Geluidswandelen als remedie tegen de dagelijkse routine

Stefan de Graaf

‘Recht voor u ligt Amsterdam-Noord’, wordt me verteld. ‘Ga hier het water in en zwem naar de overkant. Druk daar op de knop voor track twaalf’, vervolgt de stem. Het geluid van bewegend en opspattend water is hoorbaar, waarna een andere route wordt voorgesteld: ‘Of loopt u onder de kraan door de kade af en luistert u, terwijl u doorloopt, naar het verhaal van Hermien Buyse.’ Ik besluit de tweede route te volgen. De stem is de gids in één van de acht audiotours die door Stichting Soundtrackcities werden geïnitieerd en door diverse kunstenaars – theatermakers, filmmakers, beeldend kunstenaars, sonologen en componisten – werden vormgegeven. De wandelingen dienen te worden gelopen met een halfopen hoofdtelefoon, zodat de geluidstracks zich vermengen met het omgevingsgeluid.

Soundtrackcity wil bijdragen aan de erkenning van de geluidswandeling als kunstvorm. Daarmee sluit het aan bij eerder ontwikkelde kunstzinnige audiotours, zoals een reeks wandelingen door Den Haag, bekend als De geluidswandelingen. Andere voorbeelden zijn Hoor de bomen van Justin Bennett, waar het meestal onhoorbare geluid van bomen hoorbaar wordt gemaakt, of de gedramatiseerde geluidswandeling voor twee personen door Amsterdam van Bert Kommerij, Screened. Wat opvalt aan deze keur aan audiotours is de diversiteit in achtergrond van de makers – variërend van radiomaker, theatermaker tot geluidskunstenaar – die ook terug te vinden is in de wandelingen van Soundtrackcity. Verken Amsterdam als documentaire, drama, hoorspel of soundscape én met jezelf in de hoofdrol.

In de jaren vijftig schreef Guy Debord (1931-1994), voorman van de Situationistische Internationale, over de dérive, een speciale vorm van (stads)wandelen, bedoeld als tegengif tegen de op spektakel beluste maatschappij. De kern ervan is dat je de stedelijke omgeving al wandelend verkent en de routine van alledag daarbij tijdelijk achter je laat, ook in gedachten. In het alledaagse leven, zo gaf Debord aan, worden de verschillende effecten van de omgeving op de mens – door de situationisten psychogeografie gedoopt – en het karakter van specifieke locaties meestal (onbewust) geminacht en genegeerd. De dérive biedt voor deze afvlakking een remedie: door het moment voorop te stellen wordt ruimte gemaakt voor een verhoogd omgevingsbewustzijn en word je je gewaar van de effecten van de omgeving op je emoties, gedachten en handelen. De dérive kent geen van te voren vastgelegde route. De route wordt bepaald door te wandelen van ambiance naar ambiance, waarbij je eigen fascinatie of afkeer voor nieuwe spots steeds de richting bepaalt.

Eén van de tochten waarbij het concept van de dérive als leidraad dient is Zuidas symphony. Deze geluidswandeling maakt je bewust van de verscheidenheid in ambiances en geluidssferen: van de schel echoënde akoestiek van de kantooromgeving tot de gedempte en intieme akoestiek van het nabijgelegen bosrijke gebied, het Beatrixpark. Zuidas symphony is een oefening in het onbevooroordeeld luisteren naar alledaagse geluiden en een bewustwording van de auditieve omgeving. Maar de wandeling is ook meer. Met de gevatte en cultureel onderlegde gids – geluidskunstenaar Justin Bennett – wordt ook het bestaansrecht en de identiteit van de Zuidas, met z’n veelzijdige en hoogmoedige aspiraties, onder de loep gelegd.

De wandeling Het einde van de wereld, waarin het oostelijk havengebied van Amsterdam wordt verkend, gaat in op de metamorfoses die dit gebied heeft ondergaan sinds haar oorspronkelijke havenfunctie verdween, eind jaren zeventig. Waar in Zuidas symphony de aandacht wordt gevestigd op de verschillende locatiegebonden geluidssferen, heeft in Het einde van de wereld elke historische periode een eigen geluid. Zeemansliedjes op krakend vinyl, musique concrète bestaande uit havengeluiden, piepende kranen en scheepshoorns brengen de geschiedenis van de haven tot leven. Tijdens de daaropvolgende periode, waarin het gebied werd bevolkt door kunstenaars, nomaden en avonturiers, klinkt punk- en hardrockmuziek, terwijl het heden wordt begeleid door een ritmisch geluid dat gelijke tred houdt met het wandelen. Op speelse wijze wordt door een combinatie van geluiden, muziek en interviews de omgeving tot leven gewekt, waarbij je je soms in een spagaat bevindt tussen de zichtbare actualiteit én de (historische) leefwerelden.

