ADAM; het stedelijk weefsel ontleed

Nathalie Hartjes

Het leefklimaat in de stad is een populair gespreksonderwerp. Iedereen heeft er wel een mening over. Hoe verbeeld jij je integratie, hoe creëer je betere en betaalbare woningbouw, wel of geen gekozen burgemeester? Hoeveel invloed kan en mag een inwoner hebben op de bestuurlijke beslissingen in een stad? Talloze oplossingen worden aangedragen binnen de achterkamers van de politiek. In plaats van in besloten kring de definities van de stedelijke identiteit proberen vast te stellen gaat SMART Project Space er mee de straat op. Drieëndertig kunstenaars uit binnen- en buitenland zijn uitgenodigd om in het kader van de tentoonstelling ADAM de sociaal politieke voorwaarden van de stad te onderzoeken.

De heropening van SMART Project Space in het voormalig Pathologisch Anatomisch Laboratorium wordt gevierd met het stedelijk project ADAM. In plaats van het menselijk lichaam is nu het stedelijk lichaam aan de beurt om ontleedt te worden. ADAM poogt geenszins verbeteringen voor het stedelijke klimaat aan te dragen, maar wil enkel een andere kijk op de dynamiek van de stad geven. Het gebouw op de hoek van de Arie Biemondstraat en de Nicolaas Beetstraat vormt het vertrekpunt voor de tentoonstelling die zich op verschillende locaties, vanaf het Mercatorplein tot aan het Stork-terrein, door de stad heen bevindt. Om het overbruggen van de afstand te vergemakkelijken kun je bij de SMART Project Space een ongemakkelijke witte fiets lenen, de zogeheten funky fiets.

De locaties waar ADAM zich genesteld heeft zijn divers en verrassend; soms duidelijk aanwezig, dan weer bijna of inderdaad onvindbaar. Vóór alles staat het gebruiken van de middelen die door de stad geboden worden op de eerste plaats. Waar anders is er meer behoefte aan natuur dan op het Stork industrieterrein? Job Koelewijns Jump biedt een illusionaire zee aan ruimte en groen midden in het gigantische INIT kantoorgebouw. Het werk prikkelt je te ontdekken waar de mogelijkheden binnen de stedelijke beperkingen liggen. De ruimte lijkt eindeloos, maar kan toch zijn benauwdheid niet van zich afschudden. Naast het uitgestrekte veld wordt de kijker keer op keer geconfronteerd met zijn eigen spiegelbeeld.

You would if you could, but you can’t so you won’t van Lucy Wood onderzoekt de betekenis van het wonen in de binnenstad, waar je zo dicht op elkaar woont dat je zonder gêne bij elkaar in de keuken kan kijken. Door middel van een drijvende brug op de Beulingsloot (tussen de Singel en de Herengracht) wordt de indruk gewekt dat de afstand tussen de aangelegen huizen, en bijbehorende bewoners, te verwaarlozen is. De brug ligt echter net iets van de kant af en maakt hierdoor betreding, of beter gezegd toenadering, onmogelijk. De DazzleSHELTERs van Marco Cops zijn ‘daklozenwoningen’. De vertrouwde kartonnen doos is beplakt met foto’s van de exacte omgeving, waardoor zij voor het oog verborgen blijft. Dit project is zo geslaagd dat al fietsend langs de vermelde locatie de werken naadloos opgaan in de omgeving. Zo naadloos dat onvindbaar een betere bewoording blijkt.

Vragen over de identiteit van de stad worden ook op demografisch niveau uitgevochten. Hoe functioneert een stad waar 40% van de bewoners een andere nationaliteit heeft dan de Nederlandse. Costa Vece’s installatie Revolucion – Patriotisme creëert een land in een land waar de buitenlandse bewoners van de stad, die anders buiten gesloten worden van de politieke en sociale besluitvorming wegens het ontbreken aan kiesrecht, de touwtjes in handen kunnen nemen door de autochtone Nederlanders de rug toe te keren en hun eigen parlement in werking te stellen. Een wekelijkse advertentie van Liv Harlev in the Amsterdam Times (de Engelstalige expat-krant) doet een direct beroep op de al dan niet aanwezige betrokkenheid van de vele buitenlandse zakenlui die een ‘thuis’ in Amsterdam hebben gevonden.

