Met een kakofonie van typetjes geeft You All Fell For My Act een kijkje in de wereld van de aangenomen pose. De tentoonstelling is geproduceerd door de studenten van de Rookie MA, Showroom MAMA’s curatorenopleiding. In 2008 werd het programma speciaal in het leven geroepen om de kunstprofessionals van de toekomst een podium te bieden en is in Nederland daarmee de enige in haar soort. Het Curatorial Programme van De Appel komt in de buurt, maar is specifiek bedoeld voor hen die hun sporen reeds verdiend hebben. Dat een indrukwekkend cv geen voorwaarde voor een geslaagd kunstproject hoeft te zijn, bewijzen de Rookies met You All Fell For My Act.
‘Hoewel de tentoonstelling niet gaat over de virtuele alter ego’s, niet over opgepoetste foto’s op Facebook en niet over fenomenen als chatroulette, lijken veel mensen dat wel te denken,’ aldus Rookie Jesse van Oosten. Het is echter de macht van de lens, gehanteerd door jezelf of door een ander, die de tentoonstellingsmakers fascineert. Wanneer de camera op ons gericht wordt, schieten we in de fotogenieke modus. We worden steeds meer in beslag genomen door verwachtingspatronen en het voldoen aan het beeld dat we van onszelf scheppen. Weten we ondertussen nog wel wie we daadwerkelijk zijn?
Dat bijna ongemerkt poseren maakt Kim Nuijen (1984) zichtbaar door haar lens te richten op de mens in het wild. Voor Instant Reflex (2011) vroeg ze iedereen even naar de camera te kijken – en drukte af. Lachende, zichtbaar opgetogen mensen, mensen die de lens van hun eigen camera op de fotografe richten, ongeïnteresseerde figuren, opgeheven handen en jolige gekke bekkentrekkerij: de reacties zijn legio. De index van het bijbehorende boek categoriseert de reacties en maakt van het project een sociologisch experiment. Of reduceert het tot aapjes kijken, zo je wilt.
Renée van Trier (1983), net afgestudeerd van het Sandberg Instituut, domineert met haar alter ego’s de tentoonstelling. Haar video’s en foto’s laten op komische en tegelijkertijd tragische wijze zien hoezeer de huidige generatie haar best doet om een iconisch beeld van zichzelf neer te zetten. Onvermoeibaar dansend in een glitterpakje lijkt zij zich compleet op haar gemak te voelen in haar act. Iets verderop hangt een scherm waarop een bijna stilstaand beeld te zien is. De twee meisjes, de één staand en breeduit glimlachend, de ander zittend en pruilend, blijken bij nader inzien toch te bewegen. Soms knipperen ze met hun ogen of valt een minieme wiegende beweging van hun lichaam op. Hun krampachtige glimlach en pruillip blijven echter bevroren. Tot in wat de laatste seconden van de bijna-still blijken te zijn: het lachende meisje probeert dan ineens hardhandig een lach op het gezicht van het pruillipje te forceren.
Overvalt mij bij de personages Van Trier nog een gevoel van plaatsvervangende schaamte, bij de Amerikaanse Jamie Warren (1980) maakt dat gevoel plaats voor een aangenaam inwendig gegrinnik. Warren is in haar zelfportretten als een soort kameleon te zien in subculturen van over de hele wereld; haar te zien wentelen in andermans aangeleerde excentriciteit doet je beseffen dat ieders act er maar één van de velen is. Het biedt een relativerend perspectief: al de verschillende acts heffen elkaar op, waardoor de onderliggende mens komt bovendrijven.
Die overdrijving, hetgeen waar kunst haar kracht deels aan ontleent, voert op You All Fell For My Act de boventoon. Door een karikatuur van de hedendaagse samenleving neer te zetten, hebben zowel de kunstenaars als de tentoonstellingsmakers geprobeerd een statement te maken. Echter, er wordt niet alleen gereflecteerd op andermans toneelstukje. De gecultiveerde rol van de maatschappijkritische en geëngageerde kunstenaar staat eveneens te kijk. En dan vraag ik me af, is die overdrijving niet een even fascinerende act? Ook die is namelijk onderhevig aan verwachtingspatronen en groepsgedrag; de kunst blijkt daarmee uiteindelijk de grootste act van allemaal.