Galerie Bimbo?

Rob Perrée

Ook dit blad ontloopt het probleem. Het loopt balkenendig achter de massa aan. Braaf verschijnen er in ieder nummer recensies van tentoonstellingen in galeries en musea. Braaf vertelt de schrijver wat hij vindt van het werk van de kunstenaar. Nooit lees ik dat de plaats zelf ter discussie wordt gesteld. Waarom zou dat werk in een galerie thuishoren? Waarom is de galerie of het museum een gegeven? Zijn er geen andere manieren van tentoonstellen? Manieren die misschien veel effectiever zijn? Manieren die veel meer recht doen aan de aard van het werk? Een goed voorbeeld is de tentoonstelling van Sophie Calle in het Centre Pompidou in Parijs. Er was in de pers terecht veel belangstelling voor. Calle is een eigenzinnige, interessante kunstenaar die al twintig jaar nieuwsgierig maakt. Haar werken zijn in feite verslagen in woord en beeld van een concept, een idee dat ze als een soort performance uitwerkt. Het resultaat zijn ingelijste foto's in combinatie met ingelijste teksten. De foto's zijn niet esthetisch, willen geen geraffineerde compositie zijn, ze registreren slechts. De teksten zijn ervaringen in woorden. Soms kort, meestal vrij lang. Naar haar werk kijken betekent ook haar werk lezen. Daarvoor is het museum of de galerie helemaal niet het meest voor de hand liggende medium. Een boek leent zich daar veel beter voor. Het is niet voor niets dat Calle van bijna al haar projecten boekjes heeft uitgegeven. Kunstenaarsboeken die het werk, de idee perfect overbrengen en tegelijkertijd een kunstwerk op zich zijn.

Het is terecht om Sophie Calle zelf aan te spreken op haar ambivalentie. Waarschijnlijk zijn haar motieven banaal. Een museum of een galerie is nu eenmaal een geaccepteerde presentatieplaats die daardoor beter uitbetaalt, letterlijk en figuurlijk. Die vanzelfsprekendheid, die arrogantie, verdient het onderuitgehaald te worden.

De Guerrilla Girls, een Amerikaanse groep naamloze kunstenaars die zich al vanaf de jaren tachtig manifesteert, heeft nooit primair voor het museale instituut gekozen. Ze duiken op, doen hun geëngageerde ding en verdwijnen weer. Ze hangen posters op publieke plekken of maken op andere manieren gebruik van de massamedia. Als ze al een museumtentoonstelling hebben, dan wordt dat altijd de context voor een gebeurtenis, een optreden, een aandachttrekkende performance. Zij beschouwen boeken als een geschikt middel om hun ideeën naar buiten te brengen. Hun laatste, het net verschenen Bitches, Bimbos and Ballbreakers, toont dat op een zeer energieke, zeer humoristische manier aan. Het laat zien dat de witte ruimtes van een museum of een galerie makkelijk gemist kunnen worden.

Het ligt in Nederland weer lekker om over de crisis van of in de musea te spreken. Hoewel ik denk dat dat vooral een crisis is van incompetente of autistisch opererende museumdirecteuren, zou ik het toch aanbevelenswaardig vinden om het instituut als tentoonstellingsplaats meer in die discussie te betrekken. Ik maak te vaak mee, dat middelmatige kunst wordt opgewaardeerd door het gebouw of dat kunstwerken aan kracht verliezen omdat ze verdwaald lijken in hun omgeving. Galeries en musea zijn niet heilig. Het zijn ook maar hulpmiddelen.

M' AS – TU – VUE, Sophie Calle, Editions Xavier Barral, Parijs, euro 49,90

BITCHES, BIMBOS AND BALLBREAKERS, The Guerrilla Girls, Penguin New York