Wat kan een kersverse directeur nog toevoegen aan een internationaal filmfestival, wanneer hij krap vijf maanden voor aanvang wordt benoemd? Het programma ligt grotendeels vast, samengesteld door een team van ervaren programmeurs die bovendien gewend zijn in grote zelfstandigheid te opereren. Een kersverse directeur die ook nog eens naam heeft opgebouwd in de hedendaagse kunst en niet allereerst met film wordt geassocieerd. Zowel in de film- als in de hedendaagse kunstwereld werd daarom met enige scepsis gewacht op het eerste optreden van Rutger Wolfson als (interim-)directeur van het International Film Festival Rotterdam.
Het moet gezegd: Wolfson deed een geniale zet, die eigenlijk zo simpel was dat je het zelf bedacht zou willen hebben. Hij gaf het festival een thema, dat als een rode draad door alle programmaonderdelen zou lopen, namelijk ‘free radicals’. In de filmfestivalcontext te interpreteren als: eigenzinnige filmmakers, die uitgesproken standpunten kiezen en zich niets gelegen laten liggen aan conventies en consensus. Een geniale keuze, omdat het overkoepelende thema van het festival eigenlijk altijd al ‘free radicals’ was; sterker nog, het festival werd 37 jaar geleden opgericht om ruimte te bieden aan de films van eigenzinnige filmkunstenaars en om te dienen als podium voor makers en kijkers. Niets nieuw onder de zon dus? Misschien toch wel, want met de onstuimige groei van aantallen films en bezoekers kon het festival best wat meer structuur gebruiken.
Overigens is er wel een problematische kant aan de keuze voor ‘free radicals’. De term is afkomstig uit de fysische chemie, en duidt op stoffen die radicale veranderingen teweeg kunnen brengen in bijvoorbeeld het menselijk lichaam. Helaas zijn die veranderingen altijd negatief gericht, ze vernietigen ‘goede’ cellen en stoffen en zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor veroudering van het lichaam. Een instructief filmpje op YouTube vergelijkt de werking met het bruin worden van een in stukjes gesneden appel. Tja, en wij maar denken dat eigenzinnige, artistiek radicale standpunten en houdingen positief gezien moeten worden.
Mogelijk heeft Wolfson zich voor de keuze van de term ook laten leiden door Free Radicals van de Nieuw-Zeelandse kunstenaar Len Lye (1901-1980). Een filmpje uit 1957, waarbij op het celluloid gekraste lijnen een dynamische dans uitvoeren op het ritme van Afrikaanse muziek. Deze vijf minuten durende film (ook te zien op YouTube) past helemaal in het jaarlijks terugkerende programmaonderdeel Starting from scratch, waarbij het onder andere gaat om films die zonder camera tot stand zijn gekomen, omdat het filmmateriaal zelf op allerlei manieren is bewerkt. Ook dit jaar blijkt weer uit het rijke programma, georganiseerd in samenwerking met werkplaats WORM, dat film inderdaad voortdurend opnieuw wordt uitgevonden.
De core exhibition van het festival, zoals Wolfson het tijdens de opening noemde, is 3Radicals in Tent. De tentoonstelling is gewijd aan twee oude rotten in het experimentele filmvak, Paul Sharits en Robert Breer, en een radical van een jongere generatie, Cameron Jamie. Van de pionier van de abstracte en experimentele film Paul Sharits (1943-1993) – aan wie het festival een retrospectief wijdde – zijn enkele van zijn belangrijkste werken te zien. Sharits experimenteerde onder meer met de zogenaamde ‘flicker’-techniek: in hoge snelheid schieten letters, woorden of vaker nog kleurvlakken over het scherm. In een film als Declaritive Mode uit 1976-1977 gebeurt dat door twee projectoren die gedurende 38 minuten kleine en grotere rechthoekige kleurvlakken over elkaar heen projecteren. Wie het volhoudt dat uit te kijken zonder gehersenspoeld te zijn, is rijp voor het hoogtepunt van de expositie: de filminstallatie Epileptic Seizure Comparison (1976). Twee projecties boven elkaar tonen afwisselend kleurvlakken en beelden van een man in een ziekenhuisbed met elektroden aan zijn hoofd. De heftigheid van de beelden, de snelheid van de beeldwisselingen en de schrilheid van de harde vervormde elektronische klanken bezorgen de kijker kippenvel. In de installatie 3rd Degree (1982) onderzoekt Sharits de formele aspecten van film: in een drievoudige projectie zien we filmstrips in verschillende stadia van aantasting, tot en met het verbranden van het celluloid. Het levert fascinerende beelden van grote schoonheid op. De installaties worden aangevuld met tekeningen en ander werk, waaronder fascinerende, op muziekpartituren lijkende filmscripts. Sharits sprak van abstract narratieve films: in de verschillende kleuren en het in- en uitfaden probeerde hij veranderingen in zijn emoties weer te geven. Helaas zijn de vertoningen van zijn films in het festival eenmalig geweest, maar wie op internet zoekt, vindt er nog wel een paar.
