Hier worden mensen gekweekt!

Loukie Hoos
Lisette Verkerk, VEINS, 2004

Wie kent ze niet, die wit gemoffelde kastjes die in spreekkamers van dokters staan? Achter het glas wachten glimmende, scherpe instrumenten op gebruik. Alleen al het kijken naar die scharen, scalpels en pincetten kan een patiënt ernstige buikpijn bezorgen. Lisette Verkerk (1973) heeft in de galerie van het Leids academisch ziekenhuis zo‘n kastje neergezet. De instrumenten zijn eruit verdwenen en het is volgeladen met petrischalen. Op de bodem van ieder kweekschaaltje ligt een opgedroogd rood plasje, meestal in de vorm van een foetus. Verkerk heeft die rode vlekken geschilderd en het werk Origins (2006) genoemd. Het gaat over IVF, over vruchtbaarheidstechniek. Hier worden mensen gekweekt!

De wand achter het kastje hangt vol rode inkttekeningen van bloedsomlopen. Beelden van menselijke kwetsbaarheid keren op deze tentoonstelling steeds terug. Verkerks tere tekeningen van bloedvaten zijn zelfs in textiel geweven. De stof fungeert als ligvlak van drie veldbedden waardoor het lijkt of lijdende lichamen daarop een onuitwisbare indruk achterlieten, zoals ooit het gezicht van Christus op de doek van Veronica. Er hangen ook foto’s van Shameless, het project waarvoor Verkerk in 2006 veel aandacht kreeg. Ze maakte zachte rubberhemdjes door een afdruk te maken van de bovenlijven van vrouwen met een borstamputatie. Een paar vrouwen staan herkenbaar op de foto, lachend en al lang de schaamte voorbij.

In haar grotere installaties confronteert Verkerk dergelijk ‘zacht’ werk met getransformeerd materiaal uit het medisch bedrijf dat een heel ander soort schoonheid toont: perfect gemaakt, glad, hard, koel en afstandelijk. Veel glas, vaak uit het laboratorium, zwart geschilderd hout, metaal, rubber en kunststof. Zo staan er op een oude brancard omgekeerde glazen kolven van verschillende grootte, op glimmende zwarte voetstukken. Het lijken kristallen bollen, gekluisterde zeepbellen, lampen die niet kunnen branden: mooie dingen die nergens goed voor zijn, maar toch hun wetenschappelijke herkomst demonstreren. Ook achter dit stilleven hangen tekeningen. Vijf grote vellen vol ovalen in rood, oranje, geel: groot en klein, verdicht en verdund, Multiple Dots (2005). De kleuren doen weer denken aan opgedroogd bloed.

Verkerk noemt deze installatie My Lab. Vorig jaar, op de kunstbeurs in Keulen, was dit de naam van de hele tentoonstelling die nu in het LUMC staat. Waar gaat haar onderzoek over? Wat is bijvoorbeeld de rol van de contrasten die ze toont: tussen zacht en hard, persoonlijk en objectief wetenschappelijk, nabij en gedistantieerd? In feite betreft dit klassieke verschillen tussen de wereld van arts en patiënt. Wat wil ze daarmee?

Opvallend is de onbruikbaarheid van haar medische apparaten. Hieruit kunnen we niet zomaar opmaken dat Verkerk een lage dunk heeft van de geneeskunde. Ze zegt namelijk dat ze zich juist graag ophoudt in ziekenhuizen en in de omgeving van medische wetenschap. De beelden die ze daar ziet, ‘voeden haar’ en leiden tot nieuwe beelden. Misschien is de nutteloze wetenschappelijke apparatuur bedoeld als retorische overdrijving van de neiging van artsen en patiënten om reëel bestaande medische machteloosheid te verhullen. In de praktijk geeft de veronderstelde wetenschappelijkheid van het medisch handelen hen immers vertrouwen in de mogelijkheden ervan. Op deze tentoonstelling wordt duidelijk dat dit vertrouwen niet te ver moet gaan.

Verkerk noemt de tentoonstelling Life Line. Deze titel doet denken aan een levensreddend infuus en aan de door de kunstenaar getekende bloedvaten, die transport van voedsel en zuurstof door het lichaam mogelijk maken en zo het leven ‘ondersteunen’. Beide life lines zijn zichtbaar in een object dat, inderdaad, op een infuusstandaard hangt. Het is een zich steeds fijner vertakkende omgekeerde boom, gemaakt van ‘medische rubberslang’ en ‘kunststof hulpstukken‘. Qua vorm lijkt het ding op haar tekeningen van bloedvaten maar het materiaal doet veeleer denken aan een grote bypass dan aan een levende bloedsomloop. De geneeskunde heeft deze bloedsomloop geannexeerd.

Gezien het feit dat Verkerk ook een installatie wijdt aan vruchtbaarheidstechnologie, ontstaat het vermoeden dat haar onderzoek betrekking heeft op kwesties van medicalisering en medische technologie. Anders gezegd, op de vraag wie het menselijk lichaam beheert, de patiënt of de medische stand. Een beeld van twee ‘stethoscopen’, het doktersinstrument bij uitstek, ondersteunt deze interpretatie. De stethoscopen zijn eveneens gemaakt van medische rubber slangen en kunststof hulpstukken. Ook zij vertakken zich en ze worden even fijnmazig als de bloedsomloop. De grens tussen de luisterende arts en het lichaam van de patiënt lijkt te zijn opgeheven. Daar komt bij dat de oorstukken van de stethoscopen zijn vervangen door glazen bollen die er prachtig uitzien maar die dit apparaat ook onbruikbaar maken. Zo ontstaat een beeld van dove, blinde wetenschap die ons lijf binnendringt.

Aan de buitenkant van de galerie laat Verkerk zien hoe de toekomst er uit kan zien als wij deze wetenschap de vrije hand laten. Daar hangt een lange reeks zorgvuldig ingelijste kleine collages. Het lijken klassieke botanische en natuurschilderingen maar het blijken afbeeldingen van mutanten. Kevers met vlindervleugels, muizenstaarten en snorharen van regenworm.

Het werk van Verkerk is door zijn bescheidenheid op het eerste gezicht veeleer poëtisch dan politiek. Het belang van de thematiek openbaart zich pas na rustig bestuderen. Zoals hierboven beschreven, ontleent haar werk zijn betekenis niet alleen aan vorm en materiaal maar ook aan de manier waarop de beelden elkaar aanvullen en versterken. Bovendien draagt het gebruik van authentiek medisch meubilair, van het witte instrumentkastje maar ook van een rijdende instrumenttafel en een oude brancard, op een bijzondere manier bij aan de kracht van deze beelden. De vertrouwde en beladen meubels roepen gemakkelijk herinneringen op aan eigen of andermans ervaringen met de medische praktijk. Anders gezegd: de in de tentoonstelling afwezige scharen, scalpels en pincetten dringen zich toch op en herinneren aan het rauwe leven dat zich rondom de galerie in behandel- en ziekenkamers afspeelt. Echt bloed en echte pijn zijn niet ver weg.

LIFE LINE
Lisette Verkerk
t/m 15 juni 2008

Galerie LUMC
Albinusdreef 2, Leiden
www.galeries.nl/lumc

Lisette Verkerk, STIL, 2006
Lisette Verkerk, MY LAB, 2007