Voor schoonheid was en is hier geen plaats

Bianca Visser

Thuis hadden wij vrij vroeg een videospeler. Op mijn elfde verjaardag kwamen mijn peetouders met zo’n apparaat aanzetten. Zelf maakten ze er geen gebruik van. Daarom waren ze op het idee gekomen om mij het moderne snufje voor een jaar in bruikleen te geven. Ik sprong een gat in de lucht van geluk. Een videospeler!
Het waren de jaren ’80. Dit decennium staat in mijn geheugen gegrift als doomtijd. De aandacht was gericht op Reagan, een man waar mijn vader weinig sympathie voor had. Hij hekelde de angstpolitiek die de machtige Amerikaan over de wereld verkondigde. Het was een groot schandaal wat voor gruwelijke wreedheden deze man in gebieden als Zuid-Amerika uithaalde. Angst en terreur waren, in zijn ogen, Amerika’s kwalijkste exportproducten.
De internationale betrekkingen stonden eens in de zoveel tijd bij ons op de stoep. Haar vertegenwoordigster was Mampsi, een in Engeland opgegroeide Iraanse vriendin van mijn moeder, die bij ons de boel op stelten kwam zetten. Via de media had ik vernomen dat zij uit een voor het Westen vijandelijk land kwam. Zij deed mij echter aan deze opvatting twijfelen.
Haar energieke karakter zorgde voor veel oproer. In mijn herinneringen staan de tirades die zij hield tegen het kwade, imperialistische Amerika nog fris geschreven. Ze kon nogal fanatiek oreren. Deze uitbarstingen werden standaard opgevolgd door een lofrede aan Khomeini, die zij adoreerde als een heilige. Haar hartstochtelijke betuigingen gingen mijn vader soms te ver. Maar van mijn moeder moest hij bedaren. “Ach, neem het allemaal niet zo serieus”, zei ze dan.
Al deze herinneringen kwamen in mij op terwijl ik in Joep van Liefland’s Video Palace rondwandelde. In galerie De Praktijk heeft de kunstenaar een videotheek met afgedankte videobanden opgezet. Deze zaak lijkt sprekend op de duistere uitleen waar mijn vader mij na mijn verjaardag mee naar toe nam om een lidmaatschap aan te vragen. Dezelfde aftandse sfeer, waarin het menselijk bestaan zich cru en uitzichtloos voordoet. Voor schoonheid was en is hier geen plaats.
Op twee naast elkaar geplaatste monitoren worden een promotiefilmpje van het Portugese eiland Madeira en een live concert van de Kelly-family vertoond. Deze gedateerde beelden van liefde en vrede op aarde staan in schril contrast met de hoezen om de banden die de tegenoverliggende wand vullen. Hierop worden geweld en erotiek gepropageerd.
In een verscholen hoek bevindt zich de porno-afdeling. Pornografie hoeft zich niet van drama en liefdesbeloftes te bedienen om de aandacht te trekken. Bij neuken wordt no-nonsense geprefereerd. Hoe minder doekjes er omheen gewikkeld zijn, hoe beter. Tussen de kasten verscholen, hangt in deze hoek een monitor aan de wand waarop eigen werk van de kunstenaar wordt afgespeeld. In Splatter Orgasm zien we hoe de kunstenaar, vanuit de hoogte, wild in de rondte rukkend zijn sperma over de wereld die onder hem ligt strooit. Als vrouw zijnde heb ik eerlijk gezegd weinig affiniteit met deze voor mij baldadige jongens-actie. Het heeft iets naïefs. Ook al kan ik stoutmoedigheid in de kunst altijd wel waarderen. Achter, in de XXX-Kino, zet de zelfkwelling zich voort in de film Men in Pain (See Men Get What They Deserve). De kunstenaar kronkelt over de vloer met zijn hoofd en ledematen geketend in metalen bollen.
Geconfronteerd met een sfeer die mij terugbracht naar de jaren ‘80, vervolg ik stilletjes peinzend mijn weg terug naar het station. Ik denk aan de berichtgeving rond het overlijden vorig jaar van president Reagan, waar ik zo verbaasd over was. De media spiegelde onverwachts een geheel andere werkelijkheid voor dan de mijne. Reagan bleek volgens de kranten een uitmuntende president te zijn geweest. Gelukkig blijkt Noam Chomsky de verschrikkingen uit dit tijdperk, die hij in zijn boek Hegemony or Survival beschrijft, niet vergeten te zijn.
Vroeger had ik wel eens medelijden met Mampsi. Zij gedroeg zich zoals zij dacht dat een goede Iraniër zich dient te gedragen. Ferm hield zij zich aan haar identiteit vast. Geheel opgaan in de westerse maatschappij was voor haar geen optie. Dan heulde zij met de vijand. Aan deze situatie hebben wij zelf ook meegewerkt. In de films in Van Liefland’s Video Palace is iedere Arabier waarschijnlijk een terrorist. VHS is door de DVD ingehaald. Verder verandert er niet veel.

VIDEO PALACE, Joep van Liefland, 6 t/m 9 januari 2005

Galerie De Praktijk, Lauriergracht 96, Amsterdam, di t/m za 13–18