Venetië en Basel: harde beelden of subtiele verbeelding?

Manon Berendse
Eric Baudelaire, THE DREADFUL DETAILS (uitsnede)

Kunst mag weer geëngageerd zijn, bleek in Venetië en Basel. Maar hoe verbeeld je de toestand in de wereld?

De Amerikaanse Biënnalecurator Robert Storr zette de toon met zijn polderieke indeling van het grote Biënnalepaviljoen in de Giardini. Hij bedeelde de sacrale kunst als vanouds de eerste rangen toe: kunstenaars als Lewitt, Polke, Kelly en Richter. Dit kordon schilders en minimalisten bespeelde de erezalen met het gemak dat alles weg had van een routineklus. Verworden tot mooie, maar onschadelijke kunst, met op het tweede gezicht de eerste sleetse plekken die de tijd nu eenmaal toebrengt. Het kritische, geëngageerde perspectief schoof Storr het tweede balkon op in de persoon van Kara Walker, Steve McQueen en – iets ruimer bedeeld – Chéri Samba. Zij kregen de achterkamertjes toegeworpen en maakten er rauwere kunst die met twee benen in het nu staat. Fier en met rechte rug.

In de langgerekte Corderie van het Arsenaleterrein daarentegen, stapelde Storr de actualiteit zonder enige dosering op. Aan nieuwsbeelden, foto’s van soldaten en rampgebieden geen gebrek. De vraag die Aernout Mik indirect stelt in het Nederlandse paviljoen kwam er als vanzelf bovendrijven. Wat vermag een beeldend kunstenaar met de taaie wereldproblematiek vol verschuivende conventies, kadreringen en perspectieven?

De tijd waarin Warhol mensen schokte met de overzichtelijkheid van zijn repetitief gezeefdrukte verkeersslachtoffers ligt definitief achter ons. De wereld is groter gebleken, en vooral minder eenduidig. Media walsen dagelijks over ons heen met schokkende beelden, waarlangs we per etmaal eindeloos kunnen zappen. Wel weten we inmiddels dat we die beelden en gegevens met een grove korrel zout mogen nemen. Nieuws wordt op zijn zachtst gezegd geselecteerd en soms gewoonweg gemaakt. Op basis van deze mix van ‘toeval’ en bijgestuurde informatie worden conclusies getrokken. Door persbureaus, redacties, correspondenten en niet in de laatste plaats door kijkers en lezers. Wat kan een beeldend kunstenaar daaraan toevoegen of liever nog: tegenover plaatsen?

De excercitie van Storr maakt duidelijk dat expliciete beelden het hardste binnen komen, maar zelden aanzetten tot reflectie of een dieper besef van de complexiteit van de wereld anno 2007. De wereld die tot op de centimeter afgestroopt wordt door satellieten. Een wereld ook die dubbelzinniger, complexer en voller lijkt dan ooit. Beeldend kunstenaars laten zich vaker laten meevoeren in die manipulatieve beeldenstroom dan dat ze werkelijk tegenwicht bieden. Want hoe schokkend een voetballend jongetje met een schedel in een desolate woonwijk ook is, veel meer dan een dreun deelt Paolo Canevari in Venetië niet uit met zijn film Bouncing Skull. Ook het werk van Eric Baudelaire op Art Basel is als een wolf in schaapskleren. The dreadful details toont een fotografisch tweeluik van een beschieting op een binnenplaats ergens in het Midden-Oosten. Talloze scènes worden in elkaar geschoven, waarbij de meeste figuranten de toeschouwer aankijken. Een man die wanhopig zijn handen ten hemel houdt, gesluierde vrouwen die knielen voor de gewapende indringers. Vanaf het balkon maken mannen met hun telefoontje een foto van deze ‘soldaten’, die hun geweer op scherp hebben staan. De lopers zijn gericht op de kijker. Baudelaire gijzelt zijn toeschouwers door op maniëristische wijze het manipulatieve beeldenspel van menige nieuwszender te herhalen.

Dan houden kunstenaars als Aernout Mik, Charles Gaines of Lisa Oppenheim de kijker subtieler onder schot. Zij blijven rekenen op de verbeeldingskracht van de toeschouwer en kauwen niet alles uit. De Britse Gaines zet je in de Corderie op het verkeerde been door met een simpel tekenpennetje op grote vellen papier het wit in te sluiten. Hij roept een sfeer op van dromerige wolkenluchten die bij nader inzien veroorzaakt blijken door explosies en bombardementen. Ook Lisa Oppenheim toont op de Liste in Basel een dubbelzinnig werk dat verleidt én schuurt. In een hoek toont ze op de linkerwand een verzameling fijnzinnig gestippelde sterrenstelsels, die niet lukraak gekozen blijken. Op de rechterwand plaatst ze een verzameling krantenberichten van dieptepunten uit de Amerikaanse geschiedenis, zoals de grootste olieramp aller tijden veroorzaakt door de firma Exxon Valdez. Dat wat romantisch oogt, blijkt een verzameling ongelukkige gesterntes te zijn.

En dan is er nog een terloopse gouden greep van Storr te vinden in het uiterste hoekje van het grote Biënnalepaviljoen: een enkele tekening en twee borduursels van de te vroeg overleden Braziliaan José Leonilson. Hij tekende in een uitgebot proza op hoe een oorlog de liefde tussen twee zielen kan verzengen. Niet met schokkende beelden, maar met een paar zuivere woorden, neergekrabbeld op een kattebelletje. Enkele dagen later, bij het zien van een neonwerk in het Kunstmuseum van Basel, schoot uitgerekend dit kleinste werkje fonkelend naar boven. The true artist helps the world by revealing mystic truths (1978). Met dank aan Bruce Nauman.

BIENNALE DI VENZIA
10 juni t/m 21 november 2007
www.labiennale.org

ART BASEL
13 t/m 17 juni 2007
www.art.ch