East Meets West

Eduard Naaijkens

Roze was jarenlang een verboden kleur in China. Het was de kleur van de bourgeoisie vijanden van het proletariaat, de communistische staat en dus de mensheid. De kunstenares Lu Luo gebruikt veel roze in haar werk – als provocatie en als verwijzing naar de uitwassen van de culturele revolutie. Lu is de echtgenote van Zhuang Hong Yi, de kunstenaar uit Sichuan die in 1992 naar Nederland emigreerde en sindsdien onder meer in het Groninger Museum exposeerde. Het huwelijk tussen Lu en Zhuang heeft niet alleen een dochter opgeleverd maar werkte blijkbaar ook een artistieke kruisbestuiving in de hand. In Zhuangs nieuwste werk duikt veelvuldig de kleur roze op. Eigenlijk is het geen roze, maar verbleekt rood. Het rood van de stempels die Zhuang op de achterkanten van zijn schilderijen zet. Het rood van de traditionele figuurtjes op de vellen rijstpapier waar hij zijn donkere, in dikke lagen verf en met gel overdekte koppen overheen schildert. Het rood van een communistisch China – dat met afstand en tijd steeds valer, milder, roziger wordt.
Het kleurgebruik is niet het enige waar Lu’s invloed in te herkennen is. Werkte Zhuang vroeger vooral in een expressief, abstract idioom – een reactie op het sociaal-realisme dat hij in China kreeg voorgeschreven – zijn nieuwste werk is zonder uitzondering figuratief. Het jongste werk – allemaal zonder titel, dat wel – bestaat vooral uit portretten en bloemen. Een sculpturaal vijfluik van vrouwentorso’s beplakt met reepjes kunststof, textiel en propjes ruwe katoen lijkt zelfs een regelrecht antwoord op de installaties met theaterkostuums van zijn vrouw.
Wat gebleven is in Zhuangs werk is de bewuste en duidelijke koppeling van oosterse en westerse beeldtaal. ‘Gemengde techniek’ betekent bij hem ook daadwerkelijk een combinatie van zeer verschillende bouwstenen. Rijstpapier en stempels gaan een verbintenis aan met westerse schildertechniek. Het effect is er een van gelaagdheid. Bij Zhuang is de voorstelling altijd meervoudig. Nooit zie je maar één afbeelding; het zijn er altijd minstens twee. En het is de bedoeling dat die wisselwerking resulteert in een derde. Of zoals het in de titel van Zhuangs expositie bij Galerie Krijger + Katwijk heet: East meets West.
Nou is dat een frase die wel vaker gebezigd wordt. Zoals onlangs nog bij de tentoonstelling Van Ming tot Memphis in het Groninger Museum, thuisbasis van Zhuangs Nederlandse ‘ontdekkers’. Bij die tentoonstelling waarin oud Chinees aardewerk tegenover hip Italiaans design uit de jaren tachtig werd gezet, werkte het contrast bij vlagen. Maar alleen op die momenten waarop de botsing oud en nieuw, oost en west een nieuw licht werpt op beide partijen. En liefst nog tot een synergetische optelsom van 1+1=3 leidt.
In het werk van Zhuang kan je je afvragen wat de meerwaarde is van de combinatie. Hoe esthetisch aantrekkelijk zijn grote panelen ook zijn, het overschilderen van stempels en volksvlijt lijkt steeds meer op een kunstje. Oost en west gaan hier een koude fusie aan. Van creatieve frictie die tot denken aanzet of vraagtekens zet, is geen sprake. Veel verder dan het vaststellen van een gespleten identiteit van de maker, kom je als kijker niet. Daarvoor zijn de gebruikte symbolen te formalistisch en algemeen. Bij Zhuang word je niet geconfronteerd met de cultuurshock die East meets West impliceert. Dat was bijvoorbeeld wel zo bij Chen Zhen, van wie vorig jaar de tentoonstelling Dancing Body / Drumming Mind te zien was in het Haagse GEM. Daar was de ontworteling bijna voelbaar. De in 2000 aan een bloedziekte overleden Zhen liet zijn Chinese jeugd en zijn Europese volwassenheid op heel persoonlijke wijze botsen door westerse geneeskunst en Chinees medisch holisme samen te brengen. Bij Zhuang mis je die persoonlijke invulling. Zijn crossculturele laagjeskunst blijft hangen in een ietwat academische vormoefening.
Maar wellicht heeft Zhuang dat zelf ook door. Want in een van de meest recente werken bij Krijger + Katwijk beperkt de kunstenaar zich tot enkel verf. In heerlijk tactiele vegen zwart, rood en wit zet hij op een rond doek een indringend portret neer. Hier spreekt niet de cultuurrelativist Zhuang maar de schilder Zhuang. Hij hoeft niet per se iets te zeggen over hier en daar, toen en nu. Dit werk gaat enkel over verf en expressie. En dat maakt het meteen tot de topper in de expositie.

EAST MEETS WEST, Zhuang Hong Yi, t/m 6 februari 2005

Galerie Krijger + Katwijk, Lange Leidsedwarsstraat 198–200, Amsterdam, wo-za 12–18, 1e zo v/d maand 14–17