Terug bij af

Christine Bax
Bootjesbioscoop, georganiseerd door Microclima, Venetië.

Hallo Marian,

Deze zomer was een vreemde bubbel. Eindelijk naar buiten, na maandenlang binnen te hebben gezeten. Mijn huid was bleek. Tijdens de quarantaine was ik zes kilo aangekomen. Maar nu kon ik eindelijk weer de bergen in. Reizen. Op het strand liggen. En tegelijkertijd was er die onzekerheid van hoe nu verder.

In juli ging ik naar Venetië, met de trein. Het voelde alsof ik iets vreselijk illegaals aan het doen was. Vreemd, om geen document meer mee te dragen, niet op te schrijven waar ik precies heen ging, en waarom, en hoe lang ik erover zou doen…

Op Ponte della Libertà, de brug vanaf het vasteland naar de stad in het water, leek alles nog normaal. Als je eenmaal in Venetië hebt gewoond, dan voelt het oversteken van die brug iedere keer weer als thuiskomen. Mistige blauwe eilandjes in de verte. Watervogels. Roeibootjes. Murano. De torens van San Marco. De vochtige zeegeur, wier en teer, die zelfs doordringt in de treinwagons. Het Venetiaanse licht, roze door de zoute lucht.

Maar eenmaal aangekomen op het station viel dat vertrouwde gevoel van me af en brak op de grond als een eierschaal. Wat was de stad stil! De enige toeristen die ik tegenkwam waren Duitsers, die volgens mij altijd een soort koortsachtige obsessie met Venetië hebben en zich nergens door laten tegenhouden, zeker niet door zoiets doms als een pandemie. Zal wel door Thomas Mann komen.

‘O, o, o, wat hebben wij toch veel Glück, zo zie je de stad nooit!’ hoorde ik om de haverklap iemand uitroepen. De omgeving van Rialto was leeg als een karkas, en lag te blaken in de zon – bleke, hete straatstenen. De weergalmende klank van voetstappen. Dit waren de straten die ik altijd vermeed, en nu was er niets. Ik weet niet wat die Duitsers dachten te zien, maar het lukte me niet om het met ze te delen.

Nou ja…

Behalve af en toe een mooie gevel, een versierde trap die me nog nooit was opgevallen. Normaal gesproken had ik duizend-en-één sluipweggetjes om de drukte te vermijden. Nu leerde ik de grote straten opnieuw kennen.

In onze eerste brieven schreef ik vooral over kunstenaarsinitiatieven die tijdens de crisis razendsnel uit de grond werden gestampt, en hoe ik onder de indruk was van de ondernemende kunstenaars en curatoren in Italië. Ik schreef over de inventiviteit in de culturele sector, waar zoveel minder publiek geld beschikbaar is dan in Nederland. Maar hoe moest dat nu verder, in een stad als Venetië? In de gesprekken die ik had met kunstenaars en cultureel ondernemers overheerste, net zoals jij in je laatste brief omschrijft, een afwachtend gevoel – het besef dat we pas na de zomer gaan weten hoe hard de culturele sector precies is geraakt door deze crisis. Maar dit afwachten gebeurde dan wel zonder Tozo[1], en met nauwelijks overheidssteun voor culturele instellingen of voor jonge cultureel ondernemers.

‘Mooie quarantainekont heb je!’ zei een vriendin in Venetië, kunstschilder van beroep.
‘Dank je.’
‘Lekker veel pasta gegeten afgelopen maanden?’
‘Ja.’
Ze zag mijn sombere gezicht wel. Zelf was ze nooit somber, of ze liet het tenminste niet zien. Het leven gaat door – heb je al gehoord dat ze een drijvende botenbioscoop gaan organiseren? Dat is toch prachtig!? Nou dan! Niet zo sip zijn! Dit is de mooiste stad van de wereld, en van bij de pakken neer zitten is nog nooit iemand beter geworden.

‘Bekijk het nou eens zo,’ zei ze. ‘We weten nog niet wat voor prachtige kunst deze quarantaine gaat opleveren. Wie weet wat al die kunstenaars, die maandenlang thuis hebben gezeten, in de tussentijd allemaal hebben gemaakt.’

Daar had ze wel een punt. Het meesterwerk van Giovanni Boccaccio, de Decamerone, was geschreven tijdens een pestplaag. Isaac Newton schreef zijn theorie van de zwaartekracht in isolatie tijdens een epidemie. Mary Shelley schreef Frankenstein terwijl ze schuilde voor vulkanische as, en Shakespeare schreef tijdens een pestjaar wel drie toneelstukken! Welk meesterwerk zouden de kunstenaars van vandaag hebben gemaakt? Spannend…

Halverwege september hoorde ik ineens iets over een project dat wel ondersteuning van de overheid had gekregen. Het zou gaan om een film over de ervaringen van Italianen tijdens de quarantaine. Dat moest wel echt iets speciaals zijn, met zo weinig publieke middelen voorhanden. Wat voor soort film zou het zijn?

Misschien iets gebaseerd op ware gebeurtenissen? Zoals een psychologische thriller over de man uit Napoli die 24 uur lang met zijn overleden zus in hetzelfde huis zat, omdat hulpdiensten geen tijd hadden om haar lichaam op te halen?[2]

Of was het juist een feelgood movie, over hoe mensen in crisistijd nader tot elkaar komen, gebaseerd op het verhaal van de 61-jarige man uit Bergamo, die in coma raakte en wakker werd in een ziekenhuis in Sicilië? De man die eerst niet kon geloven dat hij in het zuiden was, maar die nu aan iedereen vertelt ‘dat het niet waar is dat er daar alleen maar slechte dingen zijn’. De man die zegt dat hij ‘Sicilië op zijn lichaam zal tatoeëren.’[3]

Misschien een documentaire over het nepnieuws dat overal rondzong? Over hoe geïsoleerde mensen daar extra vatbaar voor zijn – over de propagandabeelden van dokters uit Cuba,[4] Venezuela, en China, die met veel bombarie werden binnengehaald?

