Op de vloer in een atelier van de Rijksakademie is een zoutspoor ontstaan met organische vormen. Zoutkristallen lijken een kaart te vormen van een zee met zandbanken, eilandjes en strand. Een week eerder vulde Carlos Irijalba deze ruimte gelijkmatig met zout water, door slijtplekken in de vloer heeft het zout zich op bepaalde plekken opgehoopt. Aan de raamkant is de vloer schoon. Het water stroomde naar de andere kant van de ruimte, daar waar de ruimte het meest is gebruikt. Aan die kant is de vloer meer versleten, daar liepen kunstenaars, stonden hun materialen en kunstwerken. De vloer is niet alleen de grondlaag van dit werk, het is bovendien bepalend voor hoe Puddle of sea er uiteindelijk uitziet. Het zout maakt de sporen van de vorige gebruikers van het atelier zichtbaar. Dit is een schildersatelier, daarin wordt aan de kant van het raam niet intensief gewerkt.
Op de zoute vloer zijn een aantal ‘bruggen’ geplaatst van opengevouwen landkaarten die zijn overgoten met aluminium. De vouwlijnen van de kaarten zijn nog zichtbaar, maar dat wat er op de kaarten staat, is niet meer af te lezen. Het aluminium heeft de kaart verbrand, maar als je het aluminium weer zou smelten zou er wederom een andere ‘kaart’ ontstaan. Juist die verschillende gedaantes van de materie spreken Irijalba aan. Alle onderdelen van zijn presentatie prikkelen je om stil te staan bij de verschillende vormen van het materiaal, de geschiedenis die erin zichtbaar is of de manier waarop je waarneemt. Volgens Irijalba is waarneming namelijk iets persoonlijks; dat wat jij ziet, voelt, hoort en ruikt, heeft betrekking tot jezelf en zegt iets over jou. Dingen gaan bijvoorbeeld pas snel als jij vindt dat ze snel gaan. Een mens staat altijd in een bepaalde relatie tot (on)natuurlijke processen en veranderingen.
De waarde van een bepaald materiaal wordt ook zichtbaar in het werk Stone reel dat bestaat uit rijen staven die naast en onder elkaar zijn geplaatst. De kleuren veranderen geleidelijk van koperrood naar witachtig. Het werk laat alle verschillende grondlagen van één plek zien, zo’n 300 meter onder de grond in Spanje. Het is als één verticale lijn uit de grond geboord, wat nu door Irijalba horizontaal in stukken wordt gepresenteerd. De verschillende kleuren en lagen laten het verstrijken van de tijd duidelijk zien. De eerste lagen zijn nog ‘onbelangrijk’, maar hoe lichter de grond wordt, hoe bruikbaarder, want het laatste stukje is puur fluoriet, een belangrijk element in de productie van aluminium.
In een andere ruimte is de oorsprong van Irijalba’s zoute water te vinden. Hier liggen staven grond die chemiebedrijf AkzoNobel vierhonderd meter onder Nederland heeft geboord. Daar bevindt zich een 240 miljoen jaren oude zee, die nog steeds bruikbaar zout oplevert. Irijalba heeft dergelijke staven opgelost om zout water te maken, waarna hij het in het andere atelier verspreidde. Terwijl de staven in de ene ruimte alleen zoute resten achterlaten, lijken ze er hier robuust bij te liggen. Bij deze staven wordt de video Time surface getoond, waarin een snel voorbijtrekkend landschap te zien is. Het is onduidelijk waar de reis heengaat, omdat alle referenties zijn weggelaten. Het enige herkenbare is het landschap, dat opvallend vaak alleen uit stenen of rotsen bestaat.
In een hoek van dezelfde ruimte liggen de rechthoekige stukken asfalt Water sheet. Irijalba zocht naar een eigentijdse tegenhanger voor de materialen waar hij steeds mee werkt. Asfalt is een materiaal voor de huidige generatie. Bovendien wordt het gebruikt om andere tijden af te sluiten, het sluit met één dikke laag alle andere grondlagen af. Irijalba wilde perse asfalt tonen in A4-formaat, het papierformaat waarop informatie vaak wordt overgedragen. Er bleek maar één manier om het asfalt in een scherpe vorm te snijden: door middel van water. Water lijkt onschuldig, maar zodra het een sterke concentratie heeft, wordt het ijzerscherp. Weer blijkt dat één materiaal totaal van gedaante kan veranderen.
Irijalba probeert op interessante wijze de grenzen van de mogelijkheden van de materialen op te zoeken en weet deze als een landschap samen te brengen. Er zijn allerlei verbanden en relaties te leggen tussen de verschillende objecten. Objecten die niet alleen een esthetische waarde hebben, maar daarnaast ook een bewustzijn voor de materie oproepen. De verschillende materialen blijken an sich interessant en mooi te kunnen zijn. Dat kan per toeval door de loop der dingen ontstaan en relatief makkelijk ook weer verdwijnen, oplossen of kapotgaan. Daarnaast word je bewustgemaakt van een wereld die je niet direct ziet, zoals een zee onder Nederland die wordt weggeboord. Het roept bij mij een beeld op van de wereld als een gatenkaas, waarbij niemand beseft dat die gaten er zijn. De wereld, de natuur, lijkt door het werk van Irijalba nog ongrijpbaarder en verwonderlijker te worden.