Iedereen weet wat bacteriën zijn en dat de aarde rond de zon draait in een uitgestrekt heelal. Toch zouden we hier zonder wetenschap geen notie van hebben. Nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen nestelen zich vaak pas na lange tijd in ons voorstellingsvermogen. Als het aan Marthe Zeevenhooven, initiator en curator van New Realism: The Gaze of Science, ligt, kunnen kunstenaars ons daarbij helpen – zeker nu complexe, dynamische systemen de boventoon voeren in de (bèta)wetenschappen.
New Realism: The Gaze of Science is te zien op het Amsterdamse Science Park. De keuze voor deze omgeving is logisch: veel van de deelnemende kunstenaars hebben samengewerkt met UvA-wetenschappers of zich in ieder geval laten inspireren door hun onderzoek. De aangeboden privérondleiding van Zeevenhooven is zeer welkom, want de beschikbare plattegronden bleken in de eerste week verkeerd gedrukt, en er gaat natuurlijk niets boven live tekst en uitleg van de curator zelf.
Heeft de wetenschap kunst nodig? Zeevenhooven meent van wel: “Kunstenaars zijn in staat om wetenschappers op een andere manier te laten kijken naar hun materie, hun onderzoek en de resultaten daarvan.” Als voorbeeld haalt ze kunstenaar Lotte Geeven aan, die voor haar werk The Sound of the Earth (2013-2014) geluidsopnames maakte in een negen kilometer diep boorgat op de Duits-Tsjechische grens. Wetenschappers vonden het aanvankelijk een bespottelijk idee, maar uiteindelijk werden zij hierdoor tot nieuw onderzoek geïnspireerd. The Sound of the Earth is geen onderdeel van New Realism, maar van Geeven is wel The Sky Museum (2016) te zien in het intieme Pomphuisje. Deze video toont verschillende museumzalen waarin volgens de begeleidende fluisterstem, ‘de atmosfeer’ in verschillende vormen aan de kijker voorbijdrijft.
Privérondleiding of niet, de audiotour Particle Hunt (2016) van kunstenaar Doina Kraal is aan te raden. De tour leidt de bezoeker langs een reeks interventies die Kraal pleegde in het UvA-gebouw en op het terrein van het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-Energiefysica. De wandeling voelt inderdaad als een zoektocht naar minuscule deeltjes, zo overweldigd zijn we door de gebouwen. Een foto op ware grootte getuigt ervan dat hier tot 1998 een gigantische deeltjesversneller stond. Nog steeds worden hier onderdelen voor de grootste natuurkundige experimenten ter wereld gebouwd, en op het terrein is een enorm datacentrum in aanbouw. De bezoeker voelt: hier gebeuren belangrijke dingen.
Maar we komen voor de kunst. Zeevenhooven leidt ons langs een zorgvuldig diagonaal afgesneden boomstam, en iets verderop een sculptuur van asymmetrische prisma’s in een raamkozijn. Esthetisch plezierig, maar het blijven losse elementen die zelfs met begeleiding van de audiotour net te weinig interactie aangaan met de omgeving. Hadden deze werken in een white cube niet hetzelfde effect gehad?
Een groot deel van de tentoonstelling bevindt zich in het UvA-faculteitsgebouw. Hier worden Kraals interventies afgewisseld met op zichzelf staande werken verspreid over twee verdiepingen: van videowerken en keramiek tot visualisaties van cellen en moleculen die door het hele gebouw heen tegen ramen aanhangen. Je hebt bij deze visualisaties aanvankelijk niet door dat ze onderdeel van de tentoonstelling zijn, zozeer passen ze bij het gebouw.
Ook zijn er verschillende video’s te zien, waaronder een installatie van fotograaf Gwenneth Boelens. Op een scherm legt fysicus Erik Verlinde met behulp van een wiskundige formule zijn theorie over zwaartekracht uit, ouderwets op een schoolbord gekrijt. Op het tweede, grotere scherm worden Verlindes woorden door een danser naar beweging vertaald. Hoewel dat niet direct leidt tot een beter begrip van de theorie, is het resultaat fascinerend.
Naast een mooi abstract landschap van Tarja Szaraniec, geïnspireerd op onderzoek van aardwetenschapper Harry Seijmonsbergen, hangen en liggen werken van Maura Biava. Biava vatte haar verwondering voor de schoonheid van wiskundige orde in tekeningen en prachtige vijfhoekige tegels met geometrische patronen erop. Het zijn mooie werken, maar je mist toch wat context. Want wat hield dat onderzoek van Seijmonsbergen precies in? En waarom hebben de tegels deze vorm, en niet een andere?
New Realism wil laten zien hoe kunstenaars een nieuwe beeldtaal ontwikkelen met de wetenschap als inspiratiebron. Toch resten na een aangename wandeling door een zinnenprikkelende omgeving de vragen waarmee we begonnen. Wat voegt de kunst die hier gepresenteerd wordt toe aan de wetenschappelijke beeldtaal? En waarom wordt zo sterk de nadruk gelegd op wetenschappelijke beelden?
New Realism lijkt te vertrekken vanuit een klassiek ‘ivoren toren-beeld’ van wetenschap, zonder veel oog voor onderzoekspraktijken en -interventies. Hermetische wetenschap meets hermetische kunst, op een manier die vooral dezelfde verwondering oproept als de wetenschap zelf. De werken gaan daardoor vaak naadloos op in hun wetenschappelijke omgeving. Wie de tentoonstelling wil beleven zonder audiotour en plattegrond, mist dingen en interpreteert weer andere dingen wellicht verkeerd. Daarmee bestaat het risico dat de bezoeker uiteindelijk meer overweldigd is door de plek dan door de kunst zelf.
Tegelijkertijd slaagt Zeevenhooven erin een staalkaart te bieden van de esthetische verwondering die conceptuele en visuele kunstenaars ervaren zodra ze zich verdiepen in bètawetenschap. Ze maakt duidelijk dat daar meer dan voldoende inspiratie te vinden is. In die zin brengt New Realism een deel van de wetenschap dichter bij een artistiek geïnteresseerd publiek: een belangrijke verdienste.