in ons vocabulaire blijven steken zoals delven of graver. Anderen roepen vervlogen tijden op; raffelschep, krabbescheer, spon. Het lied verhaalt over de moord op de jonge vrouw Mina Koes in 1881. In de gemeenschap van veengravers werden nieuwswaardigheden middels deze liederen gecommuniceerd. Scholten ging naar Zuidwolde toe en maakte zich de geschiedenis en een lokaal gebruik eigen: de verdwijning. Deze traditie omvat het stelen van een zeer groot voorwerp in de laatste maanden van het jaar. Ook nu nog wordt deze traditie in Zuidwolde en omstreken hooggehouden. Het gestolen object wordt na de jaarwisseling weer teruggeplaatst. Bert Scholten stal de gedenksteen voor de verdwijning van Mina Koes met de inscriptie MK 1881. Alleen een Zuidwoldenaar die de Rijksakademie heeft bezocht zal weten wie de dader is.

Riet Wijnen biedt met Conversation six een ‘dialoog’ met teksten van Pauline Oliveros, Grace Crowley en Marlow Moss. Het boek is onderdeel van een groter geheel: Sixteen Conversations on Abstraction. Zestien fictieve gesprekken die evenzoveel werken voortbrengen en een sculptuur. Deze publicatie heeft een nadrukkelijke rol binnen een groter geheel. Een jong kunstenaarsoeuvre dat op kunsthistorisch onderzoek is gebouwd. Het geeft een interessante kijk op dialoog tussen mensen die alleen op de pagina’s van de publicatie van Wijnen bestaat.

Is het nodig om de grenzen van de traditionele inhoud en de fysieke structuur van het boek af te tasten? Blijkbaar kiezen resident artists van de Rijksakademie voor de traditionele vorm van publiceren. Heldere vormgeving, duidelijke inhoud maar conceptueel niet ver af van hoe boeken al meer dan duizend jaar worden gemaakt. De verhalen maken deze publicaties en worden vervolgens nog versterkt door de performance, sculptuur of installatie die daarbij hoort. Het kunstenaarsboek is in die zin buiten de kaften getreden en verplaatst zich naar een multimediale vertelvorm.

Menno Dudok van Heel is kunsthistoricus, boomverzorger en redacteur bij Tubelight.