Een feilloos gevoel voor betekenis

Judith de Bruijn
Joseph Semah, TEKENING UIT AFTER CELAN: TANGO AND FUGUE, 2009

‘Zwarte melk van de vroegte wij drinken die `s avonds / wij drinken die `s middags en `s morgens wij drinken die `s nachts / wij drinken en drinken’ zijn de beginwoorden van Todesfuge van Paul Celan (1920-1970), een van de bekendste gedichten van de naoorlogse literatuur. Paul Celan, een Roemeense dichter van joodse afkomst die zijn beide ouders in de Tweede Wereldoorlog verloor, rekent in het gedicht in wrange, maar even prachtige bewoordingen af met de gruwelen die zich in de concentratiekampen hebben afgespeeld. De kunstenaar Joseph Semah (1948) heeft in Maison Descartes in Amsterdam een tentoonstelling waarin Todesfuge van Celan een belangrijke rol speelt.

In het recente werk After Paul Celan, Tango and Fugue geeft Semah, zelf van joodse afkomst, een indrukwekkende beeldende interpretatie van het gedicht. Het werk bestaat uit 72 zwart-wit inkttekeningen op overtrekpapier. In afgewogen composities combineert hij de contouren van vrouwenlichamen met het lijnenspel van de spoorweg naar de dood, legt hij de vorm van de tefeli (de joodse gebedsriem) over de silhouetten van concentratiekampen, brengt hij de ronde lijnen van een bloem samen met het harde, rechte staal van een geweer, verweeft hij de kapsels van Eva Braun en Anne Frank met elkaar of combineert hij een kronkelige slang met de strikte plattegrond van een concentratiekamp. Semah zet niet simpelweg de poëzie van Celan om in tekeningen, maar vindt zijn eigen beelden om uitdrukking te geven aan datgene wat Celan beschrijft. Het geheel geeft een beklemmend en zwaarmoedig gevoel, maar is tegelijkertijd uiterst poëtisch. Net als het gedicht van Celan.

De tekeningen zijn met garen bevestigd aan bladmuziek van Die Kunst der Fuge van Bach. Zoals in een fuga, een meerstemmig muziekstuk waarin een thema door de verschillende stemmen steeds gevarieerd herhaald wordt, komen in de verschillende tekeningen ook diverse beelden alsmaar terug, maar telkens in andere combinaties. Ook het gedicht van Celan zelf, dat niet voor niets Todesfuge heet, is gebaseerd op de structuur van een fuga. Daarnaast verwijst de bladmuziek naar het bittere feit dat tijdens executies, of tijdens de gang naar de gaskamers in concentratiekampen muziek van onder andere Bach gespeeld moest worden door een uit gevangenen samengesteld orkest. Een beeld dat ook in het gedicht van Celan een rol speelt.

De uiteinden van de draden waarmee het overtrekpapier en de bladmuziek aan elkaar bevestigd zijn, liggen losjes tussen de tekeningen en het glas om, zoals Semah zegt, aan te geven dat ‘een kunstwerk nooit af is’. Het is een beeldend middel dat hij vaker inzet, wellicht omdat het zo belangrijk is voor het begrip van zijn werk. Semah dicht namelijk een grote betekenis toe aan de interpretatie van de toeschouwer. De uiteindelijke betekenis van een kunstwerk is afhankelijk van het intensieve proces van het ‘lezen’ van het werk. Semah verwees niet voor niets in de titel van zijn tentoonstelling Reis naar PaRDes (Museum van Bommel van Dam in 2004) naar de door de filosoof Emmanuel Lévinas geïntroduceerde vier verschillende lagen van betekenis, namelijk: de kennelijke of voor de hand liggende betekenis, de betekenis waarop geduid wordt, de betekenis die men moet zoeken en de geheime betekenis.

Het werk After Paul Celan, Tango and Fugue is onderdeel van een tentoonstelling met nog acht andere kunstwerken. Het varieert van zeer recent werk tot sculpturen die al meer dan dertig jaar geleden ontsproten aan de gedachtewereld van Semah. Samen geven ze een prachtig beeld van een intellectuele, onderzoekende kunstenaar met een feilloos gevoel voor betekenis, compositie en materiaal. Te midden van alle werken in de tentoonstelling is After Paul Celan, Tango and Fugue misschien wel het meest toegankelijke, omdat juist het proces van het ‘lezen’ van het kunstwerk vergemakkelijkt wordt. De bron ervan is immers zo duidelijk, en het werk zelf lijkt eenduidiger dan veel andere werken die in de tentoonstelling te zien zijn.

Zo verwijst Semah in zijn werk Neilah, Closing of the Gates uit 1987 naar het slotgebed dat uitgesproken wordt op de Joodse feestdag Jom Kippoer, naar het sluiten van de deuren van de tempel, naar het symbolische sluiten van de poorten van de hemel, naar gebed, naar vergeving, naar God, naar de Torah, naar de ontmoeting tussen het hemelse en het aardse en misschien zelfs naar de schilderkunst. Wie zou dat allemaal kunnen ontrafelen bij het zien van een sculptuur bestaande uit vier houten schragen waarop twee deuren rusten met daartussen vijf panelen geklemd, waarvan de middelste omwikkeld is met een joods gebedskleed?

Al deze informatie blijft voor de bezoeker van de tentoonstelling verborgen, want bij Maison Descartes is ervoor gekozen om geen verklarende tekstbordjes te plaatsen of anderszins informatie over de werken te verstrekken. Daarmee zie je als kijker wellicht wat lagen van het werk over het hoofd, maar dat hoeft niet negatief te zijn. Het oeuvre van Semah is immers ook zonder alle betekenislagen als beeld zeer krachtig. Maar belangrijker dan dat nodigt het uit tot studie, tot nadenken, tot lezen, tot ontwikkelen en tot nog eens terugkomen, net zolang totdat je het gevoel hebt dat je er de juiste betekenis aan hebt kunnen geven.

AFTER PAUL CELAN
Joseph Semah
t/m 29 mei 2010

Maison Descartes
Vijzelgracht 2a, Amsterdam

Lees ook: