One in love sees a flower differently than a camel does is een driedimensionaal kunstwerk in de openbare ruimte. Op het eerste gezicht lijkt het beeld eenvoudig, maar hierin ligt juist de kracht. Het werk is gesitueerd midden in het water in de chique nieuwbouwwijk Het Blokkerse Veld in Hoorn. Omdat One in love… letterlijk en figuurlijk onmogelijk bereikbaar is wekt het een onbestemd verlangen op. Het werk speelt zich daardoor voornamelijk af in de gedachten van de passanten. Kathrin Schlegel heeft, uit de verschillende elementen die zich in de omgeving voordeden, zorgvuldig een compositie opgebouwd. In het water staan haaks op elkaar twee archetypische parkbankjes met daarop tekeningen, teksten en ingekerfde liefdesboodschappen, zoals we die vaker kunnen tegenkomen op openbare plekken. De bankjes worden geflankeerd door twee gele lantaarnpalen, ontworpen door Friso Kramer in de jaren 70, waarvan er in de buurt meerdere staan. Naast de tweeledigheid van de gebruikte materialen en het gecreëerde beeld is het werk ondenkbaar zonder de context.
Het ‘ensemble’ is zodanig ingebed in de omgeving, dat het weelderige groen, het water en de weerspiegelingen op het wateroppervlak onderdeel zijn geworden van de sculptuur. Het beeld maakt als vanzelf ideeën en gedachten los bij de kijker. De betekenis van het woord idea of eidos is niet alleen beeld of beeltenis, maar een beeld gereflecteerd in water of in een spiegel. Spiegelingen suggereren dat de beschouwer eerst moet contempleren om kennis te krijgen. We kunnen immers niet zien wat we niet geloven te kunnen zien. Doordat Schlegel een beeld uit het leven van alledag in een net iets andere context plaatst ontstaat een zinsbegoocheling. De bankjes en lantaarns zijn herkenbare vormen uit het alledaagse leven en bieden ons de mogelijkheid voor een verstild moment aan de waterkant. Tegelijkertijd is het werk genadeloos. Passanten kunnen wegdromen, maar zijn genoodzaakt hun verlangens te blijven koesteren zonder dat deze worden vervuld.
Zoals de titel van het werk aangeeft is het perspectief van de voorbijgangers een belangrijk aspect. One in love…, oogst steeds meer waardering wanneer het wordt bekeken vanuit verschillende posities en op verschillende momenten van de dag. Wanneer de avond valt is het een beeld dat ergens tussen realiteit en surrealiteit beweegt, zoals het beroemde schilderij l’Empire de Lumière (Het rijk der lichten) (1953-54) van schilder René Magritte. Op het schilderij is het avond en klaarlichte dag tegelijkertijd. Ook Schlegel speelt met het gegeven dat onze geest niet lijkt te kunnen beslissen wat we zien, totdat we ons volledig overgeven aan het beeld.
De realisatie van het tafereel was minder romantisch dan het beeld doet vermoeden. Het heeft van idee tot uitvoering drie jaar geduurd voordat het werk geplaatst werd. Kunst in de openbare ruimte kan tot felle discussies leiden; alle partijen, de kunstenaar, de kunstadviescommissie, de gemeente en de buurtbewoners hebben eigen ideeën en belangen. Ook One in love… is onderwerp van menige discussie geweest. Een vraag die hieruit voortkomt is wat de rol is van kunst in de openbare ruimte. Echter een veel pregnantere vraag is: hoe verhouden wij ons tot de plek van kunst in het publieke domein? Voor een analyse van deze thematiek, is het aan te bevelen het recent geschreven essay De publieke ruimte van de Staat van de hand van Joost de Bloois te lezen. Kathrin Schlegel maakt ons met One in love… eens te meer duidelijk hoe belangrijk bevlogen opdrachtgeverschap is in combinatie met de sterke visie van een kunstenaar.
Bij de onthulling van One in love… waren de aanwezigen aanvankelijk verwonderd. De inwijding van het werk had klaarblijkelijk al op een eerder tijdstip plaatsgevonden. Er stonden twee kleine kabouterfiguren op de bankjes. Naar verluid zijn deze hier achtergelaten door kinderen uit de buurt die er met een bootje naartoe zijn gevaren. Is One in love… hiermee definitief opgenomen in haar omgeving? Het gebaar van de kinderen is mogelijk een antwoord op een onmogelijk beeld.