De plek of het specifieke kunstwerk

Nathalie Zonnenberg

De bindende factor binnen de tentoonstelling ‘I.C.I.' in W139 te Amsterdam is site specific werk. Dat betekent dat de geselecteerde kunstenaars speciaal voor deze tentoonstelling een werk hebben geproduceerd dat is geïnspireerd op de ruimte. Met een dergelijk uitgangspunt is het gewicht dat op de specifieke werken komt te liggen niet gering. Immers, zij verwijzen naar niets anders dan hun plek in en ten opzichte van de bestaande ruimte. En moeten in staat blijken daar een nieuwe ervaring in op te roepen.

Tussen voor- en achterzaal tekent zich binnen dit gegeven een scheiding af. De voorzaal is door de Franse kunstenaar Guillaume Leblon omgebouwd tot een environment waarin verschillende media samenkomen. Een kartonnen ‘kastsculptuur' waarin vanuit verschillende uitgespaarde nisjes licht schijnt, wordt gecomplementeerd door een tegenovergeplaatst ‘afdakje' aan de wand. De strak vormgegeven objecten vormen een merkwaardig interieur met een opeenstapeling van keien in de hoek, een aan de wand bevestigde radiator, een vreemde uitstulping in het tapijt en een raam dat een wat troosteloos zicht biedt op de straat door de voortdurende stroom van waterstraaltjes die er langs sijpelt. Een filmprojectie van een wandeling door de ruïne van de modernistische villa Cavroix in Zuid Frankrijk, maakt de installatie tot een overtuigend geheel.

De suggestie van een situatie binnenshuis waarin natuurlijke principes even ongepast als op hun plaats zijn, is verrassend.

De doorgang tot de achterzaal steekt enigszins af tegen deze veelbelovende entree. Het werk van Krijn de Koning dat voor- en achterzaal met elkaar verbindt, gaat een relatie aan met de rommelige barruimte, of Kulturbierkeller zoals het persbericht meldt, van W139. De Koning is in dit soort onmogelijke situaties meestal op zijn best, maar hier loopt de sculptuur, hoe ingenieus ook, onverbiddelijk op tegen de rommeligheid van de ruimte. Hij kan door de gebrekkige, onafgewerkte materiaalkeuze geen spannend tegenwicht bieden. In de achterzaal wordt het nog moeilijker. De werken die hier als reactie op de ruimte zijn gemaakt, eerder een vraag dan een vaststelling, kunnen de strijd met de immense achterzaal over het algemeen niet aan. De kunstenaars nemen in dat geval hun vlucht tot een afgeleide van hun eigen werk en trekken zich van de ruimte nog maar weinig aan. Een uitzondering hierop vormt het werk van Peter Stel. Static Flux, een ‘niet inklapbaar klapgordijn', dat onderaan een van de dakramen is bevestigd, nodigt uit om de functie van licht in relatie tot ruimte te herformuleren. Zijn poging krijgt echter geen bijval van de overige werken. De Ierse kunstenaar Una Henry heeft weliswaar gebruik gemaakt van bepaalde aspecten van de tentoonstellingsruimte, maar de langs de vloer geprojecteerde videobeelden van twee drentelende damesschoenen met een handtas in de WC's van W139, zijn in de grote achterzaal nauwelijks site specific te noemen. Ook de in-situ tekening van Erik Odijk, die doorgaans een mooi evenwicht met de omringende ruimte vormt, blijft in deze context teveel een plaatje aan de wand.

Het minst op zijn plaats is misschien wel de bijdrage van de Oostenrijkse kunstenaar Michael Blum. De installatie die hij maakte – een samenstelling van twee videoprojecties in een verduisterd paviljoentje, diaprojecties en een leestafel met economische tijdschriften en kranten – is gebaseerd op een onderzoek dat hij sinds enige tijd doet naar de strategieën van macht in onze samenleving. In een van de video's zien we humoristische beelden van de kunstenaar in een ski-oord terwijl hij probeert Das Kapital van Marx te ontleden. Het op zich interessante werk was waarschijnlijk beter tot zijn recht gekomen buiten de dwingende thematiek van de ruimte. Jammer is dat de achterruimte niet, zoals voor- en tussenruimte, door één kunstenaar is vormgegeven. Een eenheid in gedachten en vormtaal zou de ruimte zeker krachtiger hebben getransformeerd, en van een coherente aansluiting op het thema hebben voorzien.

ANRI SALA CHRISTIAN JANKOWSKI, FILM AND VIDEO WORK, t/m 7 jan

De Appel, Nieuwe Spiegelstraat 10, Amsterdam