Het buurtje heet ‘Het Spiegelkwartier'. Op de vroege zondagmiddag wordt het gefrequenteerd door het deel van de natie dat het materieel goed getroffen lijkt te hebben. Zo op het oog afkomstig uit Het Gooi, Aerdenhout en omgeving, en ook nog wat buitenlandse toeristen die hun best doen om in zo kort mogelijke tijd zo vaak mogelijk net niet de fietsende grachtengordelbewoners te worden overreden.
Het heet hier de Nieuwe Spiegelstraat. En inderdaad: weinig echt ouds. Een galerij met een enkele souvenirshop, een kapper, wat geupgrade Waterloopleinuitbaters en een galerie die ‘Lieve Hemel' heet, maar die na een blik op de uitbundig uitgestelde handel van Livio de Marchi ook heel goed ‘Mijn God!' had kunnen heten. Aan de overzijde twee grijze deuren, ingeklemd naast een designshop en een op dit tijdstip gesloten restaurant dat ‘Pasta e Basta' heet. De grijze deuren geven toegang tot De Appel, zo valt te lezen op een bordje ernaast. En gelukkig wordt het in een klein lettertje op het glas al snel duidelijk dat het hier gaat om een ‘Centrum voor hedendaagse kunst'. Naar binnen dus.
Achter in de merkwaardige hal, een soort vide, een soort portiersloge. Veilig opgeborgen achter glas zitten twee vriendelijke kids van het type bijklussende eerstejaars kunstgeschiedenis. Ze zijn uitbundig in de weer met thermoskannen, thee. Er staat ook een fles melk. Na overlegging van twee gulden en vijftig cent, ontvangt de bezoeker van De Appel een kaartje en een stralende glimlach. Gewezen wordt op een informatievel op de balie: "Persbericht" staat er boven. Dat treft. Want ik ben een beetje van de pers vandaag.
Achter het hokje bevinden zich een kapstok en een aantal kluisjes. De jas kan worden veiliggesteld door middel van een ingenieuze, met een sleuteltje beveiligde tepelklem. De kluisjes zitten allemaal hermetisch op slot.
Terug naar de vide en vandaar linksaf de trap op. Links en rechts ruimten met installaties die verstoord worden door de aanwezigheid van een enkele bezoeker. Ze dralen wat, sommige kijken naar een videoscherm. Ernstige gezichten. Maar het ‘persbericht' meldt niet voor niets dat de gastconservator van dienst een "gelegenheid om vragen ter discussie te stellen" heeft willen creëren. En bij zoiets passen natuurlijk ernstige gezichten.
Het mooie van De Appel is, los van de kunst die er te zien is, de menselijk maat. Ernstige kunst in een vriendelijke verpakking. Hier slaat de beruchte museummoeheid niet toe na de vierde of de vierentwintigste zaal, hier geen klossende, piepende of in portofonen reutelende bewakers. Hier past de kunst op zichzelf. In een goed onderhouden, verzorgde omgeving.
Het kijken is hier core-business. Want aan flauwekul doet De Appel niet. Er is geen boekwinkel, geen restaurant. De kids achter het glas hebben wel stapeltjes catalogi in de verkoop, maar uit niets blijkt dat Appel of kids het fijn vinden als je er eentje zou kopen. Ook blijkt er een doorgang te zijn naar ‘Pasta e Basta' maar die is voorzien van een onneembaar stalen rolhek. Behalve rustig naar kunst kijken, kun je in De Appel eigenlijk alleen maar een plas doen en rustig je handen wassen. In een prettig ruikende WC. Zonder graffitti (!), maar met een ruime voorraad WC-papier, handdoekjes van hetzelfde materiaal en een goed gevulde pompflacon Nivea Bath Care zeep.
Met geurige handen sta ik weer buiten. Het lukt niet om nog een laatste glimlach van achter het glas los te peuteren. Niettemin tevreden wandel ik de Keizersgracht af om bij Walem een broodje te gaan eten. Daarna misschien nog een boekwinkel.
Aantrekkelijkheid gebouw ****
Onthaal, onvangst kassa ****
Garderobe **
Houding overig personeel n.v.t.
Informatiemateriaal (infobladen) **
Bijschriften **
Zaalteksten *
Restaurant n.v.t.
Boekwinkel n.v.t.
Toiletten *****
Onderhoud algemeen (schoon/vuil) ****
Bereikbaarheid ****