Een geluidswandeling met mp3-speler of iPod op je hoofd is een ander soort wandeling dan in de tijd van Debord kon worden gemaakt, maar de kern van de dérive als bewustwording van de omgeving blijft overeind. Of dit nu de historie van een plek betreft of de actuele ambiance die je omringt. Op zijn best verhoogt de geluidswandeling je omgevingsbewustzijn. Daar is zowel Zuidas symphony als Het einde van de wereld goed in geslaagd. Zo ook De meiden van De Meeuw (Amsterdam-Noord), waar kinderen over zichzelf en over de buurt vertellen en de wandelaar een frisse en onvervalste kijk geven op de buurt, of Down by the riverside (langs de Amstel) waar verschillende bewoners een eindje met je meelopen waardoor je dit gebied steeds vanuit een ander perspectief bekijkt.

Dat een aantal wandelingen van Soundtrackcity minder slaagt in het verhogen van je omgevingsbewustzijn blijkt uit Autochtuin (Osdorp) en ‘Nieuwe’ geschiedenissen (IJburg). Hoewel de ideeën die aan deze geluidstours ten grondslag liggen tot de verbeelding spreken, hebben beide tochten iets gekunsteld en zijn daardoor indirect en minder sprekend. In Autochtuin wordt de variëteit aan inheemse en uitheemse flora opgevat als illustratie van multiculturaliteit in een wijk als Osdorp, maar het betrekt je daarmee eerder bij het gegeven multiculturaliteit dan bij de omgeving. Het nieuwe en daardoor nog nauwelijks geleefde IJburg wordt in ‘Nieuwe’ geschiedenissen via persoonlijke annotaties – die in plaats van over bewoners te gaan, de ‘vestiging’ van diverse vogelsoorten beschrijven – op de kaart gezet. Het richtingloze karakter van deze wandeling en de ononderbroken en zeer aanwezige soundtrack verhinderen je om de locatie te ervaren.

De geluidswandeling is bij uitstek een multidisciplinaire kunstvorm; het verbindt niet alleen de virtuele wereld met de ‘echte’ wereld en het kunstzinnige met het alledaagse, maar het stelt – zo laat Soundtrackcity zien – ook kunstenaars uit verschillende disciplines in staat om met elkaar samen te werken en tot een geïntegreerd kunstwerk te komen. Daarnaast is het een vorm van locative media wanneer het een interactie aangaat met de fysieke omgeving en daarmee locatiebewust ingezet wordt. Soundtrackcity en andere geluidswandelingen laten zelfs zien dat begrippen als locative media en augmented reality (het samenvallen van de virtuele en de ‘echte’ realiteit), die meestal in één adem worden genoemd met ‘locatiebewuste’ technologieën zoals GPS, RFID of de techniek van image recognition, niet een gevolg zijn van het gebruik van een bepaalde techniek maar van de locatiebewuste kwaliteit van een werk. Projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van locative media leiden lang niet altijd tot een bewustwording van de ruimte of omgeving. Vaak spelen in deze projecten het annoteren of ophalen van locatiegebonden informatie een belangrijke rol. De geluidswandelingen van Soundtrackcity doen meer dan louter informeren en esthetiseren: in het beste geval stellen ze de perceptie en waarneming van de wandelaar centraal. Zodoende heb je niet alleen het idee dat je iets meer te weten bent gekomen over de omgeving, maar heeft ook je eigen perceptie – de manier waarop je kijkt en luistert – zich een beetje verruimd.

SOUNDTRACKCITY
Justin Bennett, Evelien van den Broek, Jeanne van Heeswijk, Mechtild Prins, Nienke
Rooijakkers, Duro Toomato, Peter Westenberg, e.a.

tenminste tot eind september 2011
Stichting Soundtrackcities
Veemkade 584 E, Amsterdam