Zwijgen is zilver, spreken is goud

Alexander Mayhew
Krista van der Niet, APPELS, 2010

Liefhertje en De Grote Witte Reus; het zouden goedaardige karakters uit een sprookje van Hans Christian Andersen kunnen zijn. Het is echter de niet-alledaagse naam voor een tentoonstellingsruimte in Den Haag. Sinds november 2008 combineert Liefhertje en De Grote Witte Reus een winkel met een expositieruimte. In de winkel worden producten van startende en gevestigde ontwerpers verkocht en in de expositieruimte wordt werk van jonge kunstenaars getoond, waarbij de nadruk ligt op fotografie.

In de kleine, strakke white cube achter het winkelgedeelte worden op dit moment foto’s getoond van Krista van der Niet (1978) en Natascha Libbert (1973). De foto’s van Van der Niet worden betiteld als ‘sculpturale stillevens’: in haar studio maakt zij assemblages van variërende voorwerpen, zoals vruchten, groenten en bloemen, waar zij vervolgens foto’s van maakt. Deze beschrijving zou het beeld kunnen oproepen van traditionele 17e eeuwse stillevens van tafels vol met eten en drinken, maar daar is bij Van der Niet geen sprake van. Slechts één van de getoonde werken, waarin aubergines, avocado’s en bramen tegen een zwarte achtergrond zijn gefotografeerd is te vergelijken met een traditioneel stilleven. Het plastic bakje waar de bramen in liggen haalt de beschouwer echter direct weer terug in het heden en benadrukt de onnatuurlijkheid van de assemblage.

In een stilleven komen in de regel geen levende wezens voor, maar daar stoort Van der Niet zich in haar ‘sculpturale stillevens’ niet aan. In het werk Appels zien we een meisje met blond haar aan een tafel zitten. Haar ogen zijn gesloten. Haar witte blouse is gevuld met rode appels. Het werk Stoel toont een meisje dat ogenschijnlijk niet meer doet dan omgekeerd op een stoel zitten. Bij nader inzien vormen haar benen de achterpoten van de stoel en is het de enige manier om de stoel in evenwicht te houden. Deze beide foto’s doen denken aan de zogeheten One Minute Sculptures van Erwin Wurm. Deze serie werken van Wurm bestaat uit foto’s, video’s en performances waarin een willekeurige persoon een interactie aangaat met alledaagse objecten. Hierbij kun je denken aan het balanceren van een gele emmer op het hoofd of het plaatsen van twee theekopjes op de onderkant van de voeten. Het volstoppen van je blouse met rode appels of het balanceren op een stoel zonder achterpoten zou in de reeks van Wurm niet misstaan.

Volgens de begeleidende tekst neemt Van der Niet de toeschouwer ‘ondanks de vriendelijke, humoristische en uitgesproken esthetische benadering terloops mee in haar ambivalentie ten opzichte van de consumptiemaatschappij.’ Maar wat zij eerder lijkt te doen is op een bijzonder intelligente manier het werk van andere kunstenaars incorporeren in haar eigen beeldtaal. Naast Wurm ziet men de invloed van de esthetische bloemenfoto’s van Robert Mapplethorpe en de geassembleerde zelfportretten van Thorsten Brinkmann. Daarentegen ontbreekt daarbij een kritische toon die bijvoorbeeld Sarah Lucas in haar door meloenen, sinaasappels, komkommers en eieren bewoonde installaties en foto’s wel legt.

Natascha Libbert heeft door haar fotoserie Take me to the Hilton, waarmee zij in 2009 afstudeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende kunsten in Den Haag, al enige bekendheid verworven. Een selectie werd gepubliceerd in het NRC Magazine en de serie verscheen in boekvorm. In Take me to the Hilton richt Libbert haar camera op vijfsterrenhotels en lobby’s van luchthavens: op luxe plaatsen waar mensen intens naar kunnen verlangen, maar die uiteindelijk niet aan onze hooggespannen verwachtingen kunnen voldoen, omdat ook deze geperfectioneerde leefomgevingen oneffenheden en barsten vertonen.

In Liefhertje toont Libbert drie ongetitelde foto’s met hetzelfde formaat van 80 bij 80 cm. Het lijkt of Libbert de kijker mee wil nemen naar plekken in de natuur. Op één van de foto’s staan links een dorre maïsplant en een baal hooi, maar het grootste deel blijkt te worden ingenomen door een stuk tentdoek waar een zonnig natuurtafereel op is afgedrukt. Natuurlijkheid en kunstmatigheid gaan hier bijna naadloos in elkaar over. Een andere foto, waarop een man achter een vliegengordijn is afgebeeld, zou een doorgang in een bijzondere tuin kunnen zijn, maar blijkt bij verdere inspectie in een tuincentrum te zijn gemaakt. Bij de derde foto, een wazige afbeelding van een stuk tuin of park, verwacht je ook iets onnatuurlijks aan te treffen, maar dat gebeurt niet.

Als serie vormen de drie foto’s een aardige exercitie in het kijken, maar wanneer de werken afzonderlijk worden beschouwd zijn de afgebeelde plaatsen te non-descript en willekeurig gekozen om de coherente zeggingskracht van de werken in Take me to the Hilton te evenaren. Liefhertje presenteert de drie foto’s als nieuwe fotografische werken. Libbert zou over haar eigen grenzen de dialoog in haar verstilde werken opzoeken. De foto’s stammen echter uit 2008 en gaan daarmee vooraf aan de serie Take me to the Hilton. Libbert’s drijfveer om haar camera op de barsten en scheuren van onze kunstmatig gecreëerde en gecontroleerde leefomgeving te richten is dus nog volop in leven. Die verstilling mag zij daarom voorlopig bewaren voor haar oude dag.

KRISTA VAN DER NIET EN NATASCHA LIBBERT
12 februari t/m 3 april 2010

Liefhertje en De Grote Witte Reus
Stationsweg 55, Den Haag

Krista van der Niet, STOEL, 2010
Krista van der Niet, ZONDER TITEL, 2010
Natascha Libbert, ZONDER TITEL, 2008
Natascha Libbert, ZONDER TITEL, 2008