Verwondering over een medium

Antoine Achten

“Kan de fotografie in deze tijd nog een rol vervullen als medium dat (kritisch) informeert en communiceert over maatschappelijke onderwerpen?” Wie tijdens de laatste Foto Biënnale Rotterdam een antwoord zocht op deze door de organisatoren gestelde vraag had het niet moeilijk: een kleine. In ieder geval niet als zelfstandig medium en binnen een beperkte opvatting van het begrip ‘engagement’.

Vanuit de moderne communicatiesystematiek beschouwd komt de vraag ook enigszins naïef over. In de strijd om het publiek aan zich te binden ontwikkelen organisaties (profit en non-profit) complexe strategieën. Daarin worden voortdurend de grenzen afgetast. Mooi is telkens weer het cliché-voorbeeld Benetton. Of de campagnes ethisch aanvaardbaar zijn doet hier niet ter zake. Zij weten aandacht te trekken en onderwerpen op de agenda te plaatsen en vormen derhalve een geslaagd voorbeeld van strategische communicatie, waarin de fotografie weliswaar een belangrijke rol speelt, maar niet op zichzelf staat. Effectiviteit in de vorm van een groot publieksbereik staat daarbij voorop. Men wil tenslotte dat de ‘samenleving’ de mededeling ontvangt.

De biënnale probeerde zich te redden door het begrip ‘engagement’ op te rekken. Op die wijze vallen onderwerpen als de persoonlijke omgeving van de fotograaf onder hetzelfde thema. Maar is die uitvlucht nodig? Was het niet verstandiger het thema als ouderwets af te doen en een nieuw begrip als thema te definiëren?

In de jaren zeventig en tachtig vluchtte de fotografie naar de galerie en het museum en ontwikkelde zich tot een gewaardeerd en interessant instrument voor vrije expressie. Haar taak in de samenleving is overgenomen door televisie en wordt in de toekomst waarschijnlijk vervuld door verschillende digitale media, met name het internet. Desondanks bleef de fotografie tegelijkertijd krampachtig een gevecht voeren om in het museum haar maatschappelijke relevantie te bewijzen. Een achterhoedegevecht, want men bereikt in het museum geen groot publiek en soms krijgt het werk er de bijsmaak van opportunisme. Want de affiches van Thomas Ruff (in de bijdrage van curator Inka Schube) mogen dan maatschappelijke thema’s als onderwerp hebben, de effecten van het werk reiken niet verder dan de muren van het museum en die van een enkele gefortuneerde verzamelaar.

Het is vooral jammer dat de organisatoren van de Biënnale niet hebben ingezien dat de functie van het museum in de samenleving te marginaal is om er maatschappelijke discussies door middel van tentoonstellingen te voeren, ook niet in eerste aanzet. Daarvoor is het bereik van een expositie te beperkt. Overigens ontbreekt dit besef niet helemaal. In zijn inleiding in het boek Positions Attitudes Actions schrijft Frits Gierstberg, curator van het Nederlands Foto Instituut: “Maar gezien de sterke roep om een ‘eigen’ plek buiten de nog steeds relatief geïsoleerde omgeving van de kunst, bestaat er grote behoefte aan andersoortige podia (…) dan welke het museum, de galerie of het kunsttijdschrift verschaffen”. Het is alleen jammer dat de geselecteerde fotografen hiervan weinig blijk geven. Zo lijken een installatie als die van Fernando Alvim of de foto’s van Stan Douglas zich toch vooral in het museum thuis te voelen.

Dit alles wil niet zeggen dat er voor het fotografische beeld geen functie meer is weggelegd als (geëngageerd) communicatiemiddel. Integendeel. Maar de documentaire fotografie zal daarvoor op zoek moeten naar nieuwe strategieën. Daartoe kan zij allianties sluiten met film, reclame of andere communicatievormen, zoals zij dat in het verleden deed met de schrijvende pers. En een ander platform moeten zoeken dan de museale ruimte. Veel beeldend kunstenaars hebben die conclusie al getrokkken. Aardig is in dat verband het project van Stichting B.a.d. die in het kader van dezelfde Rotterdamse Foto Biënnale beschrijvingen van foto’s verspreidde op verschillende locaties in de stad: van driehoeksborden tot placemats in restaurants.

De introductie van de fotografie in de kunstwereld heeft veel verrassends opgeleverd en biedt voldoende aanknopingspunten voor interessante tentoonstellingen, ook zonder thema. Want wat er overblijft is datgene waar een museale instelling bij uitstek geschikt voor is: de verwondering.

POSITIONS ATTITUDES ACTIONS, ENGAGEMENT IN DE FOTOGRAFIE.
Een uitgave van het Nederlands Foto Instituut, 392 pp, isbn 90-76085-10-2.

Het boek is te bestellen via het Nederlands Fotomuseum