Experimenteren in gedachten

Judith Spijksma
Sil Krol, PLATFORMS FOR CIVIL RESISTANCE (2012-ongoing) foto: Hristina Tasheva

De voormalige zuivelfabriek waar kunstinitiatief KIK (Kunst in Kolderveen) gehuisvest is, doet op dit moment dienst als tentoonstellingsruimte en artist-in-residence. Het is één van de Tijdelijke Binnenlandateliers gefinancierd door het Mondriaan Fonds. Edwin Stolk werkt hier aan zijn project Gedachte-Experiment: Het geluid van coöp. Fabriek De Venen (2014). In de zuivelfabriek zal Stolk de fabrieksgeluiden van weleer reconstrueren en opnieuw laten klinken. Om zijn project van context te voorzien stelde Stolk een tentoonstelling samen met eveneens de titel Gedachte-Experiment.

De titel van dit project heeft Stolk ontleend aan een methode die vaak in wetenschap en filosofie wordt gebruikt om nieuwe kennis naar voren te halen. De denkstappen die gemaakt worden (vaak in verhalende vorm uitgeschreven) zijn zo overtuigend en geven voldoende bewijs om het experiment niet in werkelijkheid te hoeven (of kunnen) uitvoeren. De verbeelding speelt dikwijls een grote rol in dit soort experimenten. Het is zo beschouwd een vorm van kennisproductie of een manier om een onderzoek verder te brengen. Tijdens het zien van de tentoonstelling wordt duidelijk waarom Stolk voor dit uitgangspunt gekozen heeft. Het biedt een kader waarbinnen een groot aantal kunstwerken nieuwe situaties voorstelt, bestaande structuren aanpast of een hypothetisch situatie voorlegt, inclusief de gevolgen.

In de tentoonstelling is het werk te zien van veertien kunstenaars. Het levert een diverse samenstelling van films, foto’s, schilderijen, performances en installaties op. De begane grond telt twee grote, van elkaar afgescheiden ruimtes. Bij binnenkomst in de fabriekshal is er relatief weinig te zien. Het kunstwerk hier is het residu van een performance van Marijn Ottenhof. Deze werd tijdens de opening gespeeld: een spelletje bingo in binaire taal (een getalensysteem dat bestaat uit uitsluitend enen en nullen). Nu zijn alleen de overblijfselen te zien: een bingorad met de balletjes één en nul, wat stoelen en tafeltjes. Omdat er alleen enen en nullen meedoen zijn de bingobriefjes ook gevuld met die getallen. De speler kan nu zelf kiezen welke één of nul hij doorstreept. Het toeval speelt een aanzienlijk kleinere rol in een toch al niet zo opwindend spel. Door het tientallig systeem te vervangen voor een binair systeem (enen en nullen), wordt het spel letterlijk een continue herhaling van zetten, waar iedereen de uitkomst van kan raden.

Een verdieping lager in de donkere kelder met half open ruimtes draait onder andere de film Harvest (2012) van Nir Nadler en Chaja Hertog. Zoals in het Bingo spel een aanpassing leidt tot een andere, eentonige, manier van spelen, leidt de ingreep van Nadler en Hertog tot een geheel nieuwe interpretatie van een bestaande traditie. In de film zien we een olijfboomgaard. De bomen beginnen langzaam te ritselen en steeds harder te bewegen. Plotseling trekt de mobiele eenheid op om de bomen in bedwang te houden door er met stokken op los te slaan. Dat laatste is een eeuwenoude gewoonte en manier van oogsten, maar krijgt een totaal andere lading door de kleding die gedragen wordt. De film schetst een absurde situatie die tot nadenken leidt over de verhouding tussen mens en natuur en hoe we eenzelfde actie verschillende betekenissen kan hebben.

Waar een aantal werken gebruik maakt van een bestaand fenomeen of structuur, zijn er ook werken te zien die een nieuwe situatie voorstellen. In de film Hybris (2014) van Arjan Brentjes zien we een wetenschapper in een talkshow spreken over de toekomstige mogelijkheid van eeuwig leven. Dit idee brengt een aantal vragen met zich mee die in de film naar voren komen. In welke zin bepaalt de mens zijn eigen lot? Stel je voor dat je eeuwig leeft, dan is er geen noodzaak tot voortplanting. Seksuele opwinding heeft geen functie meer. Liefde ook niet; emoties worden overbodig. De film gaat ongemerkt over naar het begin en blijkt vast te zitten in een eindeloze loop. Een verbeelding van wat het eeuwige leven mogelijk zou kunnen zijn; een voortdurende herhaling van zetten.

Deze en andere werken zijn door Stolk geselecteerd om zijn eigen project van context te voorzien. Dat project bestaat eruit dat Stolk op basis van historisch materiaal en gesprekken met oud-medewerkers en betrokkenen de situatie in de fabriek in kaart brengt. Het doel hiervan is het geluid dat vroeger in de in werking zijnde fabriek te horen was terug te halen en opnieuw te laten klinken. Met dit project haalt Stolk de geschiedenis van de plek de tentoonstellingsruimte binnen. Hoe dat klinkt en wat voor effect dat zal gaan hebben moet nog blijken, maar naar aanleiding van de tentoonstelling is het vermoeden het eentonige industriële geluid aangedreven door machines en mankracht.

Tot dusver heeft Stolk de nodige informatie naar voren weten te halen over de mensen en het leven in en om de fabriek. Zo kwam hij er tijdens de gesprekken met ex-medewerkers achter dat het fabrieksgeluid een sociale functie had. Iedere dag om 12.00 uur blies iemand de stoomfluit en wist het hele dorp hoe laat het was. Sommige medewerkers konden zelfs aan het geluid van machines horen, waar er iets fout ging in het productieproces. Zijn blog staat vol verhalen over deze mensen, waarin allerlei onderwerpen aangehaald worden van beeldvorming rondom kunst tot het maken van kazen en daarmee gewonnen prijzen. 

Stolks project lijkt daardoor op historisch onderzoek, waarbij gekeken wordt hoe het geluid van de fabriek de beleving van de omgeving heeft beïnvloed, en vervolgens hoe na de sluiting van de fabriek de omgeving anders is gaan klinken. De titel Gedachte-Experiment die Stolk zelf aan het project heeft toegeschreven lijkt minder op zijn plaats. Het is verleidelijk om iedere hypothetische situatie (zoals voorgesteld in sommige van de tentoongestelde kunstwerken) een gedachte-experiment te noemen. Maar een gedachte-experiment is iets anders dan nadenken over een experiment of je iets indenken om dit vervolgens te toetsen aan de werkelijkheid.

Intrigerend is dat Stolk met zijn geluidsinstallatie voorbij gaat aan de intenties van een doorsnee gedachte-experiment; in de meeste gevallen heeft het niet als doel om uitgevoerd te worden. Vanwege zijn keuze voor de genoemde kunstwerken, lijkt het Stolk dan ook meer te gaan om het effect dat een gedachte-experiment kan hebben; buiten gebaande paden denken, voor waar aangenomen kennis bevragen en nieuwe kennis naar voren halen. In het geval van het geluidsproject is dat in de vorm van een door verschillende betrokkenen gedragen initiatief.

 

Gedachte-Experiment: Het geluid van coöp. Fabriek De Venen (2014) wordt op 21 december uitgevoerd.

Chaja Hertog & Nir Nadler, HARVEST (still) (2013)
Arjan Brentjes, HYBRIS (2014) foto: Hristina Tasheva
Edwin Stolk, HET GELUID VAN COOP. ZUIVELFABRIEK DE VENEN (2014) foto: Hristina Tasheva