De ‘opvoedkunst’ van the underground

Aishlinn Bruinja

Ik heb het even nagezocht en het lijkt inderdaad te kloppen. In Nederland zijn er velen gebouwd en maar weinigen in gebruik. Laat staan in hun officiële functie. Godzijdank. Toen het einde van de koude oorlog zich aftekende, verdween daarmee ook de directe dreiging van een atoombomaanval. De uit voorzorg gebouwde schuilkelders werden volgestort met zand, raakten simpelweg in de vergetelheid, of kregen een nieuwe functie toebedeeld. Zo ook de schuilkelder van de gemeente Dalfsen. Het negatieve bijproduct van de industriële revolutie vormt nu onder toezicht van kunstenaar en ‘galeriehouder' Pim Trooster het toneel van een vreedzamer strijdveld; dat van de kunsten.

Om te beweren dat een kunstwerk per definitie een element is binnen een bredere context, is niet zo moeilijk. Alleen al tijd en ruimte zijn twee begrippen waar het niet buiten kan. De omgeving waarin het werk wordt getoond, gaat in meer of mindere mate altijd een relatie aan met het kunstwerk. Wat dat betreft zou je een nature-nurture debat ook best op een kunstwerk kunnen loslaten; gedeeltelijk ontsproten uit het brein van de kunstenaar, gedeeltelijk gevormd door haar omgeving. Al proberen conservatoren en galeriehouders vaak als een bezorgde ouder de invloed van die omgeving zoveel mogelijk te beperken. Zalen worden waar het kan ‘uitgekleed' en veranderd in de steriele ruimtes die door bezoekers niet soms zo ‘ongezellig' worden genoemd. Maar het kunstwerk moet immers voor zich kunnen spreken. Niets mag de aandacht van haar afleiden. Wat zou er nu van een kunstwerk terecht moeten komen wanneer het in een schuilkelder moet gedijen?

Alien Oosting heeft een gedeelte van de kelder als projectruimte mogen gebruiken. Haar werk vormt één van de twee werken die zijn samengebracht in de tentoonstelling About Space. Gedurende een verblijf van een aantal weken in het gastenverblijf heeft ze de ruimte uitgebreid onderzocht. In haar objectieve benadering daarvan heeft zij de kelder tot haar ‘schildersdoek' gemaakt. Middels kleine ingrepen, zoals het optisch verlengen van muren met een gipsbewerking of het vervormen van het perspectief door het toevoegen van schaduwvormen op de grond, wordt haar gedachtegang op een poëtische wijze bijna tastbaar gemaakt. Alle ingrepen leiden samen naar het centrum van haar werk dat bestaat uit een driedimensionale maquette van de kelder. De wanden van deze maquette heeft ze doorgetrokken in de rest van de ruimte. Zo heeft ze heel subtiel een ruimte achter de kelder weten te suggereren, waardoor haar broze installatie de dikke wanden van de kelder doorbreekt en contact maakt met de wereld ‘daarbuiten'. About Space gesproken.

Het andere werk van deze expositie is een videowerk van Anky van der Heijden. Speciaal voor de ruimte van Club 11 (bovenin het Post- CS gebouw in Amsterdam, waar ook het Stedelijk Museum haar tijdelijke onderkomen heeft) maakte zij Reverse Eleven. In aangepaste vorm wordt diezelfde film nu in Dalfsen getoond. We bevinden ons weer in Club 11 en kijken door een van de grote ramen uit op het nachtelijke Amsterdam. Daar beneden branden straatlantaarns, en zo nu en dan zien we een auto passeren. Dan valt plotseling een menselijk figuur van, zo lijkt het, een paar etages boven ons, naar beneden. Nog één! Een hele regen aan mensen volgt. De mensenregen wordt geleidelijk vervangen door huisraad. En het huisraad verandert op haar beurt in een bloemenregen die zich uiteindelijk als sneeuw voor het raam ophoopt. Een korte stilte en de hele mikmak zweeft als een zeepbel weer langzaam naar boven. Grappig hoe je jezelf in een schuilkelder van Dalfsen op een van de hoogste punten van Amsterdam kunt wanen. Interessant ook hoe een werk dat aanvankelijk was bedoeld voor een specifieke locatie op een andere locatie heel goed, misschien zelfs beter, tot zijn recht komt. Het is aardig hoe dit werk de ruimte psychisch doorbreekt. Maar ach, wanneer dat het doel was geweest, had een willekeurige Hollywood-productie ongetwijfeld ook volstaan. Inhoudelijk gezien doet het werk geen enkele uitspraak over ruimte, laat staan dat het, wat dat betreft, nieuwe inzichten biedt.

Reverse Eleven, menselijke figuren die uit een flatgebouw vallen… need we say more? Wanneer de film van Van der Heijden tot je is doorgedrongen, doet zich iets wonderlijks voor. Er wordt een derde werk aan de tentoonstelling toegevoegd; het is de kelder zelf. De koude oorlog mag dan wel voorbij zijn, nog steeds niet alle strijd heeft zich verplaatst naar het veld van de kunsten. Hoewel je het werk van Van der Heijden zeker niet zwaarmoedig kunt noemen (het is eerder een monument ter omhelzing van het leven) komt in deze setting onvermijdelijk de recente wereldpolitiek naar boven. Wat zou dit monument van het verleden nog van betekenis kunnen hebben in de toekomst?

Een tentoonstelling waar de tentoonstellingsruimte fungeert als een soort lijmmiddel om een onderlinge relatie tussen de kunstwerken te bewerkstelligen, klinkt niet erg veelbelovend. Maar toch. Uit het nature-nurture debat bleek reeds dat de invloed van de omgeving ook positieve uitwerkingen kent. En inderdaad, hier werkt het, zonder dat de oorspronkelijke betekenis van de ruimte gaat overheersen. De twee werken afzonderlijk zijn sterk. In context met hun huidige omgeving, sterker.

ABOUT SPACE t/m 26 februari 2007, Safe , Raadhuisstraat, Dalfsen (ingang via de brede trap tegenover Eshuis Etiketten)