11-09-2002

Rob Malasch

11-09-2002. Veel erger dan verleden jaar mag het komende september niet worden. "When worse comes to worst, it has to become better…" zal 2002 ons hopelijk leren: er zijn op het beeldende kunst platform veel hoofd- en bij zaken in de ‘Pipeline', die voorlopig heus weleens als belangwekkend beschouwd kunnen gaan worden.

Allereerst komt begin april NRC-critica Renée Steenbergen dan eindelijk met haar Magnum Opus ‘Iets wat zoveel kost, is alles waard', het 500 pagina's dikke boek over verzamelaars van moderne kunst in Nederland, dat alles in zich heeft een klassieker te worden. Zoals haar uitgever Vassallucci fijnzinnig weet te melden: "De kunstverzamelaar in Nederland dient snel op de lijst van beschermde diersoorten te worden bijgeschreven," luidde in 1990 het oordeel van een panel specialisten uit de kunstwereld. Vraag 1: wie waren die specialisten uit de kunstwereld? Toch niet weer Jan van Adrichem en/of Helen van der Mey en /of Martijn van Nieuwenhuysen, die binnenkort het Stedelijk Bureau Amsterdam gaat inwisselen voor iets in Londen: ICA of misschien wel de Tate Modern. Geert Dales misschien? Ik kan niet wachten wie dat panel was. Dat kunnen we ongetijfeld in Steenbergens promotieverslag opzoeken. ‘Iets wat veel kost, is alles waard: verzamelaars van moderne kunst in Nederland' zal ongetwijfeld verplichte kost worden voor iedereen die weleens verder kijkt dan zijn smaak lang is.

Veel ellendiger dan het flutboekje van de Boekmanstichting onder redactie van dr. Truusje Gubbels met als ronkende titel: Kunst te Koop of Voor Veel Geld kun je Kunst kopen kan het onmogelijk worden. Als we Truusje moeten geloven, moeten alle moderne galeristen en masse bij diverse bankinstellingen (het liefst de BoerenleenBank) substantiële (lees torenhoge) leningen en/of kredieten aanvragen om net als onze Britse (lees Londense kennisenkring of voormalige werkgevers van Helen van der Mey) collegae professioneel aan de weg te kunnen timmeren. De banken van het midden -en kleinbedrijf zien de aspirantleden van de Nederlandse Galeriebond onder leiding van galerie Nouvelle Images uit de hofstad in rijen van tien al aan komen. Dat kan nog lachen worden bij accountmanagersbalie. Mag ik hopen dat er in godsnaam daar dan geen bloed gaat vloeien. Is het inhoudelijk idealisme dan werkelijk helemaal uit het zicht verdwenen dankzij de eigentijdse galerist, die zo nu en dan weleens wat verkoopt? Ben bang van wel…maar dat is maar goed ook. Want Kunst en Commercie hoeven elkaar natuurlijk niet in de weg te staan. Zie Warhol en luister toch eens naar de jonge heer Frans Haks, die het al decennia luidkeels overal en nergens heeft geroepen en zelfs niet te beroerd blijkt te zijn om bij Opium Teevee (Wat zijn langste uitzendtijd al weer gehad heeft) aan onze lieftallige Harmke Pijpers nog maar eens uit te leggen dat Mendini's tandenstokershouder niet alleen commercieel, want heel betaalbaar, maar ook kunst is. Bovendien is die tandenstokerhouder heel snoezig om te zien. Het toch al geen-door-deweekse gezicht van Pijpers viel volkomen uit haar, tja waaruit eigenlijk? Zelden zo'n afgrijselijke grimas op het scherm kunnen verdragen; het leek wel Francis Bacon in eigen persoon.

Altijd meer dan de moeite waard zijn de komende tentoonstellingen bij galerie Fons Welters. Fons, altijd de rust zelve en nog steeds gewoon met zijn poten in de Limburgse löss. Maar wat een leuke visie op moderne kunst. Altijd hogelijk verrassend. Gewoon de beste galerie van Nederland. Paul Andriesse eat your heart out. Welters weet als geen ander onze vaderlandse kunst een authentiek belang te geven. En het zou mij niet verbazen als Welters ook nog behoorlijk goed verkoopt. Veel adequater en daardoor spannender dan onze zogenaamde Britse voorbeelden.

Misschien mag Anthony D'Offay, die nu toch zijn galerie heeft opgedoekt, een tijdje stage lopen in de Bloemstraat. Ook Maureen Paley, Sadie Coles, Victoria Miro en Jay Joplin kunnen bij Welters nog heel veel leren en daar hun voordeel mee doen. U ziet maar weer; commercie is kunst.