Brankoeschj / Brankoesi

Lien Van Leemput
BOZAR Brancusi Constantin, Léda, 1926 © Centre Pompidou, MNAM-CCI, Dist.RMN-Grand Palais - Adam Rzepka, Sabam Belgium, 2019

25.01.2020

“Het is Brankoeschj, niet Brankoesi”, zegt een vader tegen zijn kinderen. Bran-koe-schj… ik herhaal het woord in mijn hoofd en probeer mijn lippen ernaar te vormen, zonder geluid. Ik vind het nogal raar klinken. Er is toch niemand die Brankoeschj zegt? Wat weet deze man er nu van? Maar, ik moet toegeven dat ik wel word aangetrokken door de overtuigingskracht waarmee hij de naam uitspreekt. Ik volg de man stiekem, en in het kielzog van zijn kinderen luister ik naar wat hij te vertellen heeft. Hij blijkt een echte Brankoeschj-kenner te zijn.

Ik keer even terug op mijn stappen. Letterlijk dan. Bij aankomst op de tentoonstelling van Constantin Brancusi in BOZAR, Brussel, word ik gedwongen mee te gaan in een stroom van mensen. Allen daar verzameld om de beelden van Brankoeschj te zien. Ik kan me amper bewegen tussen alle lichamen die zich verdringen om een glimp op te vangen van de werken van de beeldhouwer. Ik moet me opdringen om een foto te kunnen zien of een plaatje te lezen. Mijzelf rondom een beeld bewegen, in een cirkel, om zo alle aspecten van dat beeld te kunnen waarnemen, lijkt onmogelijk. Mensen staan stil, bewegen zachtjes, traag, in kringetjes of in rijtjes, en praten zacht. Al snel besluit ik mij niet te verzetten tegen het tempo, maar mee te gaan met de stroom. Eens ik hier deel van word, kan ik mij er gemoedelijk in voortbewegen en aandachtig elk werk in me opnemen.

Verrast was ik, door Brankoeschj. Ik verwachtte een beeldhouwer, echter kreeg ik een fotograaf én een filmmaker. Laten we beginnen met Brankoeschj als beeldhouwer. Hij behandelt zijn materialen met het grootste respect. In een korte docu zie ik hoe zijn grote handen met dikke vingers glijden over hout, steen, brons, marmer en kalksteen, alvorens hij begint met kappen. Hij kapt direct in de grote blokken materie, zonder voor- studie, en puurt zijn vormen uit tot een geometrische eenvoud overblijft. De tot beeld gevormde materialen zijn elegant en robuust tegelijkertijd. Het mannelijke en het vrouwelijke komen in confrontatie én in evenwicht met elkaar. De mannelijke kracht en ruwe beginmaterialen resulteren in beelden die zowel een vrouwelijke als mannelijke sfeer in zich dragen. Brankoeschj leefde tussen zijn materialen, omringd door zijn objecten. Alles in zijn atelier werd vervaardigd door zijn eigen handen. Kunst en leven waren één.

In dit leven zie ik Brankoeschj als een totaalkunstenaar, iemand die zich niet in een bepaald hokje laat plaatsen en zichzelf ook nadrukkelijk op het toneel plaatst. Erg letterlijk zelfs, want er bestaan verschillende foto’s van hem in zijn atelier, poserend tussen zijn objecten. Hij plaatst zichzelf als maker op de scène, tussen zijn objecten, waarvan hij ook de compositie bepaalt. Door te spelen met licht, schaduw en vorm ontstaat er een ruimtelijke spanning tussen de beeldhouwwerken. Hij tilt ze naar een volgend niveau door middel van fotografie. De foto is een middel om objecten in een andere taal te laten vertellen. Plots zijn ze props én acteurs op de scène. Met het idee van beelden als props gaat Brankoeschj nog een stapje verder wanneer hij ze begint te filmen. Het object toont zich van alle kanten. Of beter, Brankoeschj laat zien hoe het van alle kanten bekeken kan worden. Licht werpt een andere en belangrijke blik op een bewegend beeldhouwwerk. En ook de blik werpt een andere interpretatie op beweging. Ik word overdonderd door een filmpje van een vrouwelijk model dat zich heel traag voortbeweegt te midden van zijn beelden. Met kleine bewegingen van haar vingers, die haast lijken te dansen, vertelt ze een soort verhaal tussen en met de objecten. Haar onderarmen bewegen op en neer, haar bovenarmen rijken naar de hemel, ook haar schouders draaien zachtjes rond, helemaal tot in de nek die haar hoofd draagt. Ze beweegt zich zoals Brankoeschj zijn beelden vormt. Eenvoudig, tot in de essentie, en puur. Puurheid schuilt niet in één aanblik, maar in de combinatie van verschillende aanblikken.

