Shall I compare thee?

Marianne van Dijk
Risaku Suzuki Sakura, 07, 4-56 (2007), courtesy Gallery Koynagi

Curatoren kiezen niet altijd met hun verstand: soms worden ze simpelweg verliefd op een kunstwerk. Huis Marseille, het oudste fotomuseum van Amsterdam, houdt een tentoonstelling gebaseerd op dit gegeven. Tijdens de samenstelling ervan ontdekten de curatoren dat vooral werken met het thema ‘zomer’ hen aantrokken, en deze Summer Loves zijn te zien in de gelijknamige tentoonstelling.

‘Zomerportretten’ is een van the subthema’s van Summer Loves en dit thema biedt een interessante combinatie van Rineke Dijkstra’s (1959) werk en dat van Sally Mann (1951). In Dijkstra’s Vondelpark, Amsterdam, 10 juni zien we een groepje jongeren in een park, wellicht toeristen die genoeg hadden van het Museumplein. Het is een beeld zonder opsmuk. Ieder armhaartje is te zien en de snoeppapiertjes op het gras mochten blijven liggen. De onnadrukkelijke wijze waarop de fotograaf hen in beeld heeft gebracht, resulteert in een oprecht portret; de jongeren ogen broos, maar niet bang. De visuele keuzes die Sally Mann in haar serie At twelve toepast zijn veel evidenter: onze blik wordt gestuurd door een krappe uitsnede, door het ontbreken van kleur en door de modellen die duidelijk poseren. De camera houdt de kijker niet zozeer op een afstand, maar bepaalt wel tot op de centimeter welke plaats hij moet innemen. De geportretteerden dagen de toeschouwer bovendien uit in plaats van hem uit te nodigen. Ze lijken te zeggen: ‘Probeer maar naar me te kijken als je durft, ik ben toch onaantastbaar’, terwijl de Vondelparkjongeren lijken te vertellen: ‘Je mag wel kijken, ik ben een mens net als jij.’ De verschillen in aanpak van Mann en Dijkstra onderstrepen de kracht van hun werk alleen maar meer.

Binnen het subthema ‘Naar buiten lopend in de zilveren dag’ is vooral het grote aantal foto’s met bomen mooi, omdat het de veelzijdigheid van dit thema naar voren haalt. Bij Lee Friedlander (1934) is de boom vooral een decoratieve bescherming tegen de zon, zoals hij als een bladerparasol het hele beeld bedekt; Simone Nieweg (1962) ziet de zomerboom vooral als een agrarische kracht, iets dat vruchten oplevert, en onder Risaku Suzuki’s (1963) weelderige boombloesem zou je graag als een kind liggen te dromen. Toshio Enomoto’s (1947) bomen ten slotte zijn schitterend en ongenaakbaar, ze duiken op in de verte als een kudde giraffen op de savanne.

Het thema ‘Reizen op het platte vlak’ komt niet goed uit de verf, vooral door de matige kwaliteit van Nono Reinholds (1929) foto’s van onder andere Peru en Bolivia. Deze stijgen niet boven alledaagse toeristenfoto’s uit. ‘Rondhangen, flaneren, en andere observaties’ brengt echter perfect de loomheid van de zomer in beeld. Marijke van Warmerdams (1959) video Handstand bijvoorbeeld, een loop van een meisje in een wit zomerjurkje dat in slowmotion een handstand tegen een muur doet. Dankzij de herhaling is het beeld hypnotiserend, als een soort zomers equivalent van een haardvuur. Joke Reynders’ (1936) serie Voilages laat zien hoe de zon door een gordijn naar binnen schijnt; beelden die je op zondagochtend vanuit je bed ziet, wanneer je te lui bent om ze vast te leggen. De foto’s van Luisa Lambri (1969) tonen ook hoe licht door een raam naar binnen valt, maar ze zijn verstild en minder luchtig. Bij haar lijkt er geen mens aanwezig te zijn in de kamer waarin het raam zich bevindt. In haar werk is het licht zelf de hoofdpersoon die een grafisch spel speelt met de luiken.

Voor sommige fotografen is achtergrondkennis of het zien van meer werk nodig om als toeschouwer te begrijpen wat ze met hun werk beogen, zoals in het geval van Nieweg, wier foto’s boeiender worden als je weet dat ze veelal een agrarische context hebben, terwijl het genderthema dat Hannah Starkey (1971) in haar werk aansnijdt niet tot zijn recht komt in maar één foto. Andere werken lijken een beetje buiten de zomerthematiek te vallen, zoals de vuurwerkfoto’s van Rinko Kawauchi (1972), het weinig zonnige psychoanalytische portret van Thomas Struth (1954) en het vergaan van fruit – eerder een herfstthema – in het getoonde werk van Sam Taylor-Wood (1967).

Dan is er nog het uitgangspunt om werken samen te tonen op basis van een specifieke verhouding van curatoren tot deze kunstwerken, in dit geval verliefdheid. Een interessant idee, maar de uitwerking ervan is lastig: hoe ziet de bezoeker de liefde van de tentoonstellingmakers terug in de expositie? Het was interessant geweest te weten wat de love story tussen de curator en een bepaald werk was: een flirt of liefde op het eerste gezicht?

Een groter bezwaar is dat de liefde als zomerthema in de tentoonstelling vrijwel ontbreekt. De titel Summer Loves belooft iets broeierigs dat de tentoonstelling niet geheel waarmaakt. Waar zijn de vochtige blikken, zoute zoenen, onstuimigheid in een duinpan desnoods? Ofelia III, de vrouw onder water van Carmela Garcia (1964) is weliswaar naakt, maar heeft gezien het feit dat ze verdrinkt wel iets anders aan haar hoofd dan flirten met de kijker. De kinderen van Sally Man zijn nog het meest wulps (iets wat haar bij haar serie Immediate Family zelfs in de problemen bracht). Misschien dat in de kunst liefde te vaak met seks wordt verward en naakt niet meer zo makkelijk verbaast, waardoor het lastig is een werk te vinden dat sensualiteit met diepgang combineert.

Ondanks deze laatste bezwaren zou de zomerliefhebber een middagje strand moeten verruilen voor deze tentoonstelling. Omdat ze divers is, omdat het werk overtuigend getoond wordt, én omdat het zomergevoel toch echt overkomt. De bezoeker vertrekt pas na een lange poos en met de zon in de haren, en kan het net op tijd laten om tegen een museummedewerker te fluisteren: ‘Shall I compare thee to a summer’s day? Thou art more lovely and more temperate.’

SUMMER LOVES
Rineke Dijkstra, Sally Mann, Joke Reynders, Thomas Struth, e.a.
t/m 29 augustus 2010

Huis Marseille
Keizersgracht 401, Amsterdam

Joke Reynders, Foto uit de serie VOILAGES (2006), courtesy Joke Reynders
Marijke Warmerdam, HANDSTAND (1992), courtesy Marijke van Warmerdam en Galerie van Gelder