Buren

Marieke van Hal

Dat Brabant veel talenten herbergt, is wel gebleken tijdens de laatste Olympische Spelen. De ene na de andere medaille werd door een Brabo in de wacht gesleept. Of bijzondere Brabantse bekwaamheden ook in de beeldende kunst te vinden zijn, dat is met de groepstentoonstelling ‘Buren', die nu in het Eindhovense Van Abbemuseum te zien is, onderzocht. Vijftien jonge kunstenaars met een maximale leeftijd van vijfendertig jaar zijn geselecteerd op grond van hun roots in het Brabantse land. Is er dan iets als kunst met een zachte g?

Dat blijkt niet het geval, zo staat ook in de catalogus. Gelukkig hebben de tentoonstellingsmakers dit gewoonweg geconstateerd. ‘Buren' is een potentiële staalkaart van een generatie jonge beeldend kunstenaars, die elk eventueel Brabantse accent heeft verloren. De exposanten zijn dan wel allen in de provincie Noord-Brabant geboren of hebben op een kunstacademie gezeten in Breda, Den Bosch of Tilburg, gezamenlijke thema's of overeenkomstige drijfveren zijn er niet. De enige bindende factor is diversiteit. Een diversiteit aan vormen, onderwerpen en technieken die de tijdsgeest in de beeldende kunst op dit moment typeert, maar ‘Buren' ook tot een allegaartje maakt.

Zo is er oud en nieuw werk, goed en minder goed, speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt gelegenheidswerk, en werk met een tijdelijk karakter, vaak zijn dit ruimtelijke installaties. Ook zien we dat allerlei oude en nieuwe media met elkaar zijn gecombineerd. Een mooi voorbeeld is de cd-rom installatie ‘Indifference to the Truth' van Mathilde ter Heijne. Ze digitaliseerde vijfhonderd transparante potloodtekeningen. Met de muis kan de bezoeker makkelijk door een labyrint van ruimtes bewegen. Een muisklik op een menselijk figuur geeft in een flits een schokkend mediabeeld weer. Van gruwelijke martelingen, liquidaties of massamoorden waar dan ook ter wereld. De flits, veel te kort om te bevatten, lijkt ons te wijzen op de grote hoeveelheid en daardoor geringe impact van dit soort beelden in de media. Doen ze ons nog wat?

Jeroen Offerman, die sinds zijn studie aan het gerenommeerde Goldsmiths College in Londen woont, heeft eveneens oude ambachten aan hedendaagse technieken gekoppeld. Hij knutselde een videoschilderij in elkaar. Bij de entree zien we een projectie van de Nunmead-begraafplaats in Londen. Later in de expositie wordt duidelijk waarom dit praktisch stilstaande videobeeld intrigeert. In een zaal zien we een cameraopstelling die de begraafplaats, bestaande uit geknipte en geplakte foto's op een tafel, registreert. Een monitor met wolkenlucht dient als achtergrond. Van Alexandra Rouppe van der Voort zijn ondermeer foto's uit de serie ‘Ode aan mijn vader' te zien, belangrijk werk in haar oeuvre maar ons eigenlijk al wel bekend. Haar fotobeelden waarin ze zichzelf en naaste omgeving grimeert en portretteert, hebben een sterk zelfonderzoekend karakter. Wineke Gartz, William Speakman en Dirk van Lieshout maakten installaties of omgevingswerken, ruimtes ingericht om het publiek een ervaring mee te geven of in een andere realiteit te betrekken. In deze categorie is Van Lieshout's ‘Sedate FM', een samenwerkingsproject met Grace Ndiritu, het meest geslaagd. De bezoeker kan zich uitleven op allerlei verplaatsbare houten objecten al dan niet bedekt met kunstgras. Koptelefoons geven elke plek in de ruimte een andere dimensie.

Een fascinerende douchecel hoog tegen de muur kan via een gefiguurzaagde trap worden bereikt. Marc Bijl demonstreert dat er ook plaats is voor humor in de beeldende kunst, ook al vindt hij het zelf vreemd dat mensen zijn werk geestig vinden. "Ik word er namelijk niet vrolijker van", zegt hij. En dat is te zien. Hij heeft zichzelf als een pop uitgebeeld. In het zwart gekleed en met het tijdschrift Flash Art in zijn jaszak, zo ligt hij languit met een fles in zijn hand op de grond. Kunstmoe. Openingen zijn hem teveel geworden. Met dit alter ego beeld geeft hij ironisch commentaar op zichzelf en het kunstwereldje om hem heen. Niets geen romantisch kunstenaarsbestaan, lijkt hij te zeggen. In tegenstelling tot de eerder genoemde ‘omgevingswerkers' doet Bijl geen moeite om een andere realiteit te creëren en heft hij de scheiding tussen het werkelijke leven en de artificiële wereld van de kunst zoveel mogelijk op. Dat doet hij door een openbare afvalbak gevuld met fietsresten neer te zetten en deze te betitelen als ‘Compositie met vuilnisbak en fiets'. Ook bouwde hij een muurtje met daarachter troep en blacklight, een door junks ingenomen plek. En als zodanig uit het leven gegrepen.

Het Van Abbemuseum blinkt uit in zijn tentoonstellingen met een signalerend, vaak internationaal karakter. Daarnaast heeft het museum in het verleden met regelmaat aandacht besteed aan kunst uit de regio. Ook nu heeft het weer aan zijn plicht voldaan. Een typisch Brabantse stijl is gezocht, maar niet gevonden.

BUREN, t/m 4 feb

Van Abbemuseum, Vonderweg 1, Eindhoven, di-zo 11-17 uur