Graduation Show Gerrit Rietveld Academie: Ophouden er te zijn

Janna Reinsma


Veertien deelnemers, jong en oud, namen dit jaar deel aan de eendaagse masterclass die Lucette ter Borg – kunstcritica van
NRC Handelsblad – tijdens de jaarlijkse eindexamens van de Rietveld Academie geeft. De deelnemers – kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en museumprofessionals – zwermden uit over de presentaties van ruim 150 afstuderende kunstenaars. Dertien deelnemers leverden op tijd hun bijdragen in – vaak een tweede, herschreven versie.
De beste twee bijdragen zijn van Janna Reinsma en Peter Thissen. In haar recensie
 Ophouden er te zijn vergelijkt Janna Reinsma op mooie wijze twee onvergelijkbare grootheden.

Op de gigantische Rietveld-eindexamenexpositie, waar dit jaar meer dan honderdvijftig studenten afstuderen, bezoek ik het werk van de vijf allerkleinste afdelingen: keramiek, glas, DOGtime IDUM, sieraden en beeld & taal. De laatste twee bevinden zich aan de tegenoverliggende uiteinden van een lange gang, maar ik tref er twee opvallende werken die meer gemeen hebben dan op het eerste gezicht lijkt. Niet alleen zijn het beide multimedia-installaties, ook onderzoeken ze elk op hun eigen manier het thema van verdwijnen of niet meer zijn. Madelief Geus (1994), student ‘Jewellery: Linking Bodies’, speelt met het wissen van portretfoto’s, die vervolgens voortbestaan als een soort nabeelden of vermoedens van mensen. Marianne van Aperen (1993), student Beeld en Taal, doet juist een poging iemand te behouden of te evoceren die er niet meer is.

Hoewel de zes grote bewerkte fotoportretten van Madelief Geus meteen in het oog springen, valt iets anders misschien nog wel meer op: het geluid. Het klinkt alsof er met een mesje over papier wordt geschraapt, of met een muntje over een kraslot. Maar het klinkt minder gehaast dan het gretige gekras van iemand die snel rijk wil worden, ritmisch ook, zacht maar doordringend.

De fotoportretten zijn uitvergrote prints van pasfoto’s die ooit bij toeval in het bezit van Geus kwamen, een flinke collectie Duitse portretjes van de jaren dertig tot en met negentig, waarvan ze er voor dit project zes uitkoos. Geus schraapte de foto’s af met schuurpapier, maar behield wel de herkenbaarheid van de gelaatstrekken. Het effect doet denken aan een gedetailleerde linosnede. Wat het werk iets spookachtigs geeft, is het contrast tussen de door de schuurarbeid onherkenbaar gemaakte gezichten en de hyperrealistische, verder onbewerkt gelaten kapsels, kleding en achtergronden.

Madelief Geus ‘Res Nullius – An Ownerless Identity’ (2018)

Tegenover de zes foto’s vindt de bezoeker evenzoveel kleine, mooi uitgelichte glazen stolpjes. Ze herbergen het residu van al dat schraapwerk: zes bergjes poeder, grijzig van kleur, elk hoopje een net iets andere tint. Stof zijn we en zullen we zijn.
De foto’s en het stof maken deel uit van een vrolijk aandoende installatie, die verder bestaat uit een Gispenbureau vol lades met voorlopers van dit project, een tv’tje met daarop het gefilmde schuurproces en een kleurrijke slinger van fotootjes. Het voelt als een creatieve viering van de anonimiteit. Toch beklijft een licht unheimisch gevoel. Die huid, dat is mooi wel onze verpakking hier op aarde. Zonder zijn we onherkenbaar, zijn we het niet meer zelf, zijn we er niet meer. Het is maar een dun draadje waar we aan hangen, en Geus knipt dat vrolijk door.

Madelief Geus ‘Res Nullius – An Ownerless Identity’ (2018)

Uiteraard is de lichte beklemming die van haar werk uitgaat geen toeval. Het werk heet Res Nullius – An Ownerless Identity, refererend aan de pasfoto’s. Deze foto’s zijn ooit bij het vuilnis aangetroffen en daarom niemands rechtmatige eigendom meer. Res nullius is een heuse juridische term: ding van niemand. Zo roept het werk niet alleen interessante actuele vragen op over privacy en portretrecht, maar ook de vraag hoeveel er van je over moet zijn om nog een beetje te bestaan. Wanneer ben je echt verdwenen? Hoeveel kun je van iemand schrappen zonder dat iemand ophoudt zichzelf te zijn?

Marianne van Aperen maakte in haar titelloze afstudeerwerk een haast omgekeerde beweging. Ze probeert juist iemand te behouden of op te roepen die uit haar leven verdwenen is. Toen ze negen was, overleed haar twaalf jaar oudere broer bij een noodlottig ongeluk. Hij viel van een dak. Zijn gezicht raakte dusdanig beschadigd dat haar moeder haar ervoor behoedde hem nog te zien. Van Aperen onderzoekt haar herinneringen aan deze geliefde broer (had hij groene ogen of toch grijze?) met een volledig witte, zaalvullende installatie, en een poëtische performance in diezelfde ruimte, waarin ze met haar broer in gesprek gaat. De door zomerzon belichte zaal staat vol papieren werk. In het midden een horizontaal hangend plateau, een soort groot tafelblad, met daarop talloze gevouwen witte en gebroken-witte huisjes. Veder witte maquettes van een woning en een wit hangend werk met gezichten van aan elkaar geborduurd papier – bij eentje ontbreken er een aantal snippers. Er hangen lege kozijnen, er klinkt een lieflijk pianodeuntje op de achtergrond.

Marianne van Aperen ‘Z.T.’ (2018)

In een prachtig slotmoment van haar performance laat Van Aperen (geholpen door een assistent) het blad vol gevouwen huisjes heel langzaam neerstorten. Ritselend glijden de huisjes naar beneden, elkaar meeslepend in hun val, nu eens een paar, dan een hoop tegelijk, tot er niets meer over is. Het is een val die alles meetrekt, die ook het uitzicht over de tientallen daken verbeeldt dat de broer ooit gezien moet hebben.
Die minimalistische huisjes hebben, al of niet opzettelijk, geen ramen of deuren. Niets waar een mens úit zou kunnen vallen. Zo lijkt Van Aperen haar broers noodlot niet alleen te verbeelden, toch ook behoedt ze hem. Ze borduurt de snippers van zijn gezicht weer aan elkaar, voor zover dat mogelijk is. ‘Er zijn families die hun overledenen langer in huis houden dan wij,’ zegt Van Aperen tijdens haar optreden, doelend op foto’s en andere fysieke aandenkens. Toch zullen we de pasfoto van haar broer niet snel bij het vuilnis tegenkomen. Ze houdt haar broer veilig binnen.

Performance van Marianne van Aperen in het werk ‘Z. T.’ (2018)

De Graduation Show Gerrit Rietveld Academie duurt tot en met zondag 8 juli. Openingstijden: vrijdag 11-21u, zaterdag 11-20u, zondag 11-16u. Frederik Roeskestraat 96, Amsterdam