De lange oprijlaan voert langs gemillimeterde groene velden en hoge bomen om met een boog te eindigen bij een statig neoklassiek bouwwerk met hoge ramen en een groot entreeportaal. De zware houten deur is dicht. Op het gras ervoor staat een legertje van honderd betonnen kruisen streng in het gelid. Als op een kerkhof maar dan iets te dicht bij elkaar. En -ook ongebruikelijk- alle kruisen lijken gemolesteerd; de koppen hangen stuk voor stuk geknakt opzij. Het geheel maakt een beklemmende doodse indruk.
Toch heerst aan de zijkant van het gebouw volop leven. De parkeerplaats staat nagenoeg vol en in een modern zijvleugeltje wordt af en aan gelopen. Op de glazen deur van die zijvleugel hangt een krantenknipsel: 20.000-ste bezoeker voor De Waan.
De Waan is een uitgebreide manifestatie over kunst en psychiatrie op het St. Annaterrein, tegenwoordig beter bekend als het Vincent van Gogh Instituut in Venray. Bijna honderd jaar geleden werd hier de psychiatrie geïntroduceerd. 'Gekken' van heinde en verre en met de meest uiteenlopende ziektebeelden werden er opgenomen. Velen van hen hebben het psychiatrisch ziekenhuis hun leven lang niet meer verlaten.
Inmiddels staat het monumentale instituut grotendeels leeg. Patiënten zijn verhuisd naar buiten het complex en komen nog slechts voor de dagopvang. Alleen de Korsakovkliniek is nog actief. De oudste leegstaande gebouwen zijn verheven tot rijksmonument; maar de bouwwerken van later datum gaan binnenkort tegen de vlakte om plaats te maken voor chique appartementen. Jarenlang werkte de Venrayse stichting Odapark aan de voorbereiding van een internationale manifestatie op het terrein. Deze zomer is het zover. Als bezoeker wandel je door het prachtige park van de ene naar de andere installatie. Deze zetten je niet alleen aan het denken over wat gek en normaal is, maar bespelen al je zintuigen, soms subtiel maar doorgaans scherp en direct.
Dat begint al direct in het naast de receptie gelegen mortuarium. Het gebouwtje dat oogt als een kapel bestaat uit niet meer dan twee ruimtes: een kantoortje en de zogeheten obductieruimte, een steriel betegeld kamertje met verschillende wasbakken en in het midden een grote stenen tafel. Op die tafel -waarin als een visgraat gootjes voor wegsijpelend bloed en andere lichaamssappen zijn gefreesd- werden tot eind jaren zeventig de hersenen van overleden patiënten gelicht om uit te vogelen wat ze gek maakte.
Krien Clevis uit Goirle koos deze ruimte en hing boven de zwarte tafel een geëtste glasplaat. Door er een lamp achter te hangen lijken de hersensachtige structuren van het glas los te komen en als het ware boven de tafel te zweven – als de zielen van de mensen die hier ooit lagen, aldus Clevis.
Ook in het kantoortje tracht zij het diepste wezen van de mensen die hier ooit leefden te ontrafelen en vangen in beelden. Daartoe legt zij opnamen van hersenen en de verlaten gangen en vervallen krochten die her en der in het St. Anna complex te vinden moeten zijn over elkaar heen, waardoor een beangstigend doolhof ontstaat.
Zo diep als Clevis in de psychiatrie kruipt, zo breed interpreteren de meeste Aziatische kunstenaars in De Waan het fenomeen. De Japanse Chiharu Shiota bijvoorbeeld die in de kapel een metershoge installatie bouwde houdt zich bezig met de geest, het vermogen tot denken van de mens.
Om die geest te verbeelden hangt zij acht kinderjurkjes met gigantische slepen aan een rek. Boven de jurkjes hangen douchekoppen waaruit voortdurend water druppelt. Dat water sijpelt langs de jurkjes naar beneden, een spoor van vervuiling achterlatend. Met die smurrie raakt volgens haar ieder mensenleven besmet. Tenzij je er zorg voor draagt om zuiver, schoon of rein te blijven; met name in het hoofd. Dat dat niet eenvoudig is, mag duidelijk zijn. Zelfs het helderste water laat grauwe strepen na, lijkt Shiota's installatie te onderstrepen.
Even verderop in de kloostergang toont zij ook foto's; grote zwartwit beelden van enorme webben die zij weefde op speciale plekken in het complex. Ze maken duidelijk dat niet alleen de menselijke geest soms verstrikt raakt, maar ook de dingen die zij achterlaten na vertrek.
Dringen Klevis en Shiota vooral via het oog binnen, Mathieu Knippenbergh uit Venlo bereikt de bezoeker al van afstand met de penetrante geur van honderdduizenden vliegen die hij in de keuken van St. Anna losliet. Het merendeel van de beestjes is dood; ze leven niet langer dan vier weken. Voor zij echter neervielen speelden zij samen met de kunstenaar een belangrijke rol in de foto's en film die hij toont. Bewegingloos ondergaat Knippenbergh de vliegen of ze nu op zijn hoofd zitten of zijn hele lichaam bedekken. Hij schrijft, hangt en denkt gewoon verder. Zo laat hij natuur, leven en dood samensmelten tot een geheel waarin de mens niet meer is dan het nietigste insect.
