Buro Leeuwarden: Hoe ‘experialisme’ zoek kan raken

Aishlinn Bruinja
Alex Kooistra, Bermdanser

De muziek klinkt spannend. Rechts in de hoek staan de kaashapjes al klaar. Je kunt zien dat er moeite is gedaan om de ruimte leuk aan te kleden; overal om me heen zie ik vrolijke lampjes, gekleurd plastic en felle kleuren. Er is mij een feestje beloofd. En voor feestjes ben ik altijd wel te porren. Dit is het feest van de Lente. Maar verder is er nog niemand gearriveerd, dus besluit ik vast een beetje rond te kijken.

Dat dit geen standaardfeestje beloofd te zijn, blijkt wel uit de vreemde attributen die ik tegenkom. Want waar anders tref je droogkappen, opblaaszwembadjes, knuffeldieren of ‘brulemmers' aan? Bij die laatste word ik uitgenodigd in een emmer al mijn frustraties er uit te schreeuwen. Ik aarzel. Zal ik het doen? Het voelt een beetje vreemd om in dit grote nette gebouw alleen in een emmer te schreeuwen. Net bij de ingang ligt een tapijtje van kunstgras en staat een tv waarop springende studenten van de Rietveldacademie te zien zijn. Ze sporen me aan met hen mee te doen. Ik aarzel. Zal ik het doen? Het voelt een beetje ongemakkelijk om hier op en neer te springen. En dan is er nog die mysterieuze grote zwarte kubus. Of ik mijn schoenen uit wil trekken en er in wil gaan zitten. Als ik daar de koptelefoon opzet, zal mij een persoonlijke lentezegen worden ingefluisterd. Ik aarzel. Zomaar mijn schoenen hier onbeheerd laten staan?

Deze twijfel is nu precies datgene wat kunstenaar, performer én muzikant Alex Kooistra ter discussie wil stellen op zijn feestje. Door het strakke keurslijf van sociaal wenselijk gedrag en beleefde voorschriften raken we het contact met onszelf af en toe een beetje kwijt. Kooistra wil met zijn doe-tentoonstelling mensen activeren dingen te doen, die ze normaal niet durven of als ongepast beschouwen. Hij wil mensen hun kinderlijke onbevangenheid teruggeven; er moet meer plezier gemaakt worden! Kooistra houdt niet van zeurende en klagende mensen en de lente grijpt hij aan als startsein om wat meer vrolijkheid in het leven te brengen. Deze bewonderenswaardige levensinstelling kan denk ik niet anders dan worden toegejuicht. En daarom is het ook zo jammer dat die op de tentoonstelling wordt overschaduwd door een gebrek aan ruimte en een slechte selectie.

Zijn streven om mensen te inspireren noemt Kooistra ‘experialisme'. En zijn werken psychologische experimenten. Een benaming die volgens mij voor een aantal werken geheel terecht is. Daarom vraag ik me af wat ze hier op een tentoonstelling doen. De ‘brulemmers' zouden het volgens mij erg goed doen in een workshop, maar hier? En het springen op een grasmat zou ongetwijfeld goed aanslaan als activiteit in de buitenlucht, maar deze ene vierkante meter is echt te klein. Of wanneer dit werk uitgevoerd zou zijn geweest in een grote zaal, waarvan de vloer volledig bedekt zou zijn met kunstgrasmatten en de video bijvoorbeeld geprojecteerd in plaats van op zo'n klein teeveetje getoond, zou het werk al een stuk overtuigender zijn. En dat is tegelijkertijd het probleem van de hele tentoonstelling.

De ruimte is te klein. Er staat te veel werk in. Of niet genoeg. Door het midden te houden, is het een rommelige tentoonstelling gebleven die niet in staat is het niveau van het werk te ontstijgen. Neem bijvoorbeeld een werk als De gedachtewasstraat. Hier loop je als eerste doorheen wanneer je de tentoonstelling bezoekt. Het werk bestaat uit verschillende kleine gedichten die aan beide zijde van de muur zijn opgeplakt. Een heel mooi werk, maar het was beter tot zijn recht gekomen, als hier meer ruimte voor was genomen. Een gang vol gedichten zou de titel Gedachtewasstraat al veel meer eer aan doen.

Het ruimteprobleem had voor een groot deel al kunnen worden opgelost door een aantal doe-dingen alleen als activiteit aan te bieden. Daarnaast bezorgen werken als de grote groene brievenbus – waar je gevraagd wordt een brief aan de aarde te schrijven, die je vervolgens door een gat op de grond ziet vallen – je niet meer dan een beleefde glimlach, zoals op de flauwe grap van een oom op een verjaardagsfeestje.

Gelukkig raakt de optimistische boodschap niet helemaal zoek. Kooistra's werken waarin hij als geluidskunstenaar beeld en poëzie met elkaar verbindt, bewerkstelligen op veel subtielere wijze wat zijn psychologische experimenten in deze setting niet lukt; het tevoorschijn toveren van een oprechte glimlach.

Inmiddels loop ik op deze warme lentedag nog steeds alleen rond op het feestje van de Lente. Bij de kaashapjes hangt een briefje dat een aantal eetcafés in de buurt in aansluiting op deze tentoonstelling speciale lentehapjes verzorgt. Ik besluit mij onder de mensen op een van de vele terrasjes te mengen. Plezier maken doe je immers samen. Is de missie van Kooistra toch nog enigszins geslaagd.

LENTE, Alex Kooistra, t/m 13 mei 2007

Buro Leeuwarden
Fries Museum, Turfmarkt 11, Leeuwarden