Een stuk rustiger is het soms aan speelgoed referende werk van de tweede pionier van de experimentele en animatiefilm, Robert Breer (1926). Bijna onmerkbaar schuiven zijn kinetische sculpturen door de grote zaal van Tent., terwijl op een achteloos op de vloer geplaatste monitor zijn klassieke tekenfilm A man and his dog out for air uit 1957 draait (samen met andere van zijn films te zien op www.ubu.com). Waar het werk van Sharits een onontkoombaar hallucinerend effect heeft, stemmen de luchtige, bijna frivole animaties van Breer tot vrolijkheid. Vergelijk de huppelende, stuiterende en omvallende uitgescheurde en gekleurde vormpjes van Form Phases IV (1954) maar met de dwingende rechthoekige kleurvlakken van Sharits. Het is een goede zet geweest deze in Nederland nagenoeg onbekende pioniers samen te brengen in één expositie.
De derde radical, Cameron Jamie (1969), is de troetelkunstenaar van Wolfson. Hij bracht hem al in 2004 in Middelburg en zag nu zijn kans schoon hem als Artist in Focus een prominente plaats te geven in het filmfestival. In de tentoonstelling zijn van hem grote inkttekeningen te zien. Vanaf een afstand zijn het grillige aan elkaar geschakelde vormen, met veel ruimte voor het wit van het tekenblad. Bij beter kijken doemen uit de soepel getekende abstracte lijnen koppen en maskers op, een soort paardenhoeven of vogelkoppen. De abstracte lijnen worden draden en haren, die alle vormen met elkaar verbinden. Deze bizarre vormen krijgen echter pas goed perspectief, wanneer je ze kunt vergelijken met de films van Jamie. Maskers en een voorliefde voor macabere cultuuruitingen vinden we terug in films als Spook house en Kranky Klaus. Helaas waren deze films alleen tijdens het festival te zien, onder strenge bewaking van Jamie zelf. Hij wil zijn films eigenlijk alleen vertonen met live uitgevoerde muziek door The Melvins en de Japanse geluidsmaker Keiji Haino. Het festival bood die gelegenheid op drie achtereenvolgende avonden. De snoeiharde metal rock die oordopjes wenselijk maakte, verleende de films geen nuancering, maar wel een extra dimensie. Waar filmmuziek gewoonlijk wordt ingezet om de kijker zonder dat hij zich ervan bewust is emotioneel te sturen, is de harde geluidsbrij van Jamie’s films van onontkoombaar dik hout. Beeld en geluid versterken elkaar en stuwen elkaar op; het blijkt een overtuigend huwelijk.
In zijn films observeert Jamie als een soort antropoloog sociale rituelen van de Amerikaanse suburbs, zoals ‘backyard wrestling’ in het prachtige BB (2000) en het uitbundig verbouwen van huizen en tuinen tot horror oorden tijdens Halloween in Spook house (2003). Maar ook curieuze uitwassen in de Europese volkstradities weet hij te vinden, zoals het intimiderende optreden van Krampus in Oostenrijk, demonische dierfiguren die als tegenhanger van Sint Nicolaas samen met hem op 5 december rondtrekken en burgers molesteren (Kranky Klaus, 2002-2003). Niet altijd overtuigen zijn films overigens helemaal. In Jo (2004) legt Jamie een verband tussen de door de rechtse Le Pen geannexeerde Jeanne d’Arc herdenkingen in Frankrijk en een jaarlijkse wedstrijd wie-eet-de-meeste-hotdogs-in-tien-minuten in de VS. Beide zijn nationaal gewortelde folkloristische evenementen, maar in de film wordt de parallellie weinig spannend uitgewerkt.
Al met al heeft Wolfson met de keuze van onder andere Cameron Jamie een goede bijdrage geleverd aan de traditie van het festival: eigenzinnige kunstenaars presenteren die de grenzen van film en beeldende kunst verkennen. Het is te hopen dat deze kracht van het festival voortgezet worden, ook wanneer Wolfson zijn interim-directeurschap niet zal verlengen.
INTERNATIONAL FILMFESTIVAL ROTTERDAM
23 januari t/m 3 februari 2008
www.filmfestivalrotterdam.com
3RADICALS
Robert Breer, Paul Sharits en Cameron Jamie
t/m 2 maart 2008
TENT.
Witte de Withstraat 50, Rotterdam
www.tentrotterdam.nl