Alles valt plots op zijn plaats. De beelden van Brankoeschj zijn niet statisch maar dynamisch, net zoals het menselijk lichaam. Zo is ook een foto niet statisch maar wekt die beweging op in het oog en in de geest. Object, materiaal, vorm en compositie vloeien in elkaar over. Het filmpje van het bronzen beeldhouwwerk Leda is hier een mooi voorbeeld van. Buitengewoon is het. Héél gewoon, héél eenvoudig, maar ook spectaculair gewoon. Het was dit beeld dat ik meteen koppelde aan Muybridge’s filmpje van de man en het paard. Beide tonen iets eenvoudigs, een duidelijke vorm. Hiernaast tonen beide ook beweging, een object dat zich in een ruimte bevindt, lijkt te bewegen, maar is dit ook echt zo? Brankoeschj filmt Leda alsof het een levend wezen is, het is een model dat hij op een draaiend platform zet en filmt onder verschillende lichtinvallen. Het bronzen materiaal draagt bij aan het spel van reflectie, licht en spiegeling. Op zich een eenvoudig gegeven: hetzelfde beeld dat draait en draait en draait. Zo ook de man en het paard die de hele tijd vooruitgaan, of blijven ze stilstaan? Blijft ook Leda stilstaan op haar sokkel? De confrontatie tussen het statische en het dynamische wordt opnieuw aangegaan. Als kijker word je uitgedaagd om te kijken én te bewegen. Je mag een beeld van Brankoeschj niet eenzijdig bekijken, je moet er rond bewegen, je laten meeglijden door de massa die kringetjes vormt.

De intensiteit van het kijken, van het denken, van het bewegen. Een gelukkige toevalligheid op mijn pad doorheen de tentoonstelling. De twee kinderen van eerder zitten op een trapje. Duidelijk wat moe van alle indrukken die hun hoofden te verwerken kregen. Het meisje zit met haar rug naar haar broer toe. De broer beweegt met zijn vingers héél traag over haar rug. Het beeld pakt meteen mijn aandacht. Mijn eerste gedachte is dat de broer het weldra beu zou worden om over zijn zus haar rug te tokkelen, maar de scène blijft doorgaan. Hij maakt verschillende vormen met zijn vingers, verschillende paden, heel traag wandelt hij van bovenaan tot onderaan de rug. Soms in cirkels, dan weer in rechte lijnen, even zigzaggend. Zijn vingers zijn kleine beentjes die een verhaal vormen op het oppervlak van een rug. Het tafereel lijkt eindeloos te duren. Heel even denk ik dat Brankoeschj deze kinderen hier met opzet heeft neergezet. Ik kijk op en af naar de kinderen en naar Leda, en zie plots heel veel overeenkomsten. Een emotie vult mijn lichaam.

Brankoeschj, niet Brankoesi”, zegt een vader tegen zijn kinderen. Zoals beelden sterker, mooier, krachtiger zijn wanneer ze de vrijheid hebben om te bewegen, zo zijn ook woorden mooier, sterker, krachtiger wanneer ze de vrijheid krijgen om uitgesproken te worden. De beelden van Brankoeschj zijn niet statisch, of stil, neen ze zijn luid en aanwezig en levendig en beweeglijk en soms ondoorgrondelijk mooi en mysterieus. Net zoals woorden dat altijd zouden moeten zijn.

Lien Van Leemput is grafisch ontwerper, schrijver en performer. Haar interesseveld schippert tussen het alledaagse en het bijzondere, tussen het rationele en het absurde. Ze probeert de banale alledaagse wereld te vatten in woorden, beelden en bewegingen.