Niets van dit alles. De film moet nog uitkomen, maar veroorzaakt nu al ophef in kranten en op sociale media. ‘De poster mist 35.000 doden,’ schrijft iemand op Twitter. ‘Ik denk dat ze niet tussen Greggio’s onderbroek en Martina Stella’s kont pasten. Jammer.’ Het is een komedie, volgens de makers, bedoeld om herkenbare situaties te schetsen die Italianen meemaakten tijdens de lockdown. Maar critici noemen dit genre cinepanettone.

Panettone is een brood dat bij kerst hoort. Luchtig, zoet deeg, met gedroogde, gesuikerde vruchten, amandelen, citroen of chocolade. Cinepanettone is een neologisme voor ‘de film die bij kerst hoort’. Het genre begon in 1983 met de film ‘Vacanze di Natale’, geregisseerd door Carlo Vanzina en geschreven door Enrico Vanzina, die we ook wel ‘de vaders van de cinepanettone’ mogen noemen. In de jaren 1990 en 2000[5] groeide cinepanettone uit tot een heus verdienmodel, met ieder jaar dezelfde film, vol met humor waarbij zogenaamde ‘Italiaanse stereotypen’ werden uitvergroot, van het soort ‘boos Milanees wijf glijdt uit over natte dweil omdat ze erachter komt dat dochter verkering heeft met een vent uit het zuiden – de horreur!’, ‘Dikke man met lelijke vrouw probeert zijn bloedmooie minnares verborgen te houden tijdens een skivakantie, maar de aandacht afleiden van zo’n paar prachtige tieten is nog knap lastig…’

Volgens Enrico Vanzina, die met ‘Lockdown all’Italiana’ zijn regiedebuut beleeft, is de spottende term quarantainepanettone totaal misplaatst, en gaat het hier om een herkenbare komedie over een gedwongen samenzijn. Twee koppels die het eigenlijk wilden uitmaken, zitten nu vast onder één dak. In een tijd waarin weinig te lachen valt, hebben we volgens Vanzina humor nodig. Het recht op het vrije woord staat op het spel, vindt hij.[6]

Juist vanwege het feit dat een regisseur als Enrico Vanzina steun krijgt van de Italiaanse overheid, denk ik dat het met de bedreiging zijn vrije woord nog best meevalt. Wat mij namelijk vooral opviel aan de filmposters, waren de logo’s van de regio Lazio en van het Italiaanse Ministerie van Cultuur en Toerisme (het MiBACT). Er zijn zoveel mensen die geweldige dingen maken, die vanwege een gebrek aan middelen nooit zullen worden gezien of gehoord. Maar desondanks kiezen publieke fondsen ervoor om een maker te promoten die ieder jaar dezelfde klucht schrijft. De maatstaven voor wie gesteund wordt en wie niet zijn nogal mistig.

Het is nu begin oktober. Het culturele seizoen is weer begonnen. In mijn agenda staan openingen in Milaan, Turijn, en Bergamo. De kunstenaars die ik spreek hebben de glans in hun ogen dat er weer geld te verdienen valt – hopelijk, eindelijk, misschien. Jonge filmmakers, ambachtsmensen, curatoren, schrijvers – iedereen is weer ondernemend als altijd. Maar toch, door dit soort bizarre keuzes van het Italiaanse Ministerie voor Cultuur en Toerisme, zie ik hier door de bomen het culturele bos niet meer.

‘Waar is je quarantainekont gebleven?’ vroeg mijn Venetiaanse vriendin, toen ik haar een paar maanden later weer zag. Ik keek achterom. Verhip, hij was weg. Door alle stress waren de extra kilo’s er razendsnel afgevlogen. Mijn vriendin was onvermoeibaar vrolijk. Ze liet me foto’s van de bootjesbioscoop zien. Het was geweldig, zei ze. Je had erbij moeten zijn.

Hoe gaat het daar nu, met die stijgende besmettingsaantallen? Nemen culturele instellingen al extra maatregelen, of is ook bij jullie nog steeds alles bij het oude?

Groet,
Christine


[1] Om precies te zijn: er is wel wat overheidssteun geweest voor ZZP-ers, maar die duurde veel korter, en viel in het niet bij wat er in Nederland beschikbaar was.

[2] https://www.iene.mediaset.it/2020/news/coronavirus-morta-casa_723875.shtml

[3] https://www.corriere.it/cronache/20_aprile_19/coronavirus-va-coma-bergamo-si-risveglia-palermo-mi-hanno-resuscitato-mi-tatuero-sicilia-f4b4b1e6-8263-11ea-afba-f0dcf1bf9a9f.shtml

[4] https://www.corriere.it/esteri/20_aprile_15/i-medici-cubani-aiuto-mondo-ma-l-uso-anche-propagandistico-5d836a40-7f13-11ea-a4e3-847238ee431e.shtml

[5] Link naar trailer Vacanze di Natale 2000: https://www.youtube.com/watch?v=NQT7tQbfcao
Link naar trailer Merry Christmas 2001, wat zich afspeelt in Nederland: https://www.youtube.com/watch?v=BMyCUlolUgw

[6] https://www.corriere.it/moda/20_settembre_20/enrico-vanzina-film-lockdown-all-italiana-le-critiche-codardi-profili-falsi-a31a6610-faa8-11ea-9c3c-4051dd36a798.shtml

Bootjesbioscoop, georganiseerd door Microclima, Venetië.
Bootjesbioscoop, georganiseerd door Microclima, Venetië.