Eenzelfde boodschap biedt de collegezaal vol opgezette dieren die Knippenbergh ingericht heeft: de dieren krijgen les in de werking van de menselijke hersenen en staren met wijd opengesperde glazen ogen naar dat deel van de natuur waarin bij mensen de arrogante illusie post vat dat zij beter zijn dan de rest.
Verspreiden de werken van Knippenbergh een vieze muffe geur, het werk van de Koreaanse Jinran Kim is juist aangenaam verfrissend. Grondstof voor haar beelden is dan ook zeep; symbool voor het verstrijken van de tijd. Na iedere wasbeurt is een zeepblok weer een stukje kleiner. Bovendien is zeep reinigend; of zoals Kim schrijft in een soap meditation die uit haar sarcofaag van kleurige zeepblokjes steekt:
"When i go back to my country/iI have to become another person/ i have to wash away my differentness […] i clean away the shameful traces/ of my animal need/ a hungry striving beast seething/ shameful desperate desires."
Van een heel andere orde zijn de papercuttings van de Chinees Lu Shengzhong die in de slagerij staan opgesteld. Hij knipt in zwart en rood rijstpapier, waarbij hij geen enkel papiertje ongebruikt laat. Wild springende wezentjes figureren in zijn werk dat een ongelofelijke concentratie en beheersing vereist. Iedere vorm, ieder symbool kent zijn plaats en van een afstand gezien lijkt het haast alsof zijn figuren een eigen taal creëren. Het is echter een taal die niemand spreekt; een taal die een wereld op zich lijkt te vertegenwoordigen. Mag dit binnen de Chinese traditie de hoogste vorm van spiritualiteit en meditatie vormen, in mijn westerse oog ademen de adembenemend gesneden boeken en kamerschermen ook iets autistisch.
Heel herkenbaar is de hut die Atelier van Lieshout bouwde op het terrein naast de vervallen tennisbaan. Van enige privacy is op St. Anna nooit sprake geweest tenzij je je terugtrok in het bos. Vandaar dat Van Lieshout er een plek inricht met bij elkaar gesprokkeld afvalmateriaal. Het is vrij ondenkbaar dat de patiënten van weleer zich zo'n hut konden permitteren, maar dat steeds meer patiënten die vroeger werden opgenomen tegenwoordig in de ‘echte' wereld moeten zien te overleven in dit soort onderkomens is een feit. Mooi maar eendimensionaal in betekenis zijn de zeven nee-knikkers van de Engelse kunstenaar Peter Welz die in de boerderij staan opgesteld. Met hun ontkenning proberen ze de kijker op afstand te houden. Hetzelfde geldt voor Welz' Single figure moving in a circle backwards: de gestoorde mens mag dan zijn eigen weg bewandelen; de uitvoering is te gladjes en mist de schurende kracht van vergelijkbare werken van Bruce Nauman.
Dan is het nieuwe videodrieluik Human Receivers van Marina Abramovic, ook te zien in de boerderij, heel wat betoverender. In haar visie is de mens niet meer dan een antenne, verbeeldt door grote puntmutsen en blinddoeken waar op de plek van de ogen grote punten uitsteken. Mensen voelen, ruiken en zien wel van alles maar het leven speelt zich buiten ons af, aldus Abramovic. De mens vangt niet meer dan signalen op; ingrijpen is overbodig, het leven ontrolt zichzelf zoals een dobberende boot van richting verandert door de stroming.
Dit neemt niet weg dat het leven op het St Annaterrein na een eeuw rust en waanzin binnenkort een heel andere dimensie krijgt. De doden van weleer zijn daarvan geen getuige meer, het oude kerkhof is geruimd, de duizenden zonnebloemen die In Ho Baik er plantte ter nagedachtenis zijn niet tot bloei gekomen. Resten nog slechts de honderd betonnen geknakte kruizen van Reinier Kurpershoek voor het complex – waarop met een klein plaatje verwezen wordt naar de patiënten die hier stierven. Na de expositie zouden deze een plek moeten vinden op een rotonde ergens in Venray, net als diverse andere werken uit De Waan, om de herinnering aan de waanzin van St Anna op monumentale wijze levend te houden. Omwonenden zien echter weinig in dit plan; het bederft hun uitzicht en zou automobilisten maar afleiden. En zo zijn de oude bewoners -die bij leven niet meer waren dan een nummer en een ziektebeeld- binnenkort misschien gedoemd helemaal van de aardbodem te verdwijnen. Wat dat betreft biedt de menselijke geest op zoek naar orde en normaliteit nog altijd weinig ruimte voor de andersdenkenden.
DE WAAN, tm 1 okt
St. Annaterrein/Vincent van Gogh Instituut, Noordsingel 39, Venray, open do tm zo 11-17