Jammer genoeg is niet in alle gevallen sprake van een meerwaarde door de locatie. The Cave van Wael Shawky in de ‘etalage’ van de SKOR wordt verpest door slechte lichtinval en rumoer van het voorbijtrekkende verkeer. Het tegenlicht maakt de videoprojectie tot een vaag schijnsel en ergens op de achtergrond valt nog geluid op te maken, helaas zal het ondertitelde verhaal uit de Koran voor velen van ons vooralsnog onbekend blijven. Bij andere werken is het een kwestie van geluk of gelegenheid om ervan te mogen genieten. Zo worden de video’s van A.P. Komen en Karen Murphy afgespeeld in verschillende trams door de stad. Het blijft echter een toevalstreffer om in de juiste tram terecht te komen.

Vergeleken met de samenhang van de werken in de publieke ruimte vallen de werken in het vernieuwde SMART Project Space uit de toon. Alleen de video van Rosella Biscotti over de beschietingen op de dam buigt zich over de stedelijke identiteit. Vuurgevecht op de Dam onderzoekt mythevorming en het gegeven van collectieve herinnering en geheugenverlies die zich in de stadsbewoner verankert. De verschillende ondervraagden geven allemaal hun versie van de historische gebeurtenis, maar ondanks de vele overeenkomsten vieren de discrepanties hoogtij. Zuivere waarheid blijkt onbelangrijk in scheppen van een gevoel van saamhorigheid.

De overige werken in het oud pathologisch instituut zijn allen prikkelend maar staan ver af van de thematiek van ADAM. Met veel moeite valt het werk Magic & Loss van Johanna Billing te relateren aan het grote aantal kortstondige bewoners die Amsterdam rijk is. De gespeelde verhuizing roept echter gevoelens van nostalgie en verlies op die niet perse een stad eigen zijn, maar aan iedere plek waar men een thuis weet te creëren. F voor Fake van Christian Andersson spant de kroon. De toneellamp die zijn eigen twee schaduwen lijkt te produceren stelt de toeschouwers waarneming op de proef, maar mist elke relatie met het beoogde onderzoek naar de sociaal-politieke verhoudingen van de stad. Het is jammer dat SMART Project Space op het moment dat zij geen echte grip meer heeft op het weefsel van de stad, al te gemakkelijk haar grip op de relatie hiermee verliest. Het blijkt nog moeilijk om de bagage van een traditionele tentoonstellingsruimte van zich af te schudden.

Uit de naam van de organisatie blijkt al dat SMART Project Space toegewijd is om buiten de gebruikelijke ruimte van de ‘white cube’ te opereren. Ze stelt zich niet alleen tot doel op innovatieve wijze alternatieve locaties te benutten maar zoekt ook de meerwaarde van de ruimtes op. En slaagt hier in. Hoewel deze aanpak prikkelend is stuit SMART Project Space hierdoor ook op problemen. De verschillende locaties van ADAM zijn simpelweg te ver van elkaar verwijderd. Zelfs fietsend is het onmogelijk de gehele tentoonstelling met één bezoek te zien. Deze keuze valt te onderbouwen met het argument dat ADAM de dynamiek van de stad weerspiegelt en door iedereen anders beleefd wordt, maar het argument is slechts een schrale troost voor de uitgeputte bezoeker. Een groter struikelblok van SMART Project Space zijn de ambitieus geselecteerde intrigerende locaties. Deze kosten vaak ontzettend veel moeite om te vinden en leveren frustratie op bij de gewillige – maar in Amsterdam onbekende – bezoekers. SMART Project Space is een veel belovende organisatie, zeker met de capaciteiten die het nieuwe gebouw biedt (700 m2 tentoonstellingsruimte, 5 bioscoopszalen, 12 ateliers, 2 projectruimte, medialab & productiestudio en een cafe/ restaurant), toch zou het niet misstaan in aankomende projecten meer balans te zoeken tussen ambitie en praktische haalbaarheid.

ADAM, t/m 16 oktober 2005

Smart Project Space, Arie Biemondstraat 101–111, Amsterdam