Twee terugblikken in‘Towards the End of the Century’

Lucy Versloot

Voelde men voorheen in Rotterdam de behoefte om de zomer af te sluiten met ‘When Summer has Almost Gone', nu hebben negen expositieruimtes in het centrum het initiatief genomen om een ‘gezamenlijke openings-tentoonstelling' te houden. Hoewel dit gebeurt onder één noemer, ‘Towards the End of the Century', hadden zij deze afzonderlijke exposities ook kunnen aankondigen als ‘gelijktijdige tentoonstel-lingsopeningen'. Dat het einde van de eeuw nadert, is bovendien nauwelijks terug te zien in de presentaties, dus beperk ik me in het navolgende tot twee exposities waarin juist wordt teruggeblikt.

In Galerie Liesbeth Lips kijkt Francesca Vonck terug op haar verleden in tien twee- en driedimensionale werken. Deze vormen een afgeronde expositie waarin negen thema's samenkomen in het tiende werk, een kinderpuzzel met rode knopjes aan de puzzelstukjes. Wel Twee terugblikken in‘Towards the End of the Century' door Esther Tap lijkt er in eerste instantie een tweedeling te zijn tussen wat ‘van vroeger' is en wat ‘oud' is, maar bij nadere beschouwing roepen alle werken het woord ‘herinnering' op. Het materiaalgebruik, deels hergebruik van en deels verwijzen naar bestaande voorwerpen en vormen, is gevariëerd. Dat houdt de tentoonstelling als geheel levendig en toch schept het door de herhaling van materialen een eenheid. In zowel twee- als driedimensionale werken – is was gebruikt, een foto komt in een andere vorm terug, de echte kauwgomballen liggen dicht bij een tweedimensionale verbeelding van een ouderwetse kauwgomballenautomaat. Door dit spel met vormen en voorwerpen ligt ook humor binnen het bereik, niet als een schaterlach, maar eerder als een verwijzing: een oh-ja-zo-was-het, maar dan nèt niet. Zo vraag ik me af van welke kunstenaar ik toch dat jongetje met zijn hoofd op zijn armen rustend ken, tot ik de titel ‘sinaspril-jongetje' zie en de bijbehorende reclamefoto me te binnen schiet. Een beeld van een kinderkopje, gemaakt van gips en was, heeft een suède lapje op de borst. De achtergrond is beplakt met kleine snippers glimmend sitspapier: de combinatie vormt een universele herinnering aan elke lagere school in de jaren zeventig. Een liefdevolle blik in een bijna vergeten jeugd.

In Fotomania herinnert Fons Brasser ons aan een minder zorgeloos verleden, namelijk dat van Berlijn tijdens de Koude Oorlog. In 1985 en 1986 fotografeerde hij verschillende ‘gesperrte' metrostations: stations die de Westduitse metro in Oost- Berlijn passeerde, maar waar niet werd gestopt. Op middelgroot formaat, net groot genoeg om je erin te kunnen verplaatsen en klein genoeg om de beklemmende sfeer voelbaar te maken, zijn de perrons in zwart-wit afgedrukt. Te zien zijn alleen perronvloeren, hekken, betonkolom-men, tegels. Er zijn geen mensen, er ligt geen vuil, er brand weinig of geen licht. De ruimtes zijn besloten en stralen een kille verlatenheid uit die typerend is voor het oostelijk stadsdeel in genoemde periode. Enkele foto's zijn mooi op zich: sober, met vage lijnen en vlakken en met spannende licht-donkerverhoudingen. Ze kunnen zeer geslaagd genoemd worden, zeker naar de lichtomstandigheden van de op-genomen plek. Andere zijn meer documentair en qua compositie minder interessant. De foto's zijn vaak voor elkaar inwisselbaar, wat op zich, vooral binnen een thema als dit, geen bezwaar hoeft te vormen. De wijze van groeperen echter zorgt dat dat juist meer opvalt, in plaats van dat de inwisselbaarheid wordt ingezet om een gevoel te versterken. Het project als geheel is als een volwassen terugblik op een spannend, maar treurig jongensavontuur. De kaart van het metronet die tussen de foto's is opgehangen, maakt de fotoserie jammer genoeg wel erg illustratief.

Doomscenario's, fin-de-siecle kriebels, toekomstvoorspellingen, momenten van berusting, contemplatie en naast dit alles een voortdurend geroezemoes van meningen, stellingen en discussies. Het jaar 1999 staat volledig in het teken van het naderende nieuwe millennium. In de kunstwereld leidt dit tot ontelbare symposia en tentoonstellingen over deze naderende eeuwwisseling. De persberichten van de vele initiatieven overtreffen elkaar in dramatiek en poetische vraagstellingen: 'Welke richting gaat de kunst op in het nieuwe millennium?', 'Hebben we door Eleonoor Jap Sam van doen met het 'einde van de kunst' of staan we op de drempel van een nieuw belangrijk cultureel tijdperk?' of 'Gaat de kunst van gedaante wisselen na 2000?'

Dat het kiezen van een interessant thema op papier niet vanzelfsprekend hoeft te leiden tot een boeiende tentoonstelling toont 'Towards the End of the Century'.

Negen Rotterdamse expositieruimtes nodigden hun kunstenaars uit om hun licht te laten schijnen over de millenniumwisseling. Het resultaat is nog tot en met 3 oktober te bezichtigen in de deelnemende galeries. Een daadwerkelijke rond-gang langs de deelnemende galeries is echter teleurstellend. Niet alleen komt het thema niet of nauwe-lijks aanbod, ook de gekozen werken willen niet in het keurslijf van het thema worden opgenomen. Na een bezoek aan XX Multiple Galerie, MK Expositieruimte en Galerie Delta begin ik zelf te twijfelen of er wel sprake is van een gezamenlijk thema. De kleurige flyer van de tentoonstelling is een toonbaar bewijs dat ik hier toch te maken heb met een serieus initiatief. De rondgang is na twee uur ten einde en ik beland op een Rotterdams terras. Ik besluit het overkoepelende thema overboord te gooien en de individuele werken die ik gezien heb in gedachten na te lopen. Ja, twee kunstenaars wisten mijn middag te redden: het werk van Erik Wesselo in galerie Cokkie Snoei en dat van Jean-Marc Spaans in galerie Delta. Wesselo's werk heeft zeker overeenkomsten met dat van Bill Viola. Net als bij Viola raakt de toeschouwer gevangen door de vertragende beelden. De projecties in het halfdonker zorgen voor een moment van verlossing. De aan-schouwer vergeet zichzelf heel even en raakt in de ban van Wesselo's werk. Het werk van kunstenaar Jean-Marc Spaans in Galerie Delta blijft iedere keer dat ik het zie ver-nieuwend. De levensgrote foto's werken als een performance. Spaans weet het licht op zo'n wijze te manipuleren dat er ruimtelijkheid onstaat. Fascinerend blijft het dat hij zelf als maker op iedere foto zichtbaar is. De toeschouwer ervaart het proces van wording van de foto en krijgt een beeld van de door Spaans toegepaste techniek.

TOWARDS THE END OF THE CENTURY, gezamenlijke tentoonstelling in 9 Rotterdamse expositieruimtes, te zien tot en met 3 oktober 1999

Cokkie Snoei, Galerie Delta, Galerie Fotomania, Gil & Moti Homegallery, Galerie Liesbeth Lips, MK Expositieruimte, Ram Foundation, Salle de Bains en XX Multiple Galerie