De wet van de gelijke aandacht

Jaap Röell
Sylvie Zijlmans & Hewald Jongenelis, TEN TO ONE, 2008

Een wandvullende, geënsceneerde foto van een geënsceneerd zomerfeest op een weiland in Broek in Waterland, met een directe verbinding naar China. Sylvie Zijlmans (1964) en Hewald Jongenelis (1962) zijn erin geslaagd om Museum Boijmans Van Beuningen te verrijken met een conceptueel, filosofisch en qua technische uitvoering uitzonderlijke foto-installatie.

In 1942 schilderde Raoul Dufy Het grote orkest. Een visueel equivalent van een muzikale weidsheid. Een vol klinkend symfonieorkest, uithalend in een overweldigende compositie, ook in de wijze waarop Dufy het orkest op het doek plaatste. Met een muzikaal ritme worden de orkestleden en hun muziekinstrumenten in een allesomvattende klankkleur op het doek neergezet. Alle spelers zijn even belangrijk. De dieptewerking is beperkt, de orkestleden worden op het doek ‘gestapeld’ om aan allen, ook aan de cimbalist, even veel recht te doen als aan de dirigent of aan de eerste violist. Er wordt gezamenlijk één werk gemaakt, één compositie uitgevoerd. Het plezier van de orkestleden spat er vanaf en het genot waarmee het niet zichtbare publiek luistert en kijkt is tintelend voelbaar.

Door de muziekinstrumenten een kleuraccent te geven – vooral de instrumenten die een ‘ondergeschikte’ rol spelen, maar wel voor het geheel van essentiële betekenis zijn, zoals geel voor de cimbalist – en door de snelle beweging van de violisten van een rode toets te voorzien, wordt de aandacht van de kijker/luisteraar over alle orkestleden verspreid. Dan pas hoor en zie je het geheel.

Dat is precies wat Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis met hun foto Ten to One (op groot formaat: 292 x 480 cm.) ook doen: een perfecte compositie waarbij aan alle ‘spelers’ even veel aandacht wordt besteed. Dirk van Weelden, filosoof en schrijver, noemt dit ‘de wet van gelijke aandacht’. Hij schreef een essay in het magazine dat verscheen bij de foto-installatie, waarin hij ingaat op wat van een feest een goed feest maakt. Daarbij is iedereen even belangrijk voor het geheel. Er zijn geen sterren of figuranten; niemand wordt uitgesloten, op de achtergrond gesteld of vergeten. Een zomerfeest van gelijkwaardigheid dus. Een feest waar je zelf ook zou willen zijn, om mee te helpen het tot een geslaagd feest te maken.

Zijlmans en Jongenelis bereiken dit effect door de personen die een beweging maken of felgekleurde kleding dragen op de achtergrond te plaatsen, en zij die meer gedekte kleuren aan hebben of op een bank zitten voorin de foto te situeren. De eenlingen zijn bovendien zo gepositioneerd dat zij precies op de goede plaats staan om optimale aandacht van de kijker te krijgen. Bovendien heeft geen van de feestgangers een blauw kledingstuk aan, omdat dat teveel zou samenvallen met de wolkenloze, blauwe lucht boven het weiland in Broek in Waterland.

Om dit effect te bereiken zijn er tien fotosessies nodig geweest, op tien verschillende zonnige zomerdagen. Ter voorbereiding schoven Zijlmans en Jongenelis eindeloos met Lego-poppetjes, bankjes, autootjes en boompjes in verschillende kleuren om de gewenste compositie te verkrijgen, die vervolgens precies zó werd neergezet door tien vrienden – vijf mannen en vijf vrouwen – in dat weiland in Broek in Waterland. Het resultaat is één haarscherpe en ultiem geënsceneerde foto, waarop het in eerste instantie lijkt alsof je honderd mensen ziet. Het zijn er echter tien, in tien verschillende posities. Zij dragen daarbij steeds andere kleren. Dat heeft een anonimiserend effect.

Die in totaal honderd verschillende kledingstukken geven een extra dimensie aan het verhaal rond deze foto. Ze zijn gemaakt door honderd verschillende kleermakers in Beijing, China. Zijlmans en Jongenelis zijn voorafgaand aan de fotosessies in het weiland naar China gegaan en hebben op uniforme wijze portretfoto’s gemaakt van al deze kleermakers in hun werkomgeving. Daardoor komen deze kleermakers opeens heel dichtbij. Zij worden uit de anonimiteit gehaald waar Chinese kleermakers voor ons westerlingen gewoonlijk in verblijven. Zij zijn de verpersoonlijking van de sociale, economische en financiële interdependentie van onze wereld, waarin iedereen van iedereen afhankelijk is geworden. Van honderd kleermakers met al hun persoonlijke verbindingen naar tien vrienden naar één foto: het is ‘hundred to ten to one’, waarbij het vele (de Chinese kleermakers) verpersoonlijkt wordt en het weinige (tien vrienden) geanonimiseerd.

Elk product is door tientallen handen van ‘all over the world’ gegaan, voordat wij ervan gebruik maken. De foto en het magazine van Zijlmans en Jongenelis geven dat proces een gezicht. ‘Act local’ (een feestje in Broek in Waterland), zeggen ze, maar ook: ’think global’ en ‘dress Chinese’. Dit laatste was nodig in het strenge, zichzelf opgelegde concept met de daarbij behorende spelregels. Niets mocht aan het toeval worden overgelaten. De kleuren en de snit van de kleding moesten precies zijn zoals uitgedacht. Dit ten behoeve van Zijlmans’ en Jongenelis’ strenge compositie. Toevallige confectie voldeed niet, enkel letterlijk maatwerk. Het besef van dit proces, van al het werk dat aan de foto vooraf ging, zet aan tot een aandachtige blik. Het dwingt je tot een nauwkeurige observatie en het met volle overgave ‘luisteren’ naar de compositie. Het grote orkest speelt en je komt ogen en oren tekort.

TEN TO ONE
Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis
vanaf 28 februari 2009

Museum Boijmans Van Beuningen
Museumpark 18-20, Rotterdam