Een verhelderende toegift

Rosa Juno Streekstra
Adam Pendleton, overzicht van GREY-BLUE GRAIN, 2009

Soms staat alles geweldig met elkaar in verband. Sinds kort organiseert het nieuwe Kunstverein in het appartement van conceptueel kunstenaar Germaine Kruip tentoonstellingen met de nadruk op conceptuele kunst en dialoog. Op de grond van de ruimte valt nog een achtergebleven spoor van Ian Wilsons kalkcirkel uit de vorige tentoonstelling te ontwaren: één van zijn laatste materiële werken, voordat de kunstenaar overstapte op orale communicatie als kunstvorm. Nu wordt er passend werk getoond van de Amerikaan Adam Pendleton (1980), wiens werk voornamelijk handelt over taal.

Grey-blue grain is een uitgebalanceerde tentoonstelling die met twee performances onderdeel uitmaakt van Pendletons project EL T D K Amsterdam, waarvoor de instellingen Kunstverein en De Appel een samenwerking aangingen. De presentatie van een selectie werken uit de laatste drie jaar toont dat Adam Pendleton citeert uit en refereert aan werk van anderen. Hij neemt over, maar laat ook weg. Een vraag die hierbij steeds terugkeert is: hoe ver kan taal geabstraheerd worden? Zo bracht hij lezingen van collega-kunstenaar Liam Gillick en van Malcolm X terug tot gefragmenteerde selecties woorden. In beide gevallen vormen ze nieuwe teksten, die op een groot vel papier passen. Sommige concrete woorden (social utopias, shotgun, Mississippi) weten de aandacht te trekken, maar de logica van de teksten blijft intrigerend ongrijpbaar, als bij poëzie.

Pendletons taaltechnieken zijn eerder ingezet door bekende kunstenaars als Lawrence Weiner en Jenny Holzer. Op het eerste gezicht verrast zijn werk dan ook niet erg. Hij onderscheidt zich echter door de breedte van zijn conceptuele oeuvre. Het is indrukwekkend om te zien hoe de kunstenaar telkens nieuwe uitingsvormen ontdekt voor een consequent onderzoek naar tekensystemen – niet alleen naar de verhouding tussen taal en woord, maar zelfs die tussen taal en haar (driedimensionale) vorm. Zo is er een abstract alfabet in de vorm van een sculptuur van zwarte kubussen te zien. Of gekleurde keramische vormen die in een bepaald patroon op de grond zijn gelegd en waarvan ik me laat vertellen dat ze gebaseerd zijn op de ‘code poems’ van de helderziende schrijfster Hannah Weiner. Het is een interessante gedachte dat zij, waarschijnlijk door haar schizofrenie, letterlijk woorden zag.

De presentatie in Kunstverein is compleet gemaakt doordat ook vier werken uit de uitgebreide serie System of Display zijn toegevoegd, waarin weer een andere relatie, namelijk die tussen taal en beeld, centraal staat. Bestaande visuele documenten, bijvoorbeeld een foto van de eerste Documenta in 1955, zijn geprint op kleine spiegels en omkaderd door zwarte boxen. Door over de afbeeldingen glasplaatjes met een aantal letters (overblijfselen van woorden als reversal of phenomena) te plaatsen, werkt Pendleton wederom met fragmentatie en de betekenis van framing en context. Bovendien getuigen de gekozen beelden ook van een interesse in historische gebeurtenissen en culturele verschijnselen. Wanneer je er tenslotte achter komt dat de gebruikte woorden afkomstig zijn uit een tekst van kunsthistoricus Andreas Spiegl over het werk van Cerith Wyn Evans, die bekend is om zijn ‘morse code’ kunstwerken in (neon-)licht, wordt de geweldige gelaagdheid van deze serie des te meer duidelijk.

Het is waarschijnlijk de bedoeling dat je door de reflectie deel uitmaakt van deze spiegelwerken. Misschien is het echter belangrijker dat op sommige plekken ook de ruimte met de andere werken in de spiegel gevangen wordt. Want in Pendletons werk verwijst alles krachtig naar elkaar en naar anderen. Elk gebaar klopt, en hij kiest zijn bronnen goed. Dat is mooi, maar de verwijzingen zijn soms ook te specifiek om zelf direct te ontdekken en doorgronden. Met meer informatie op zak zijn de werken daarentegen soms in zichzelf weer zó gesloten, dat je niet werkelijk wordt uitgedaagd de dialoog aan te gaan. Dit komt vooral doordat in grey-blue grain weinig werk getoond kon worden. Je krijgt als het ware een beknopte samenvatting te zien, waarbij je de gehele tekst wordt onthouden. Aan met name de kleine selectie werken uit System of Display wordt helaas te weinig context geboden om werkelijk tot je door te kunnen dringen.

En dan, net als ik een oordeel paraat lijk te hebben over Pendletons interessante maar ietwat droge onderzoek, is er nog zijn performance, die midden december werd opgevoerd in een theaterzaal van Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond. Het werk Band, een bewerking van Jean-Luc Godards politiek geëngageerde film Sympathy for the Devil uit 1968, was naast inhoudelijk interessant ook een overdonderend formeel spel met taal, geluid en beeld. Met een prachtig ritme en gevoel voor intonatie las Pendleton voor. Herhaling, herkenning, voorspelling; hier werd ik als toeschouwer wél aangesproken en meegenomen. Niet door de intensivering van de blik, maar van het gehoor, het verstand en de verbeelding. Blijkbaar moet je het werk van Adam Pendleton vaker ontmoeten om de werkelijke veelzijdigheid te herkennen.

GREY-BLUE GRAIN
Adam Pendleton
12 december 2009 t/m 31 januari 2010

Kunstverein
Ruyschstraat 4-III, Amsterdam

Adam Pendleton, overzicht van GREY-BLUE GRAIN, 2009
Adam Pendleton, READING MALCOM X IN NO PARTICULAR ORDER, 2007