1+1 = iets nieuws

Marieke Voeten
Paul Bogaers, UPSET DOWN (2010)

Op de witte muren van de projectruimte van museum De Pont in Tilburg hangen de foto’s van Paul Bogaers (1961) verspreid als een muzikale compositie. Soms netjes naast elkaar, dan weer zo hoog dat je het afgebeelde nauwelijks kunt zien. Kleine foto’s, grote foto’s en sommige zo onopvallend dat ze je bijna ontgaan. In de tentoonstelling Upset down combineert Bogaers beelden met elkaar. De foto’s komen uit zijn persoonlijk archief en zijn door hemzelf genomen of gevonden. Deze werkwijze heeft de Tilburgse kunstenaar vaker toegepast, bijvoorbeeld in zijn tentoonstelling ECHO in Spaarnestad in 2009. Ditmaal heeft hij regelmatig een beeld andersom opgehangen.

In het boek dat verscheen bij de tentoonstelling, zijn gedeeltelijk dezelfde beeldcombinaties te zien, maar ook nieuwe. Leuk aan het boek is dat je het op twee manieren kunt lezen. Eerst Down en na de laatste pagina draai je het boek om en bekijk je de Up-kant van het verhaal. Het boek is daarin veelzijdiger dan de tentoonstelling. De omdraaiing levert fraaie beeldcombinaties op, maar die kunnen in De Pont, logischerwijs, maar van één kant bekeken worden. Het boek leert dat het omkeren van beelden wel degelijk nieuwe associaties, nieuwe verhalen oproept. Neem bijvoorbeeld de foto van een gescheurd schilderij met bomenlandschap. Een deel van het schilderij hangt als een lap stof naar beneden met een stuk karton als achtergrond. Dit beeld is gecombineerd met een foto van een vrouw in lange bloemenrok die voorovergebogen staat en iets in het gras lijkt te zoeken. Achter haar bomen en struiken. In de projectruimte van De Pont is het beeld van de vrouw omgekeerd. Hierdoor springt vooral de compositie in het oog. De vrouw is een lichte plek die zich op ongeveer gelijke hoogte in het beeld bevindt als het loshangende stuk canvas. Zij lijkt het bomenlandschap in te zweven en erdoor te worden opgenomen. ‘Hap’, het canvas klapt dicht en de vrouw is weg… Als de vrouw rechtop staat, lijkt ze juist iets te zoeken wat er door de scheur in het schilderij niet meer is. De vruchtbare grond is weg, kaal karton blijft over.

In het boek kan je naar hartenlust schakelen van het ene naar het andere perspectief. Dat is leuk en verduidelijkt het effect van de omdraaiing van beelden. Maar of het nu de beelden in het boek of de beelden in de projectruimte betreft, de beeldcombinaties van Bogaers laten je steeds verhalen verzinnen. De voorstellingen passen vaak wonderbaarlijk mooi bij elkaar, het is beeldpoëzie. Wat zien we? Opvallend veel gaten. Letterlijk gaten in de weg, maar ook schaduwen die een gat suggereren. Vormen die overeenkomen, maar van verschillend materiaal zijn: een geribbeld stuk steen en een lap stof die uit het raam hangt. Bogaers werkt veel met licht-donker contrast en composities die suggereren elkaars spiegelbeeld te zijn. Zo worden de beelden bijna vanzelfsprekend één.

Lang niet alle beeldcombinaties hebben een duidelijke reden om een paar te vormen. Zo is er bijvoorbeeld een close-up van losgewrikte straatklinkers. Dit beeld is gecombineerd met een deel van een zwart gespikkelde hand. Een reuzenhand die met een kleine beweging de straatstenen optilt, maar ook een aangetaste hand. De overlap tussen de twee foto’s is een zwarte strook. Aan de ene kant een schaduw en aan de andere kant een ondergrond waar de hand tegenaan ligt. Een toevallige vorm verbindt twee totaal verschillende beelden en maakt er een nieuwe, wonderlijke eenheid van.

Wat toegankelijker en lichter van toon is het beeldenpaar van enerzijds een bruidje, dat een tent instapt (van achteren gefotografeerd) en anderzijds een tunnel met licht aan het einde. Dit beeld komt verschillende keren terug in de tentoonstelling (afwisselend met bruidje of tunnel op de kop) en siert de kaft van het boek. Voorover gebogen, met kordate stap, stort het bruidje zich in de donkere gang. Weet ze wel waar ze aan begint? Leuk detail is dat Bogaers deze foto’s nam op een bruidsmodeshow: de bruidjes zijn nep!

Uit de expositie en het boek blijkt bovenal dat Bogaers een goede observator is. Hij kijkt verder dan een enkel beeld. Hij laat verbanden zien tussen beelden die anders verborgen zouden blijven. Hij noemt dit zelf subrealisme of ook wel gedachtefotografie. Zijn foto’s zijn de feiten, zaken die hij heeft waargenomen en vastgelegd (of gevonden). In het boek en in de tentoonstelling presenteert hij een feitenrelaas zonder verder commentaar. Het is aan de beschouwer om de reactie die ontstaat door de combinatie van beelden, plaats te laten vinden. Het nieuwe beeld, of de nieuwe betekenis die hierdoor ontstaat, bestaat echt. Dat is niet alleen een gedachtespinsel, er liggen feiten aan ten grondslag. Bogaers maakt datgene wat tussen twee beelden ligt, tastbaar.

UPSET DOWN
Paul Bogaers

t/m 21 november
De Pont
Wilhelminapark 1, Tilburg

Paul Bogaers, UPSET DOWN (2010)
Paul Bogaers, UPSET DOWN (2010)

Lees ook: