Een oefening in barmhartigheid

Jhim Lamoree
Meiro Koizumi, DOUBLE PROJECTION (2013), videostill

Zaterdagmiddag 24 april, 2010. De Japanse kunstenaar Meiro Koizumi gekleed in legeruniform, knielt voor de Japanse vlag, zoals een gelovige knielt voor een altaar. De performance Melodrama for Men #4 – Historical Fuck (2010) begint in de galerie van Annet Gelink in Amsterdam. Als hij opstaat, salueert hij naar het publiek in de galerie. Een stroom van kreten verlaat zijn keel, eindigend in de mantra: “I am sorry, I am sorry, I am sorry.” Vervolgens wisselt Koizumi van perspectief, hij trekt zijn legerbroek uit en zet een lange, blonde pruik op. De soldaat wordt een troostmeisje. Als hij zichzelf en een bonk klei naast hem gaat vingeren, met de staaf­microfoon en andere fallussymbolen seksueel obsessief tekeer gaat en de muziek tot crescendo aanzwelt, is het moeilijk te blijven kijken. Plaatsvervangende schaamte overmant me. Het is duidelijk dat de kunstenaar partij kiest voor het slachtoffer, maar hij legt ook mededogen aan de dag voor de dader. De soldaat is ideologisch gehersenspoeld, hij kan moeilijk anders. Historical Fuck – krachtige, veelzeggende titel overigens – was natuurlijk midden in de roos.

Koizumi’s jongste filmproductie Double Projection (2013) is dat ook, op een veel subtielere manier. Het werk maakt deel uit van If you will it, it is not a dream, een groepstentoonstelling waarin twijfel aan en dromen over een betere wereld elkaar afwisselen. Double Projection gaat over Achida en Itazu, twee gezworen kameraden, die zich tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog opgeven als kamikazepiloten. Als het in de woorden van Itazu ‘een mooie dag is voor een aanval’ komen de vrienden in actie. Maar de motor van het vliegtuig van Itazu hapert, waardoor hij zijn missie moet afbreken. Itazu blijft leven, Achida boort zijn vliegtuig­je in een vijandelijk doelwit en sterft voor het hogere doel van volk, vaderland en keizer. De inmiddels hoog ­bejaarde Itazu vertelt het verhaal. De gebeurtenis, die 67 jaar geleden heeft plaatsgevonden, blijkt voor hem een groot trauma, dat een wissel op de rest van zijn leven heeft getrokken. Hartverscheurend zegt de door schuldbesef overmande Itazu: “Vergeef me alsjeblieft dat ik nog leef.”

Tijdens de opname vraagt Koizumi aan Itazu om in de huid van zijn omgekomen vriend Achida te krui­pen. Die ingreep verstoort de theatrale werkelijkheid, een middel dat Koizumi in meerdere werken toepast, en verhoogt de inzet en de spanning. Gedwee als een kami­kazepiloot volgt Itazu de opdracht van de kunstenaar. Verkleed als Achida, met een pilotenpet en een piloten­bril op zijn hoofd, zit hij in de film tegenover zichzelf en luistert aandachtig naar zijn eigen verhaal.
De titel, Double Projection, wordt op die manier letterlijk in beeld gebracht, terwijl intussen feit en fictie verstren­geld raken. Dramatisch is het moment als ‘Achida’ wordt gevraagd tegen Itazu te zeggen: ‘Ik ben erg blij dat je het hebt overleefd.’ Het lukt Itazu niet die zin overtuigend over zijn lippen te krijgen.

Koizumi stelt met Double Projection een taboe in de Japanse samenleving aan de orde, zowel kritisch als empathisch. Hij veroordeelt kamikazepiloot Itazu niet, integendeel, Koizumi laat hem een tragisch verhaal vertellen over onvoorwaardelijke vriendschap en blinde opofferingsgezindheid, zoals hij eerder deed in Portrait of a Young Samurai (2009) en Defect in Vision (2011). Dwars door de verschrikkingen van de oorlog laat hij de absurditeiten ervan doorklinken.

Het oeuvre van Koizumi biedt een bijzondere combinatie: een klap in je gezicht en stof tot nadenken, zonder al te pamflettistisch of pertinent te worden. In de pretcultuur die de wereld nu in haar greep heeft, vallen zoveel lagen van betekenis en zoveel subtiliteiten natuurlijk op. ‘It would be hard to find another work of contemporary art that protests war with such soulful grace and understated wit,’ schreef een criticus van The New York Times eerder dit jaar over zijn werk. Koizumi uit kritiek. Net als veel andere maatschappelijk betrokken kunstenaars – van Anselm Kiefer tot Thomas Hirschhorn – gaf hij die kritiek vorm in een ‘grootse stijl’, zoals Nietzsche de muziek van Wagner diskwalifi­ceerde. Historical Fuck is daar een voorbeeld van. Sinds Defect in Vision (2011) mijdt hij die aanpak. De beelden zijn gevoeliger geworden, de verhalen menselijker, de oordelen over goed en kwaad subtieler. Koizumi levert barmhartig commentaar. Wat niet wil zeggen dat een frons, maar ook een glimlach bij het zien van zijn oeuvre meestal niet valt te onderdrukken.

Meiro Koizumi, DOUBLE PROJECTION (2013), videostill