Een keuze (4)

Jan Kappers
Danielle van Ark, Untitled (Baby deer 01), 2006

Een persoonlijke keuze uit het aanbod van Art Amsterdam 2008 door auteur Jan Kappers. Met werk van Danielle van Ark, Irene Fortuyn en Reinoud van Vught.

Danielle van Ark, Untitled (Baby deer 01), 2006
Foam Editions, Amsterdam

Misschien heeft Bambi ons oog en geest geconditioneerd, maar hertenkalfjes zouden toch moeten ronddartelen in een mooi groen bos. Hoe schrijnend is echter het contrast in de foto Untitled (Baby deer 01) van Danielle van Ark (1974). Het jonge dierenlichaampje ligt, opgevuld met houtwol en watten, in een grauw magazijn waar de dood maar al te nadrukkelijk aanwezig is. Toch weet Van Ark het beeld te esthetiseren mede door een groot gevoel voor compositie. De drie onderste hertenkoppen, en het steunkruis van de stellingkast, de plank en natuurlijk de grote kop van de bok werken allen samen in een dynamisch lijnenspel, waardoor het kalf een centrale plaats krijgt. Oude meesters deden het niet veel anders bij de weergave van hun heiligen. Deze analogie wordt bevestigd doordat zelfs het kopje van het hertenjong baadt in een hemelse golf tl-licht.

Irene Fortuyn, The Senses, 2008
Galerie Diana Stigter, Amsterdam

Als archeoloog van de moderne tijd heeft Irene Fortuyn (1959) opgravingen gedaan in de vuilnisbelt onder het Reinaldapark in Haarlem die vanaf de jaren zestig afgedekt is door een enorme laag zand. In deze hedendaagse grafheuvel voor massacultuur trof zij vele artefacten aan die ze nauwkeurig organiseerde, nummerde en vervolgens secuur fotografeerde. De vondsten lopen uiteen van stukjes plastic, blikjes, zakje, batterijen, verpakkingen en vele andere opgravingen. Het resultaat presenteert ze als een serie van ruim zestig foto´s. Juist doordat ze het recente verleden zo nauwgezet documenteert krijgt het werk een soort rare temporale spanning. Waar ‘echte archeologische’ opgravingen – botjes, porseleinscherven, muntjes – een soort mythisch aura van het oude oproepen, blijven de vondsten van Fortuyn onromantisch plakken aan het heden. Maar tegelijk ook weer niet helemaal, want de vormgeving van sommige producten ziet er in al zijn gedateerdheid bijna alien uit. Direct klaar voor de museumvitrine. Archeologie van de nieuwste tijd avant la lettre.

Reinoud van Vught, Koppeltje, 2008
Galerie van der Mieden, Antwerpen

In de kluwen van veel onooglijke schilderfrutsels die tijdens Art Amsterdam met veel poeha aan het publiek gepresenteerd worden, is het werk van Reinoud van Vught (1960) een prettige oase. Koppeltje uit 2008 lijkt een abstracte compositie maar is dat niet per se. Doordat Van Vught zich in het schilderproces vooral laat leiden door de loop van zijn schildermateriaal weet hij een grote rijkdom aan organische vormen op te roepen. Vloeiende lijnen gekrast in de verflaag worden wortels en takjes. Verfspetters op het doek nemen afhankelijk van de kleur de vorm aan van mossen, schimmels en bloesem. De compositie is druk maar wordt door het uitgebalanceerde kleurgebruik en de vloeiende vormen niet te schreeuwerig. Het beeld ademt dezelfde romantische en dromerige sfeer als in de waterlelieschilderijen van Monet, zonder zoet te worden. Dat het werk van Van Vught een constante ontwikkeling en kwaliteit heeft, blijkt wel uit het feit dat hij langzaam aan een vaste en graag geziene kunstenaar is op dergelijke beurzen.

Foam Editions
Keizersgracht 609, Amsterdam
www.foam.nl

Galerie Diana Stigter
Elandsstraat 90, Amsterdam
www.dianastigter.nl

Galerie van der Mieden
Pourbusstraat 15, Antwerpen
www.vandermieden.com

Irene Fortuyn, The Senses, 2008
Reinoud van Vught, Koppeltje, 2008