Beauty

Roos van der Lint
An-Sofie Kesteleyn, A LAMB NAMED BEAUTY (2007-heden)

Twee meisjes met rood haar staan naast elkaar in het gras tussen de madeliefjes, half in de schaduw, half in de zon. Ze zijn verkleed als prinsesjes, de een in een roze, de ander in een blauwe jurk, afgezet met bonten en kanten rouches. Hun handen houden ze kuis in elkaar gevouwen, voor hen in het gras ligt een roze kroontje. Het glazuur van je tanden staat op springen bij het zien van zoveel zoetheid.

De jonge fotografe An-Sofie Kesteleyn (1988) zag de destijds tienjarige tweeling Gwendolyn en Kimberly buiten spelen en raakte gefascineerd. Niet alleen door hun rode haar, maar vooral door de liefde voor elkaar die zij herkende. Kesteleyn, in 2011 afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten in Gent, fotografeerde de meisjes door de jaren heen. Soms afzonderlijk, maar meestal samen. In De Brakke Grond hangt een selectie van de serie met de hartverwarmende titel A lamb named Beauty. Deze snoezige meisjes hebben namelijk ook nog een lammetje, genaamd Beauty, en poseren voor Kesteleyns camera met konijnen, honden, poesjes, kuikentjes en een duif.

De Amerikaanse fotografe Diane Arbus (1923-1971) toonde met haar beroemde foto Identical Twins, Roselle, New Jersey (1967) dat mensen nooit precies hetzelfde zijn, ook tweelingen niet. Ondanks de witte kraagjes en banden in het identiek gekapte haar lijkt de tweeling door Arbus’ lens namelijk helemaal niet op elkaar. Waar de ogen van het ene meisje wijd open staan en haar mondhoeken een voorzichtige glimlach vormen, hangen de oogleden van haar zus chagrijnig naar beneden. Het commentaar van de vader van de tweeling op de foto is veelzeggend: “We thought it was the worst likeness of the twins we’d ever seen.”

De vergelijking tussen de eeneiige tweeling in de foto’s van Kesteleyn is niet tegen te gaan. Gwendolyn en Kimberly, Kimberly en Gwendolyn – de foto’s in De Brakke Grond zijn niet voorzien van titels – lachen en fronsen los van elkaar. Een glimlachend meisje heeft haar arm door die van haar serieuze zus gestoken en houdt haar hand vast. Terwijl je door de twee expositieruimtes in De Brakke Grond loopt groeien de meisjes langzaam op. Waren ze eerst opvallend vaak naakt, later dragen ze bikinibroekjes met pijpjes wanneer ze liggen te zonnen op een handdoek. Als ze ouder zijn verdwijnen de sproeten achter make-up. Nog later zien we helemaal geen gezicht meer, alleen het rood van het haar en een grote rookwolk uit de mond van een van de meisjes. Twee lichtbakken op het eind tonen de meisjes nu, met diepe decolletés.

“Je moet niet naar mensen kijken als naar zoekplaatjes” schreef Erik Jan Harmens in zijn gedicht Heel dat op een muur van de tentoonstellingsruimte staat geschreven. Het is lastig om het ‘zoek de verschillen’-perspectief los te laten, maar dat levert wel wat op. De wereld waar de meisjes in leven bijvoorbeeld, die Kesteleyn met het maken van de portretfoto’s ook vastlegde. Op een foto waarin de meisjes in onderbroek op de bank liggen zien we tevens wat er op de salontafel ligt: haarborstels, afstandsbedieningen en een fles zonnebrandcrème. Het beeld van een snikhete zomerdag doemt op: te warm om naar buiten te gaan, met de gordijnen dicht televisie kijken.

Op een andere foto zit een meisje in een roze pyjama op haar bed Beauty de fles te geven. Ze houdt de speen van de fles geconcentreerd in de gaten en kijkt of het dier wel goed drinkt. Als je je ogen van dit bijna religieuze beeld los kunt weken is daar het decor van een tienerkamer; cd’s, spijkerbroeken op een hoop, een berenknuffel. Fascinerend is de rij Furbies op een plank. Weet u nog, de Furby? Dat pluche robotdier dat je moest knuffelen, kietelen en kon laten slapen door je handen voor zijn oogjes te houden? Geïntroduceerd in 1998, met lege batterijen datzelfde jaar nog opgeborgen of weggegooid? De verstreken tijd staat bij de meisjes verzameld op een plank.

De tweeling gaf hun lammetje de naam Beauty, maar het is niet schoonheid waar het in de foto’s van Kesteleyn om draait. Ze ontving voor A lamb named Beauty de Zilveren Camera 2012 in de categorie Portretten. Eerder maakte ze American Portraits, een fotoserie met Amerikaanse kinderen. Het is ook hier niet het verontrustende beeld, zoals we gewend zijn in de hedendaagse documentairefotografie, maar het vastleggen van de ontroerende alledaagsheid van de tienertijd waar Kesteleyn zich mee onderscheidt.

Maar dan, in de jaarlijkse fotobijlage Observatorium schrijft De Volkskrant over A lamb named Beauty: “Hun wereld stortte in toen ze drie jaar geleden naar aparte internaten werden gestuurd.” Een internaat, het schrikwoord van iedere puber. Niets van gezien op de tentoonstelling. En het wordt nog erger. De moeder van de tweeling vertelt in een interview met de krant dat de meisjes een slechte jeugd hebben gehad, met een vader die hen misbruikte en nu een niet geringe gevangenisstraf uitzit. Waarschijnlijk heb ik het romantische beeld van twee prinsesjes met een lammetje nu ook voor u met de grond gelijk gemaakt. Waarschijnlijk vond de fotografe het toch nodig dit verhaal bij de serie te laten verschijnen: de bijlage kun je in De Brakke Grond gratis meenemen. Weg onschuld. Een nieuwe werkelijkheid verschijnt, een omgeving die wegviel op de foto’s van Kesteleyn, maar die toch al die tijd bestond.

Wat is er gebeurd met Beauty? Het lammetje staat nu als dik schaap in de wei, geportretteerd op een lichtbak in De Brakke Grond. Ouder worden is een eenzame aangelegenheid en beauty is daarbij niet het eerste woord dat in je opkomt.

An-Sofie Kesteleyn, A LAMB NAMED BEAUTY (2007-heden)
An-Sofie Kesteleyn, A LAMB NAMED BEAUTY (2007-heden)