‘Decompressie’ in de Watertoren van Oost-Souburg

Angelique Spaninks

Drukverschil, daarom draait het volgens de titel in de Watertoren AK van Oost-Souburg, een stadsdeel aan de rand van Vlissingen. Tot en met 14 april hebben vijf kunstenaars onder de noemer Decompressie speciaal werk voor de verschillende etages van het voormalig industrieel complex gemaakt. Daarbij is getracht nu eens geen horizontale maar verticale verbindingen te leggen; een opzet waarin Karin van Pinxteren, Frank Havermans, Paul van Osch, Frank Malcorps en Monique Camps op een niet voor de hand liggende manier geslaagd zijn. Zo omvat de sculptuur van hout en staalkabel van Frank Havermans uit het Brabants Heeswijk maar liefst drie etages. Gestoken door de hijsluiken in de vloeren en plafonds van de verschillende verdiepingen gaat het ogenschijnlijk bijna zwevende gevaarte een ingenieus ruimtelijk spel aan met de zware betonnen wanden van de watertoren. Daarbij wordt de kijker op ieder niveau gedwongen niet alleen recht vooruit te kijken maar ook naar boven en beneden. Bevindt dit bouwsel (KAPKAR TW 3902) zich onder in de toren nog hangend in de hoogte, naarmate de bezoeker opklimt, ontvouwt het zich als steeds zwaarder en massiever van aard, werkend en worstelend met de zwaartekracht. Vangen in eerste oogopslag vooral de staalkabels je blik, hoe hoger je komt des te meer ontzag krijg je voor de draagkracht van het houten skelet. Bovendien gaat met name dit hout -dat veel weg heeft van beschot- een dialoog aan met de kale robuuste betonwanden van de watertoren zelf. Vakkundig weet Havermans sculptuur en architectuur als vanzelfsprekend in elkaar over te laten vloeien.

Constructivistische no-nonsense op grote schaal is nu eenmaal het handelsmerk van zijn werkplaats KAPKAR. Overigens krijgt zijn werk in de watertoren van Oost-Souburg onverwacht ook nog een persoonlijke noot; onderzoek naar de ruimte wees uit dat Havermans' grootvader als aannemer in 1938 tekende voor de bouw van diezelfde toren. Maakt alleen Havermans' bijdrage al een bezoek aan de groepstentoonstelling Decompressie waard, ook de andere kunstenaars weten wel raad met de toren. Zo zijn de lauwwarme ouderwetse kruiken van Karin van Pinxteren hangend tegen de drie zwarte buizen waardoor vroeger het water van boven naar beneden werd afgevoerd misschien niet zo in het oog springend; maar wie ze eenmaal gezien en gevoeld heeft kan de neiging niet weerstaan om ze op iedere verdieping even aan te raken. 'Guide me' staat erop gezandstraald – een bezwering die uiteindelijk leidt naar de vierde verdieping waar een warm rood gloeiend licht uit een van de buizen opdoemt.

Indrukwekkend zijn ook de gipsen sculpturen van Bredanaar Paul van Osch, stuk voor stuk bekkens waarin water kan staan per verdieping oplopend in maat van klein naar groot. Voor aangepaste druk op een bruikbaar drama heet het werk dat hij aanbracht in het grote lege reservoir helemaal boven in de toren. Het ziet eruit alsof het er hoort, als een in onbruik geraakt maar nog altijd hygiëenisch altaar van vier onderscheiden bassins, weliswaar met wat bruine kalkafzet maar nog altijd schoon – van huid en van vorm. Hetzelfde geldt voor de vijf in een hoek van de tweede etage gemetselde fonteintjes. Ze doen denken aan oude schooltoiletten, aan een verre jeugd, al was het alleen maar omdat ze zo klein zijn en onder kniehoogte hangen. Ze refereren aan een herinnering – nog eens extra benadrukt door de ontbrekende kraantjes erboven, die ook geen nut meer hebben nu de toren leeg is en het water toch niet meer stroomt. Hebben de werken van bovengenoemde drie kunstenaars een zekere relatie met de locatie en de voormalige functie van de watertoren, de bijdragen van Frank Malcorps en Monique Camps hebben dat niet. Bovendien ontbreekt bij hen de verticale opbouw. Dat is jammer voor het concept van Decompressie als geheel; maar betekent niet dat hun werken op zich geen zeggingskracht hebben. De tekeningen van Malcorps zowel op papier als op de muur raken een gevoelige snaar, ze zinderen en trillen. Zijn drie-dimensionale collages daarentegen raken niet aan de ervaringen die de plek of het andere werk weten op te roepen. Hetzelfde geldt voor de grote foto's van Monique Camps. De geglazuurd glimmende kolibri en adelaar leveren weliswaar scherpe close ups op, net als de suggestieve schaduw van een adelaar en een hert in het bos. Maar meer dan plaatjes waarachter je een praatje vermoedt, dat weinig tot niets met het andere werk van doen heeft, worden het niet.

DECOMPRESSIE, tm 14 apr

De Watertoren AK, Vlissingsestraat/Rijksweg A58, Vlissingen, Oost-Souburg, open do tm zo 12-17