Luuk Wilmering speelt vaker wel dan niet de hoofdrol in zijn werk, dat bestaat uit installaties, fotowerken, collages, audio- en boekprojecten. ‘Toch niet weer zo’n kunstenaar die zijn navelpluis aan het publiek presenteert als zijnde de oorsprong van het leven’, hoor ik u denken. Niets van zulks! Wilmering speelt een personage: een kunstenaar om precies te zijn. Vanuit dit personage beschouwt hij zijn kunstenaarspraktijk en, met bijzonder veel aandacht, de wereld om zich heen.
Wilmering heeft een goed oog voor het dagelijkse, voor de schoonheid van merkwaardigheden. Het boekje The man who never experienced anything is opgebouwd uit zwart-wit foto’s en een enkel citaat – een beetje als een fotoroman – en het beschrijft een dag uit het leven van het personage ‘kunstenaar’, tevens de verteller. Hij verslaat zijn dag nauwkeurig, zonder dingen over te slaan. Esthetiek en spektakel zijn afwezig, in zowel woord als beeld.
De eerste foto toont de gordijnen, donkere gordijnen, in zijn slaapkamer, waar het licht maar moeilijk doorheen lijkt te komen. Het roept terstond herinneringen op aan mintgroen geschilderde dakkapellen en goedkope zilverkleurige luxaflex van de bouwmarkt. Aan momenten waarop ik met aandacht en bewustzijn aan de nieuwe dag begon, niet geplaagd door kwelgeesten en andere aan werk of huishouden gerelateerde zaken.
Op een van de volgende foto’s is een van linksonder aanschouwd eenvoudig Hema reiswekkertje te zien dat half elf aanwijst. De foto wordt vergezeld door de droge constatering ‘I awoke unexpectedly early.’ Wilmering speelt duidelijk met het vooroordeel dat kunstenaars lui zouden zijn. Maar wie zegt dat hij niet op een vlaag inspiratie de gehele nacht heeft doorgewerkt?
Om elf uur begint de dag dan echt met het poetsen der tanden en het zetten van een kopje thee: ‘The day was full of promise.’ Niettemin volgt kort daarop de eerste tegenslag: het brood is op. Hop de deur uit, een van wanden tot plaveisel uit bakstenen bestaand steegje in, hindernissen van gebroken glas ontwijkend, en op weg naar de supermarkt. Kunstenaar maakt van de nood een deugd en besluit van de zon te genieten in plaats van zich terug te spoeden naar huis om zijn zojuist gekochte brood te nuttigen. Wat is genieten? Vitrines, etalages, uitstallingen op een markt, een ontblote schouder van een passante, oersaaie veterschoenen.
Het ‘decor’ is duidelijk dat van Wilmerings eigen huis met gebloemd Kitsch Kitchen tafelzijl en Bon Maman confituur. Ook zijn woonplaats Haarlem is prominent aanwezig. Die elementen verraden dat het spel is en houden je voortdurend scherp voor het metaniveau, maar ze zeggen ook iets over hoe ook luxe jam geen oplossing is voor afwezige inspiratie en zwaarte in de morgen.
Tijdens het plukken van een madeliefje overvalt hem de troostende gedachte dat alle dagen eender zijn. Bij het vinden van bramen om tussen zijn boterhammen te stoppen wordt hij overweldigd door geluk. Hongerige eenden die hem van bijna al zijn brood beroven interpreteert hij als een teken: ‘Is this what a man like me can expect?’. De emotionele dag eindigt in bed, terwijl het buiten nog licht is.
The man who never experienced anything is een weinig spectaculair verhaal dat op meerdere niveaus gelezen kan worden. Het kan beschouwd worden als droog verslag, maar ook, en dat is volgens mij de bedoeling, als commentaar op het leven als kunstenaar. Enerzijds als illustratie van het zwarte gat waar iedere kunstenaar vroeg of laat een keer mee te maken krijgt. Tegelijk is de kunstenaar niet klein te krijgen zoals hij zijn genoegen put uit alledaagse bijzonderheden.