Voor de derde keer organiseerde Fundament Foundation in De Oude Warande in Tilburg deze zomer de Lustwarande. De locatie van deze tentoonstelling is uniek: De Oude Warande is namelijk het best bewaarde barokke bos én het enige sterrenbos in Nederland. Kenmerkend voor een sterrenbos is dat de lanen vanuit het middelpunt recht naar de randen van het bos lopen. Het vierkante bos wordt dus doorkruist met paden die in het midden op een cirkel uitkomen. Elk kwadrant heeft een geometrische basisvorm, respectievelijk een vierkant, een ruit, een achthoek en een cirkel. Dit lijkt misschien een overzichtelijke en strakke indeling, maar als bezoeker raak je al snel gedesoriënteerd.
De ondertitel van dit jaar, Wanderland, doet het desoriënterende kader van de tentoonstelling eer aan. Op Lustwarande 08 kan de bezoeker ronddolen in een bos met groteske en vreemde sculpturen, soms afgewisseld door aangename beelden.
Naar sommige sculpturen moet je echt zoeken, anderen springen al van ver in het oog. De meest bescheiden en tegelijk de meest wonderlijke bijdrage is Forest People (2008) van de Koreaanse kunstenaar Ham Jin (1978). Diens bosmannetjes zijn met het blote oog bijna niet te ontwaren, en ook met de bijgeleverde verrekijker nog slecht te zien. Wat op het eerste gezicht lijkt op knobbels op de takken, blijken de onderkomens van de mannetjes te zijn. Met minuscule trappetjes zijn ze met elkaar of met takken verbonden. Maar zelfs door een loep is het nog lastig de onooglijke nanowezentjes waar te nemen. Ham Jins verbeelding van het groteske in minuscuul formaat is uiterst origineel: als toeschouwer word je geregeld door het groteske overdonderd. Hier is het een beloning voor goed kijken.
De nederzetting die kunstenaar David Bade (1970) in De Oude Warande heeft geconstrueerd, is niet te missen: het is een invasie van grillige, cartooneske pur- en piepschuimen figuren. Anders dan de andere 23 kunstenaars liet hij zich door een sociale functie van het bos inspireren in plaats van door de natuur. De Oude Warande was van oorsprong namelijk een lusthof, een park of tuin die door haar schoonheid de zinnen prikkelde en waar mensen zich ter vermaak en ontspanning konden terugtrekken. De afstotelijke en banale figuren uit Bades beeldengroep Treedancing (2008) contrasteren met deze oorspronkelijke waarde van het lusthof en confronteren de toeschouwer met de zeer letterlijke functie die het park nu heeft als lustbos. Bade haalde de cruising areas van het bos uit de verborgenheid en toont ons seksueel beladen wezens van goedkope restmaterialen die de sparren omringen en waarvan sommigen als paaldansers aan de bomen hangen.
Een meer romantische benadering van De Oude Warande komt van de Franse kunstenaar Vincent Olinet (1981). Zijn werk Pas encore mon histoire (2008) is een sprookjesachtig hemelbed met witte gordijnen en transparante, blauwe en roze voile. Het drijft in de vijver en wordt zachtjes met de wind meegevoerd op het water. Het lijkt uit De Efteling te zijn weggenomen, zo sprookjesachtig zoet ziet het eruit. De titel doet echter vermoeden dat het niet enkel een romantisch sprookje is. Olinet lijkt met dit werk te willen verwijzen naar de vergankelijkheid van romantische clichés. Als je beter kijkt, zie je namelijk dat aan de pastelkleurige stof algen kleven. Naarmate de sculptuur langer in de vijver drijft, zal ze steeds meer door weersinvloeden en door de natuur worden aangetast.
De vergankelijker wordende huid valt ook op bij andere werken van Lustwarande 08. Slechts enkele kunstenaars hebben voor deze buitententoonstelling beelden van roestvrij staal of brons gemaakt. In een tijd dat duurzaamheid centraal staat in ontwikkelingen op gebieden als design en architectuur toont de Lustwarande werk van kunstenaars die juist minder duurzame en vergankelijke materialen gebruiken, zoals purschuim, textiel en plastic. Sommige sculpturen lijken zelfs al in staat van ontbinding te zijn. Zo heeft de Duitse kunstenaar Michael Nitsche (1961) voor Wanderland twee levensgrote sculpturen van een aap en een haai gemaakt, waarvan de huid lijkt af te druipen. De afzichtelijke aap grijnst de toeschouwer toe, terwijl hij zich op afgehakte olifantenpoten probeert voort te bewegen. De haai hangt in de bomen en doet sterk denken aan de haai op sterk water van Damien Hirst. Maar anders dan Hirst die het beest conserveerde, ziet de haai van Nitsche eruit alsof die naar verloop van tijd helemaal verschrompelt. Nitsches figuren zijn als een verschrikking in een sprookjesbos.
Meer grimmige figuren in het Wanderland zijn de twee bronzen krijgers Der Kämpfer de Large en Die Kämpferin de Large (2008) van Jonathan Meese (1970). Op het eerste gezicht zien ze er afstotelijk en agressief uit. Toch word je naar de beelden gezogen, doordat alledaagse voorwerpen in de huid zijn verwerkt: een citruspers, een pilotenbril, een kunstgebit, een pistool, lege medicijnenstrips en spijkers. Zo geeft Meese zijn sculpturen een interessante spanning.
Alledaagse voorwerpen vormen ook de basis voor de centrale sculptuur in De Oude Warande, van de Indiase kunstenaar Subodh Gupta (1964). Vanuit vrijwel elke laan in het sterrenbos is zijn zilveren meteoriet te zien. Van dichtbij zie je dat de sculptuur geheel uit keukengerei bestaat. In deze editie van de Lustwarande, waar het groteske de boventoon voert, is Gupta’s bijdrage een van de weinige werken van een meer traditionele, bijna geruststellende esthetische kwaliteit.
Deze derde editie van Lustwarande is Fundament Foundation er weerom in geslaagd om interessante recente ontwikkelingen in de hedendaagse internationale sculptuur te tonen. De tentoonstelling pretendeert niet een compleet overzicht te bieden van de contemporaine beeldhouwkunst, maar nodigt de bezoeker uit tot een dwaaltocht door deze discipline met De Oude Warande als inspirerend tentoonstellingskader.
LUSTWARANDE 08 – WANDERLAND
t/m 28 september 2008
Met o.a. Ham Jin, David Bade, Vincent Olinet, Michael Nitsche, Jonathan Meese en Subodh Gupta
Park De Oude Warande
Warandelaan, Tilburg