In de benedenruimte van Club Solo toont kunstenaar, fotograaf, filmmaker en VJ Gerald van der Kaap drie trailers voor zijn nieuwe film Beyond Index. Een paar klapstoeltjes staan verspreid door de ruimte: om pilaren heen, tegen een wand, in een hoek. Ik neem de vrijheid er een op te pakken en net niet midden in de ruimte neer te zetten, zodat ik gemakkelijk mijn aandacht tussen de drie aanwezige projectieschermen kan verdelen.
Gerald van der Kaap is de twaalfde kunstenaar die in Club Solo oud en nieuw werk tentoonstelt in een door hemzelf gecureerde tentoonstelling. Van der Kaaps werk wordt vergezeld door een werk van kunstenaar Li Mu: A Man, A Village, A Museum – Qiuzhuang Project (2015). De keuze hiervoor komt voort uit een spannende samenwerking tussen Club Solo, het Van Abbemuseum en M HKA, waarbij curatoren van deze musea een werk kiezen als reactie op het tentoongestelde in Club Solo.
De drie schermen om mij heen worden bewandeld door verschillende personages in een Chinese stad, afgewisseld met beelden van de stad in beweging die doen denken aan een hedendaagse variant op de stadssymfonieën uit de jaren 20 en 30. De kalme, observerende shots van de stad vol neon- en tl-licht krijgen extra kracht door de afwisseling met korte fragmentarische scènes: een close-up van een huilende jonge vrouw, een beladen telefoongesprek, twee lichamen in een bed. Ook krijg ik een kijkje binnen de muren van wat lijkt op een kunstacademie. Wanneer een van de personages tape van een doek verwijdert en hiermee Zwart Vierkant van Kazimir Malevich onthult en even later een andere jongedame met een pot International Klein Blue lijkt te lopen, rijst het vermoeden dat er binnen deze muren bekende werken uit de kunstgeschiedenis worden gereproduceerd.
Veel expliciet narratieve informatie wordt er echter niet gegeven. De video’s dagen uit tot reflectie en projectie, het zoeken of creëren van een narratief aan de hand van de getoonde fragmenten, en ze zijn in dat opzicht totaal anders dan conventionele bioscooptrailers. De enige overeenkomst die de rustige sequenties hebben met conventionele trailers, is het fragmentarische karakter. Door de drie trailers bovendien in één ruimte te plaatsen, haalt Van der Kaap de video’s nog meer uit de context van de bioscoop. Er ontstaat zo een spel tussen documentaire en fictie, tussen de video’s in deze ruimte en dat waar de video’s naar verwijzen: de uiteindelijke film. Dit spel, dit nieuw ontstane werk uit verwijzingen naar het grotere geheel, werkt wat mij betreft perfect als trailer: zodra Beyond Index op het witte doek te zien is, zal ik zeker mijn opwachting maken.
Op de volgende verdieping staat mij een selectie van ouder (voornamelijk fotografisch) werk van Van der Kaap en de reactie daarop van het Van Abbemuseum te wachten. Li Mu’s Qiuzhuang Project heeft meer overeenkomsten met het werk van Van der Kaap dan het land waar het ontwikkeld is. Het project van Mu is uitgebreid: in zijn geboorteplaats in China kopieert hij moderne kunstwerken uit de collectie van het Van Abbemuseum van onder andere Sol Lewitt en Andy Warhol. Het resultaat bestaat uit een publicatie en video-installaties, waarvan maar een gedeelte in Club Solo aanwezig lijkt te zijn. Een televisiescherm toont twee fragmenten van Li Mu’s documentaire waarin we hem twee kunstwerken zien kopiëren op kleine gebouwen in het dorp en waarin hij een korte interactie heeft met een voorbijganger. Een paar schetsen van de betreffende kopieën in kleur op vier verschillende tafels en de publicatie van het project illustreren het werk zoals een trailer dat doet.
Zowel het werk van Mu als van Van der Kaap speelt met het reproduceren van bekende werken uit de kunstgeschiedenis en de invloed daarvan op maker en publiek. Daar waar Van der Kaap het onderzoek het fictieve in trekt, hanteert Li Mu een meer documenterende werkwijze. Hoewel deze verschillende werkwijzen op zichzelf interessant zijn, lijkt het hier getoonde werk van Li Mu als reactie toch net iets te voor de hand liggend om een dialoog aan te gaan met dat van Van der Kaap. Door de beperkte ruimte die het werk krijgt, komt het meer over als vergelijking dan reactie. Zonde, want Li Mu’s project intrigeert.
Ik laat mijn blik over Van der Kaap’s foto’s aan de muur glijden: portretten, was die op de balkons van een studentenverblijf in China hangt, een eindeloze verstrengeling van elektriciteitskabels. Ik kijk ernaar en denk aan een uitspraak van fotograaf Wolfgang Tillmans: ‘Information density nowadays is incredibly high. For that reason, only fragments can actually be processed. We might possess more absolute knowledge than ever before, but everything is fragmented—the same way hard drives save “fragmented” files. There is no longer a view of the totality, of the whole’. En toch ga ik op zoek naar een geheel, de fragmenten voorbij, en maak mijn eigen verhaal.
Beyond Index van Gerald van der Kaap is een kunstfilm over een studente die als bijbaantje Europese meesterwerken kopieert. Via de geheimzinnige Yves krijgt ze inzicht in de betekenis van de kunstwerken die ze naschildert. De film wordt naar verwachting getoond op het IFFR en de Berlinale.