INTIEME UNIVERSALITEIT

Jan Kappers
Thomas Struth, THE RICHTER FAMILY 2, KÖLN, 2002

Gerhard Richter is vooral bekend als een spraakmakende Duitse schilder en niet zozeer als een vriendelijke family man. Toch krijgt hij die rol toebedeeld in de fotoserie Family Portraits van Thomas Struth. Met zijn dochter leunend tegen zijn been poseert de schilder gewillig voor de camera. Rechts van hen staat zijn zoon naast zijn vrouw. Wie het beeld van de generaties op zich laat inwerken, voelt de vluchtigheid van zowel jeugd als schoonheid oplossen in de voortschrijdende levenstijd. De foto heeft iets universeels en onbetwistbaars, bijna iets religieus misschien. Al was het maar vanwege de witte lelies die achter de moeder zichtbaar zijn.

Deze foto, The Richter Family 2, Köln (2002) is een van de tien Family Portraits die op dit moment bij Galerie Paul Andriesse te zien zijn. Voor de tentoonstelling is een selectie gemaakt uit werk dat Struth in de periode 2001-2007 vervaardigde. De gefotografeerde families zijn vaak bekenden van Struth. Ze zijn afkomstig uit Italië, Duitsland, de Verenigde Staten en Peru. Zo heeft Struth het gezin van zijn lijstenmaker gefotografeerd maar ook de familie van Franca Falletti, de directeur van Galleria dell’Accademia in Florence, een locatie waar Struth veel gewerkt heeft. Andere foto´s, zoals Charles & Laurence, New York (2001) komen voort uit opdrachten.

Deze portretten belichten een andere kant van de fotograaf die bekendheid verwierf met zijn ‘museum-serie’. Voor die serie legde hij in verschillende wereldberoemde musea de relatie tussen de beschouwer en het kunstwerk vast. Soms maakte hij een intieme opname van een één-op-één confrontatie tussen beschouwer en schilderij maar vaak ook benadrukte Struth in zijn foto’s de kolossale ruimten of de schilderijen waarin of waarnaast de beschouwer een nietig figuurtje werd.

Ondanks het verschil tussen de museumserie en de serie familieportretten – de laatste is veel meer gecomponeerd – tonen beide reeksen veel referenties naar de kunstgeschiedenis. Niet alleen worden de foto´s in een monumentaal formaat gepresenteerd, maar Struth weet vooral door subtiele, soms onverwachte, aanwijzingen te zinspelen op een lange kunsthistorische traditie. Zo wordt een toeriste die de David van Michelangelo staat te bewonderen bijvoorbeeld in een onbewaakt moment vastgelegd als een heuse contrapost Madonna met een extatische, hemelwaartse blik.

Ook in de serie Family Portraits zijn knipogen naar de traditie te ontdekken. Niet zozeer in de houdingen van de geportretteerden als wel in het terugkeren van het vanitasmotief- een uit de Nederlandse zeventiende eeuw stammend thema waarin afgebeelde objecten een allegorische betekenis krijgen en daarmee verwijzen naar de onontkoombaarheid van de dood. Een goed voorbeeld is The Richter Family 2, Köln waarin op de achtergrond duidelijk het bekendste vanitas-object te zien is, namelijk een schedel. Het is het absolute memento mori dat waarschuwt dat aan de onvermijdbaarheid van het sterven niet te tornen valt.

Ook in het interieur van de Falletti-family staat een doodskop, verborgen tussen planten en boeken en getooid met een fez-achtig hoedje. Maar het meest intrigerende en misschien zelfs onbedoelde voorbeeld, is te zien bij The Terhardt Family, Düsseldorf (2007). Daar staat op de tafel, ogenschijnlijk toevallig, een potje bellenblaas. Dat is in eerste instantie niet zo bijzonder voor een gezin met twee jonge kinderen. Maar tegelijkertijd is het beeld van jonge kinderen die zeepbellen blazen een bekend vanitas-thema dat herinnert aan een kortstondig leven en verval. ‘Homo bulla est’ – de mens is een waterbel.

De vanitas-thematiek die schuilt in de foto´s van Struth, sluit door expliciet jeugd, moeders, vaders en grootouders naast elkaar te plaatsen, goed aan op het gevoel van vergankelijkheid dat de Family Portraits oproepen. Dit wordt mooi geïllustreerd door een werk als The Felsenfeld / Gold Family, Philadelphia (2007). Door de familie in een ruimte te plaatsen die weinig persoonlijke voorwerpen laat zien, wordt het contrast tussen de generaties versterkt. De kolossale, wandbedekkende wereldkaart op de achtergrond lijkt het algemeen geldende, grenzenloze karakter van een familieband te benadrukken. Het unieke en persoonlijke wordt weerspiegeld in het universele.

De Family Portraits worden vaak genoemd om hun voyeuristische en intieme karakter. Voor het laatste is veel te zeggen. Ondanks dat de foto’s – zoals bij het bovenstaande voorbeeld van de Felsenfeld / Gold-family – appelleren aan universeel geldende waarden, blijft de serie een persoonlijk en intiem familiedocument. Een zeker voyeuristisch aspect is wel aanwezig maar lijkt van minder belang. De blik die Struth ons geeft op de levens van anderen is op zichzelf niet erg interessant of belangwekkend, wellicht omdat ons oog wel gewend is aan West-Europese interieurs (de enige foto die daar duidelijk van afwijkt en dus in dat opzicht interessanter is, is The Ayvar Family, Lima, S.M.P. / Peru, 2005). Maar waar het in Struths foto’s vooral om draait is dat hij, vaak met een flirt naar de kunsthistorische traditie, sprekende en tijdloze beelden weet vast te leggen, en zo een persoonlijk familieportret verheft tot een universeel menselijk teken.

FAMILY PORTRAITS
Thomas Struth
t/m 16 februari 2008

Galerie Paul Andriesse
Withoedenveem 8, Amsterdam
www.galeries.nl/andriesse

Thomas Struth, THE TERHARDT FAMILY, DÜSSELDORF, 2007
Thomas Struth, THE FELSENFELD/GOLD FAMILY, PHILADELPHIA, 2007