Albert Heijn wordt Allah

Milka van der Valk Bouman

Voor wie op 11 september jongstleden geen zin had eindeloos terug te blikken op De Ramp maar toch in de sfeer wilde blijven, bood De Balie in Amsterdam een aardig alternatief. Hier was de presentatie van het boekje Albert Heijn wordt Allah. Uitgangspunt van deze publicatie is een opmerkelijk kunstproject dat precies een jaar geleden, vlak na 11 september 2001, plaatsvond in de Amsterdamse Slotervaartbuurt.

Tarik Sadouma en Bastiaan Franken, die samen TABA 79 vormen, richtten daar een leegstaand Albert Heijn filiaal in als moskee. De oude en nieuwe functie van de ruimte kwamen samen in de visuele aankleding. Met een even simpele als doeltreffende ingreep toverde het kunstenaarsduo het AH logo om tot het Arabische woord Allah. De bekende blauwgroene supermarkttas werd omgevormd tot een geometrisch ‘tegeltableau' dat alle binnenwanden van de ruimte bekleedde. De voormalige supermarkt functioneerde een maand lang daadwerkelijk als gebedsruimte. Tijdens de Ramadan kon de moslimgemeenschap uit de buurt gebruik maken van deze wonderlijke hybride plek. De grote etalageruit bood hierbij aan voorbijgangers een blik op de biddende moslims: hun hoofden naar het blauwwitte logo gebogen.

Het zal niemand verbazen dat het project van TABA 79 het landelijke nieuws haalde. Supermarkt en moskee, het logo en het heilige, consumptiemaatschappij en Ramadan: wat het allemaal precies betekende wist niemand, maar de ogenschijnlijk naadloze combinatie stond garant voor aandacht. Toch houdt de beschouwer al snel een vreemde bijsmaak over aan het project. Moslims die bidden tot Albert Heijn? Voorbijgangers die voyeuristisch naar binnen loeren? Is het niet op zijn minst dubieus om gelovige brave zielen in een kunstproject te laten opdraven? En wat vonden die moslims er zelf eigenlijk van?

Wie hoopt dat het boekje Albert Heijn wordt Allah opheldering biedt, komt bedrogen uit. Zo makkelijk kom je er bij TABA 79 niet vanaf. Geen beschouwende kunsthistorische teksten, geen statements van de kunstenaars. Het prachtig vormgegeven boekje bestaat geheel uit interviews met mensen op straat naar aanleiding van het project. Met naam en toenaam mag Jan en alleman zijn zegje doen. Zoals de achterflap vermeldt, bestaat de publicatie uit een ‘integraal verslag van gesprekken met Nederlanders over de Albert Heijn moskee'. En inderdaad, integraal is in dit geval niets teveel gezegd. De gesprekken worden zonder enige selectie letterlijk weergegeven, zodat de lezer bedolven wordt onder eindeloze babbelpraat. Over de vraag of het hier kunst betreft, en wat het project betekent. Over de moslims die al dan niet voor gek staan, en of dat zomaar kan. De kunstenaars houden wijselijk hun mond en laten ‘de mensen' aan het woord, wat vaak hilarische teksten oplevert. Feit is dat de meeste geïnterviewden het project niet zelf gezien hebben en het hoogstens van de berichtgeving in de media kennen. De publicatie is dus twee slagen verwijderd van het eigenlijke project: het doet verslag van de beeldvorming bij het grote publiek naar aanleiding van de beeldvorming in de media.

Waarom deze al te democratische aanpak? Wat moet je als lezer met bladzijden vol borrelpraat over onderwerpen die op zichzelf interessant zijn? Door de spreektaalvorm ("Maar op zich is het ook erg op het randje… omdat, ja, omdat het toch wel iets betekent of zo…") en het gemiddelde niveau van de opmerkingen is het boekje op zijn zachtst gezegd weinig leesbaar. Albert Heijn wordt Allah moet echter gezien worden als onderdeel van het project: als kunstwerk. De tekst houdt de lezer een spiegel voor. Door de hoeveelheid meningen en meninkjes realiseert hij zich de banaliteit van zijn eigen ideeën op dit vlak. Want iedereen heeft onmiddellijk zijn goedbedoelde mening klaar, maar komt ondertussen geen stap dichterbij De Ander. Dit wordt door de vormgeving letterlijk geïllustreerd. De moslims die van de supermarktmoskee gebruik maakten, komen nadrukkelijk niet aan het woord. Ze zijn alleen aanwezig als beeld: in de vorm van een reeks fotootjes die de interviews op elke pagina onderbreken. Door de bladzijden als een flipbook te bewegen, zie je de gelovigen al biddend naar beneden buigen en weer opstaan. Tussen de onuitputtelijke woordenstroom van de Nederlanders gaan de moslims rustig hun eigen gang. Van enige communicatie tussen beide werelden is geen sprake. TABA 79 staat erbij en kijkt er naar. Het kunstenaarsduo biedt geen oplossing, maar legt met dit geraffineerde project de vinger op de zere plek.

ALBERT HEIJN WORDT ALLAH, TABA 79

Albert Heijn wordt Allah, Uitgeverij De Balie, 2002, ISBN: 9066172827