De vrouw komt steeds minder uit de verf

Mare van Koningsveld
Cecily Brown, LADY WITH A LITTLE DOG (2009 - 2010), Courtesy: Contemporary Fine Arts, Berlijn / Gagosian Gallery, New York (Foto: Jochen Littkemann)

Het is een merkwaardige gewoonte waaraan vrijwel iedereen zich schuldig maakt: in gewone dingen iets menselijks willen zien. Wolken vervormen zich voor onze ogen tot reuzen, façades van huizen worden gezichten, in de knoesten van een houten balk zijn mensfiguurtjes te herkennen en in talloze culturen spreekt het mannetje van de maan tot de verbeelding. Dergelijke associaties zijn een belangrijk element in het oeuvre van de Amerikaanse kunstenaar Cecily Brown (1969), van wie het werk nu te zien is in de tentoonstelling Cecily Brown: Based on a true story in het GEM, museum voor actuele kunst in Den Haag.

De schilderijen van Brown, meestal groot van formaat, bestaan uit talloze verschillende gekleurde, kleine vlekjes. In veel werken kun je, als je goed kijkt, vrouwelijke naakten, hondjes of bijvoorbeeld wasberen herkennen. Op het eerste gezicht is er geen sprake van figuratie, slechts van abstractie. Een interessante compositie van vlekjes en streepjes vult het gehele doek. De schilderijen combineren de gevoeligheid van het impressionisme met de uitbundigheid van het expressionisme. Van die eerste stroming leent Brown de schetsmatigheid, van de tweede stroming de robuuste verfstreek. Nergens wordt het beeld saai, het geschilderde is volmaakt in evenwicht. De kleuren zijn goed gekozen: warme mengkleuren maken het geheel uitbundig en energiek, maar overheersen nergens. Pas na lang turen, verschijnen er bekende vormen. Zoals een liggend vrouwfiguur, dat met haar hoofd naar de rechterbenedenhoek hangt. Het hondje dat bij haar arm ligt, kun je pas ontwarren nadat je de titel op het bordje hebt gelezen.

Brown geeft haar werken titels mee als Lady with a little dog en Why Are there People like Frank in the World. Als je geen kennis hebt genomen van die titels, zijn de schilderijen formeel wel interessant, maar mis je de inhoud. Als je wel besluit om de titels te lezen, dan ontsluit het schilderij zich voor je. Het probleem is dan wel dat je er moeilijk nog een andere voorstelling in kunt zien. Het is als het psychologische spelletje van de ambigue, omkeerbare figuur: als je eenmaal de oude vrouw in de tekening hebt ontwaard, wordt het lastig de jonge vrouw opnieuw te ontdekken.

Brown lijkt zich van dit probleem bewust. Zij gaf enkele van haar recente werken geen titel. Maar omdat haar schilderijen de laatste jaren abstracter zijn geworden, is het ontbreken van de titel hier als het ontbreken van een handvat. Het gevolg is dat er geen figuratieve elementen meer te ontdekken zijn in de schilderijen en het werk zich niet meer op de spannende grens tussen figuratie en abstractie bevindt, maar ‘gewoon’ abstract wordt. Ook haar versoberde kleurenpalet en haar overstap naar kleinere formaten doen haar werk geen goed. Door de snelle, losse toets verworden de kleine schilderijtjes tot saaie schetsen. De sombere bruinen en grijstinten die Brown nu af en toe inzet, maken de speelse, lichte compositie doods.

Het is juist het werk waarmee Brown bekend is geworden: schilderijen van naakte vrouwen, groot van formaat, kleurrijk en balancerend op de grens van abstract en figuratief, dat het meest blijft fascineren. Brown zet de toeschouwer hier op zijn plaats, lijkt het. Het publiek moet namelijk zoeken naar naakte lichamen in uitdagende poses; niet op een klein intiem schilderijtje, dat misschien beter bij het onderwerp zou passen, maar op een groot doek. Daar zijn de figuren open en bloot, maar tegelijkertijd verstopt tussen de losse verfstreken. Het maakt van de toeschouwer een onbewuste voyeur. Voordat je iets ziet, moet je immers eerst worden verteld waarnaar je eigenlijk aan het gluren bent …

Cecily Brown, GHOST WANTED (2008), Courtesy: Contemporary Fine Arts, Berlijn / Gagosian Gallery, New York, Foto: Jochen Littkemann